Type document
Uittreksel document
Openbare behandeling van agendapunt
Definitieve vaststelling Beleidsplan Ruimte Vlaams-Brabant (gepland)
Aanwezigen bij agendapunt
Aanwezige leden
- Luka Augustijns (Provincieraadslid)
- Stef Boogaerts (Provincieraadslid)
- Manu Claes (Provincieraadslid)
- Gunther Coppens (Provincieraadslid)
- Walter De Donder (Provincieraadslid)
- Ella De Neve (Provincieraadslid)
- Tom Dehaene (Provincieraadslid)
- Bertrand Demiddeleer (Provincieraadslid)
- Lucia Dewolfs (Provincieraadslid)
- Diederik Dunon (Provincieraadslid)
- Tine Eerlingen (Provincieraadslid)
- Steven Elpers (Provincieraadslid)
- Marc Florquin (Provincieraadslid)
- Lena Ghysels (Provincieraadslid)
- Finke Jacobs (Provincieraadslid)
- Hilde Kaspers (Provincieraadslid)
- Nicolas Kuczynski (Provincieraadslid)
- Bart Nevens (Provincieraadslid)
- Kris Peeters (Provincieraadslid)
- Isabelle Pierreux (Provincieraadslid)
- Eddy Poffé (Provincieraadslid)
- Tie Roefs (Provincieraadslid)
- Ann Schevenels (Provincieraadslid)
- Willy Smout (Provincieraadslid)
- Sarah Sneyers (Provincieraadslid)
- Monique Swinnen (Provincieraadslid)
- Louis Tobback (Provincieraadslid)
- Joris Van den Cruijce (Provincieraadslid)
- Linda Van den Eede (Provincieraadslid)
- Geertrui Windels (Provincieraadslid)
- Marc Wynants (Provincieraadslid)
- Elke Zelderloo (Provincieraadslid)
- Walter Zelderloo (Provincieraadslid)
Afwezige leden
- Françoise Devleeschouwer (Provincieraadslid)
- Koen Moeyersons (Provincieraadslid)
- Noor Mousaid (Provincieraadslid)
Stemmingen bij agendapunt
De leden van de raad stemmen openbaar
voorstel nr. 69 - artikel 1
Aanwezigen tijdens de stemming
- Luka Augustijns
- Stef Boogaerts
- Manu Claes
- Gunther Coppens
- Walter De Donder
- Ella De Neve
- Tom Dehaene
- Bertrand Demiddeleer
- Lucia Dewolfs
- Diederik Dunon
- Tine Eerlingen
- Steven Elpers
- Marc Florquin
- Lena Ghysels
- Finke Jacobs
- Hilde Kaspers
- Nicolas Kuczynski
- Bart Nevens
- Kris Peeters
- Isabelle Pierreux
- Eddy Poffé
- Tie Roefs
- Ann Schevenels
- Willy Smout
- Sarah Sneyers
- Monique Swinnen
- Louis Tobback
- Joris Van den Cruijce
- Linda Van den Eede
- Geertrui Windels
- Marc Wynants
- Elke Zelderloo
- Walter Zelderloo
Effectieve stemmers
- Luka Augustijns
- Stef Boogaerts
- Manu Claes
- Gunther Coppens
- Walter De Donder
- Ella De Neve
- Tom Dehaene
- Bertrand Demiddeleer
- Lucia Dewolfs
- Diederik Dunon
- Tine Eerlingen
- Steven Elpers
- Marc Florquin
- Lena Ghysels
- Finke Jacobs
- Hilde Kaspers
- Nicolas Kuczynski
- Bart Nevens
- Kris Peeters
- Isabelle Pierreux
- Eddy Poffé
- Tie Roefs
- Ann Schevenels
- Willy Smout
- Sarah Sneyers
- Monique Swinnen
- Louis Tobback
- Joris Van den Cruijce
- Linda Van den Eede
- Geertrui Windels
- Marc Wynants
- Elke Zelderloo
- Walter Zelderloo
Totaal aantal voorstanders: 25
Totaal aantal tegenstanders: 2
Totaal aantal onthoudingen, blanco of ongeldig: 6
Voorstanders
- Manu Claes
- Gunther Coppens
- Walter De Donder
- Ella De Neve
- Tom Dehaene
- Bertrand Demiddeleer
- Lucia Dewolfs
- Diederik Dunon
- Tine Eerlingen
- Steven Elpers
- Marc Florquin
- Lena Ghysels
- Hilde Kaspers
- Bart Nevens
- Eddy Poffé
- Ann Schevenels
- Sarah Sneyers
- Monique Swinnen
- Louis Tobback
- Joris Van den Cruijce
- Linda Van den Eede
- Geertrui Windels
- Marc Wynants
- Elke Zelderloo
- Walter Zelderloo
Tegenstanders
- Kris Peeters
- Willy Smout
Onthoudingen, blanco of ongeldig
- Luka Augustijns
- Stef Boogaerts
- Finke Jacobs
- Nicolas Kuczynski
- Isabelle Pierreux
- Tie Roefs
Met als gevolg,
goedgekeurd
De leden van de raad stemmen openbaar
voorstel nr. 69 - artikel 2
Aanwezigen tijdens de stemming
- Luka Augustijns
- Stef Boogaerts
- Manu Claes
- Gunther Coppens
- Walter De Donder
- Ella De Neve
- Tom Dehaene
- Bertrand Demiddeleer
- Lucia Dewolfs
- Diederik Dunon
- Tine Eerlingen
- Steven Elpers
- Marc Florquin
- Lena Ghysels
- Finke Jacobs
- Hilde Kaspers
- Nicolas Kuczynski
- Bart Nevens
- Kris Peeters
- Isabelle Pierreux
- Eddy Poffé
- Tie Roefs
- Ann Schevenels
- Willy Smout
- Sarah Sneyers
- Monique Swinnen
- Louis Tobback
- Joris Van den Cruijce
- Linda Van den Eede
- Geertrui Windels
- Marc Wynants
- Elke Zelderloo
- Walter Zelderloo
Effectieve stemmers
- Luka Augustijns
- Stef Boogaerts
- Manu Claes
- Gunther Coppens
- Walter De Donder
- Ella De Neve
- Tom Dehaene
- Bertrand Demiddeleer
- Lucia Dewolfs
- Diederik Dunon
- Tine Eerlingen
- Steven Elpers
- Marc Florquin
- Lena Ghysels
- Finke Jacobs
- Hilde Kaspers
- Nicolas Kuczynski
- Bart Nevens
- Kris Peeters
- Isabelle Pierreux
- Eddy Poffé
- Tie Roefs
- Ann Schevenels
- Willy Smout
- Sarah Sneyers
- Monique Swinnen
- Louis Tobback
- Joris Van den Cruijce
- Linda Van den Eede
- Geertrui Windels
- Marc Wynants
- Elke Zelderloo
- Walter Zelderloo
Totaal aantal voorstanders: 21
Totaal aantal tegenstanders: 3
Totaal aantal onthoudingen, blanco of ongeldig: 8
Voorstanders
- Manu Claes
- Gunther Coppens
- Walter De Donder
- Ella De Neve
- Tom Dehaene
- Diederik Dunon
- Tine Eerlingen
- Steven Elpers
- Lena Ghysels
- Hilde Kaspers
- Bart Nevens
- Eddy Poffé
- Tie Roefs
- Ann Schevenels
- Monique Swinnen
- Joris Van den Cruijce
- Linda Van den Eede
- Geertrui Windels
- Marc Wynants
- Elke Zelderloo
- Walter Zelderloo
Tegenstanders
- Bertrand Demiddeleer
- Marc Florquin
- Louis Tobback
Onthoudingen, blanco of ongeldig
- Luka Augustijns
- Stef Boogaerts
- Finke Jacobs
- Nicolas Kuczynski
- Kris Peeters
- Isabelle Pierreux
- Willy Smout
- Sarah Sneyers
Met als gevolg,
goedgekeurd
De leden van de raad stemmen openbaar
voorstel nr. 69 - artikel 3
Aanwezigen tijdens de stemming
- Luka Augustijns
- Stef Boogaerts
- Manu Claes
- Gunther Coppens
- Walter De Donder
- Ella De Neve
- Tom Dehaene
- Bertrand Demiddeleer
- Lucia Dewolfs
- Diederik Dunon
- Tine Eerlingen
- Steven Elpers
- Marc Florquin
- Lena Ghysels
- Finke Jacobs
- Hilde Kaspers
- Nicolas Kuczynski
- Bart Nevens
- Kris Peeters
- Isabelle Pierreux
- Eddy Poffé
- Tie Roefs
- Ann Schevenels
- Willy Smout
- Sarah Sneyers
- Monique Swinnen
- Louis Tobback
- Joris Van den Cruijce
- Linda Van den Eede
- Geertrui Windels
- Marc Wynants
- Elke Zelderloo
- Walter Zelderloo
Effectieve stemmers
- Luka Augustijns
- Stef Boogaerts
- Manu Claes
- Gunther Coppens
- Walter De Donder
- Ella De Neve
- Tom Dehaene
- Bertrand Demiddeleer
- Lucia Dewolfs
- Diederik Dunon
- Tine Eerlingen
- Steven Elpers
- Marc Florquin
- Lena Ghysels
- Finke Jacobs
- Hilde Kaspers
- Nicolas Kuczynski
- Bart Nevens
- Kris Peeters
- Isabelle Pierreux
- Eddy Poffé
- Tie Roefs
- Ann Schevenels
- Willy Smout
- Sarah Sneyers
- Monique Swinnen
- Louis Tobback
- Joris Van den Cruijce
- Linda Van den Eede
- Geertrui Windels
- Marc Wynants
- Elke Zelderloo
- Walter Zelderloo
Totaal aantal voorstanders: 22
Totaal aantal tegenstanders: 5
Totaal aantal onthoudingen, blanco of ongeldig: 6
Voorstanders
- Manu Claes
- Gunther Coppens
- Walter De Donder
- Ella De Neve
- Tom Dehaene
- Lucia Dewolfs
- Diederik Dunon
- Tine Eerlingen
- Steven Elpers
- Lena Ghysels
- Hilde Kaspers
- Nicolas Kuczynski
- Bart Nevens
- Eddy Poffé
- Ann Schevenels
- Monique Swinnen
- Joris Van den Cruijce
- Linda Van den Eede
- Geertrui Windels
- Marc Wynants
- Elke Zelderloo
- Walter Zelderloo
Tegenstanders
- Bertrand Demiddeleer
- Marc Florquin
- Kris Peeters
- Willy Smout
- Louis Tobback
Onthoudingen, blanco of ongeldig
- Luka Augustijns
- Stef Boogaerts
- Finke Jacobs
- Isabelle Pierreux
- Tie Roefs
- Sarah Sneyers
Met als gevolg,
goedgekeurd
De leden van de raad stemmen openbaar
voorstel nr. 69 - artikel 4
Aanwezigen tijdens de stemming
- Luka Augustijns
- Stef Boogaerts
- Manu Claes
- Gunther Coppens
- Walter De Donder
- Ella De Neve
- Tom Dehaene
- Bertrand Demiddeleer
- Lucia Dewolfs
- Diederik Dunon
- Tine Eerlingen
- Steven Elpers
- Marc Florquin
- Lena Ghysels
- Finke Jacobs
- Hilde Kaspers
- Nicolas Kuczynski
- Bart Nevens
- Kris Peeters
- Isabelle Pierreux
- Eddy Poffé
- Tie Roefs
- Ann Schevenels
- Willy Smout
- Sarah Sneyers
- Monique Swinnen
- Louis Tobback
- Joris Van den Cruijce
- Linda Van den Eede
- Geertrui Windels
- Marc Wynants
- Elke Zelderloo
- Walter Zelderloo
Effectieve stemmers
- Luka Augustijns
- Stef Boogaerts
- Manu Claes
- Gunther Coppens
- Walter De Donder
- Ella De Neve
- Tom Dehaene
- Bertrand Demiddeleer
- Lucia Dewolfs
- Diederik Dunon
- Tine Eerlingen
- Steven Elpers
- Marc Florquin
- Lena Ghysels
- Finke Jacobs
- Hilde Kaspers
- Nicolas Kuczynski
- Bart Nevens
- Kris Peeters
- Isabelle Pierreux
- Eddy Poffé
- Tie Roefs
- Ann Schevenels
- Willy Smout
- Sarah Sneyers
- Monique Swinnen
- Louis Tobback
- Joris Van den Cruijce
- Linda Van den Eede
- Geertrui Windels
- Marc Wynants
- Elke Zelderloo
- Walter Zelderloo
Totaal aantal voorstanders: 22
Totaal aantal tegenstanders: 5
Totaal aantal onthoudingen, blanco of ongeldig: 6
Voorstanders
- Manu Claes
- Gunther Coppens
- Walter De Donder
- Ella De Neve
- Tom Dehaene
- Lucia Dewolfs
- Diederik Dunon
- Tine Eerlingen
- Steven Elpers
- Lena Ghysels
- Hilde Kaspers
- Nicolas Kuczynski
- Bart Nevens
- Eddy Poffé
- Ann Schevenels
- Monique Swinnen
- Joris Van den Cruijce
- Linda Van den Eede
- Geertrui Windels
- Marc Wynants
- Elke Zelderloo
- Walter Zelderloo
Tegenstanders
- Bertrand Demiddeleer
- Marc Florquin
- Kris Peeters
- Willy Smout
- Louis Tobback
Onthoudingen, blanco of ongeldig
- Luka Augustijns
- Stef Boogaerts
- Finke Jacobs
- Isabelle Pierreux
- Tie Roefs
- Sarah Sneyers
Met als gevolg,
goedgekeurd
De leden van de raad stemmen openbaar
voorstel nr. 69 - artikel 5
Aanwezigen tijdens de stemming
- Luka Augustijns
- Stef Boogaerts
- Manu Claes
- Gunther Coppens
- Walter De Donder
- Ella De Neve
- Tom Dehaene
- Bertrand Demiddeleer
- Lucia Dewolfs
- Diederik Dunon
- Tine Eerlingen
- Steven Elpers
- Marc Florquin
- Lena Ghysels
- Finke Jacobs
- Hilde Kaspers
- Nicolas Kuczynski
- Bart Nevens
- Kris Peeters
- Isabelle Pierreux
- Eddy Poffé
- Tie Roefs
- Ann Schevenels
- Willy Smout
- Sarah Sneyers
- Monique Swinnen
- Louis Tobback
- Joris Van den Cruijce
- Linda Van den Eede
- Geertrui Windels
- Marc Wynants
- Elke Zelderloo
- Walter Zelderloo
Effectieve stemmers
- Luka Augustijns
- Stef Boogaerts
- Manu Claes
- Gunther Coppens
- Walter De Donder
- Ella De Neve
- Tom Dehaene
- Bertrand Demiddeleer
- Lucia Dewolfs
- Diederik Dunon
- Tine Eerlingen
- Steven Elpers
- Marc Florquin
- Lena Ghysels
- Finke Jacobs
- Hilde Kaspers
- Nicolas Kuczynski
- Bart Nevens
- Kris Peeters
- Isabelle Pierreux
- Eddy Poffé
- Tie Roefs
- Ann Schevenels
- Willy Smout
- Sarah Sneyers
- Monique Swinnen
- Louis Tobback
- Joris Van den Cruijce
- Linda Van den Eede
- Geertrui Windels
- Marc Wynants
- Elke Zelderloo
- Walter Zelderloo
Totaal aantal voorstanders: 22
Totaal aantal tegenstanders: 3
Totaal aantal onthoudingen, blanco of ongeldig: 8
Voorstanders
- Manu Claes
- Gunther Coppens
- Walter De Donder
- Ella De Neve
- Tom Dehaene
- Lucia Dewolfs
- Diederik Dunon
- Tine Eerlingen
- Steven Elpers
- Lena Ghysels
- Hilde Kaspers
- Bart Nevens
- Eddy Poffé
- Ann Schevenels
- Willy Smout
- Monique Swinnen
- Joris Van den Cruijce
- Linda Van den Eede
- Geertrui Windels
- Marc Wynants
- Elke Zelderloo
- Walter Zelderloo
Tegenstanders
- Bertrand Demiddeleer
- Marc Florquin
- Louis Tobback
Onthoudingen, blanco of ongeldig
- Luka Augustijns
- Stef Boogaerts
- Finke Jacobs
- Nicolas Kuczynski
- Kris Peeters
- Isabelle Pierreux
- Tie Roefs
- Sarah Sneyers
Met als gevolg,
goedgekeurd
De leden van de raad stemmen openbaar
voorstel nr. 69 - artikel 6
Aanwezigen tijdens de stemming
- Luka Augustijns
- Stef Boogaerts
- Manu Claes
- Gunther Coppens
- Walter De Donder
- Ella De Neve
- Tom Dehaene
- Bertrand Demiddeleer
- Lucia Dewolfs
- Diederik Dunon
- Tine Eerlingen
- Steven Elpers
- Marc Florquin
- Lena Ghysels
- Finke Jacobs
- Hilde Kaspers
- Nicolas Kuczynski
- Bart Nevens
- Kris Peeters
- Isabelle Pierreux
- Eddy Poffé
- Tie Roefs
- Ann Schevenels
- Willy Smout
- Sarah Sneyers
- Monique Swinnen
- Louis Tobback
- Joris Van den Cruijce
- Linda Van den Eede
- Geertrui Windels
- Marc Wynants
- Elke Zelderloo
- Walter Zelderloo
Effectieve stemmers
- Luka Augustijns
- Stef Boogaerts
- Manu Claes
- Gunther Coppens
- Walter De Donder
- Ella De Neve
- Tom Dehaene
- Bertrand Demiddeleer
- Lucia Dewolfs
- Diederik Dunon
- Tine Eerlingen
- Steven Elpers
- Marc Florquin
- Lena Ghysels
- Finke Jacobs
- Hilde Kaspers
- Nicolas Kuczynski
- Bart Nevens
- Kris Peeters
- Isabelle Pierreux
- Eddy Poffé
- Tie Roefs
- Ann Schevenels
- Willy Smout
- Sarah Sneyers
- Monique Swinnen
- Louis Tobback
- Joris Van den Cruijce
- Linda Van den Eede
- Geertrui Windels
- Marc Wynants
- Elke Zelderloo
- Walter Zelderloo
Totaal aantal voorstanders: 22
Totaal aantal tegenstanders: 0
Totaal aantal onthoudingen, blanco of ongeldig: 11
Voorstanders
- Manu Claes
- Gunther Coppens
- Walter De Donder
- Ella De Neve
- Tom Dehaene
- Lucia Dewolfs
- Diederik Dunon
- Tine Eerlingen
- Steven Elpers
- Lena Ghysels
- Hilde Kaspers
- Nicolas Kuczynski
- Bart Nevens
- Eddy Poffé
- Ann Schevenels
- Monique Swinnen
- Joris Van den Cruijce
- Linda Van den Eede
- Geertrui Windels
- Marc Wynants
- Elke Zelderloo
- Walter Zelderloo
Onthoudingen, blanco of ongeldig
- Luka Augustijns
- Stef Boogaerts
- Bertrand Demiddeleer
- Marc Florquin
- Finke Jacobs
- Kris Peeters
- Isabelle Pierreux
- Tie Roefs
- Willy Smout
- Sarah Sneyers
- Louis Tobback
Met als gevolg,
goedgekeurd
De leden van de raad stemmen openbaar
voorstel nr. 69
Aanwezigen tijdens de stemming
- Luka Augustijns
- Stef Boogaerts
- Manu Claes
- Gunther Coppens
- Walter De Donder
- Ella De Neve
- Tom Dehaene
- Bertrand Demiddeleer
- Lucia Dewolfs
- Diederik Dunon
- Tine Eerlingen
- Steven Elpers
- Marc Florquin
- Lena Ghysels
- Finke Jacobs
- Hilde Kaspers
- Nicolas Kuczynski
- Bart Nevens
- Kris Peeters
- Isabelle Pierreux
- Eddy Poffé
- Tie Roefs
- Ann Schevenels
- Willy Smout
- Sarah Sneyers
- Monique Swinnen
- Louis Tobback
- Joris Van den Cruijce
- Linda Van den Eede
- Geertrui Windels
- Marc Wynants
- Elke Zelderloo
- Walter Zelderloo
Effectieve stemmers
- Luka Augustijns
- Stef Boogaerts
- Manu Claes
- Gunther Coppens
- Walter De Donder
- Ella De Neve
- Tom Dehaene
- Bertrand Demiddeleer
- Lucia Dewolfs
- Diederik Dunon
- Tine Eerlingen
- Steven Elpers
- Marc Florquin
- Lena Ghysels
- Finke Jacobs
- Hilde Kaspers
- Nicolas Kuczynski
- Bart Nevens
- Kris Peeters
- Isabelle Pierreux
- Eddy Poffé
- Tie Roefs
- Ann Schevenels
- Willy Smout
- Sarah Sneyers
- Monique Swinnen
- Louis Tobback
- Joris Van den Cruijce
- Linda Van den Eede
- Geertrui Windels
- Marc Wynants
- Elke Zelderloo
- Walter Zelderloo
Totaal aantal voorstanders: 22
Totaal aantal tegenstanders: 3
Totaal aantal onthoudingen, blanco of ongeldig: 0
Voorstanders
- Stef Boogaerts
- Manu Claes
- Gunther Coppens
- Walter De Donder
- Ella De Neve
- Tom Dehaene
- Lucia Dewolfs
- Diederik Dunon
- Tine Eerlingen
- Steven Elpers
- Lena Ghysels
- Hilde Kaspers
- Bart Nevens
- Eddy Poffé
- Ann Schevenels
- Monique Swinnen
- Joris Van den Cruijce
- Linda Van den Eede
- Geertrui Windels
- Marc Wynants
- Elke Zelderloo
- Walter Zelderloo
Tegenstanders
- Kris Peeters
- Isabelle Pierreux
- Willy Smout
Met als gevolg,
goedgekeurd
Openbare titel besluit:
Definitieve vaststelling Beleidsplan Ruimte Vlaams-Brabant
Korte openbare beschrijving:
Voorstel nr. 69
Provincie Vlaams-Brabant,
Gelet op artikel 42 § 1 van het provinciedecreet;
Gelet op het provinciaal ruimtelijk structuurplan Vlaams-Brabant, definitief vastgesteld door de provincieraad op 11 mei 2004 en het besluit van de provincieraad van 29 juni 2004 tot aanvulling van het besluit van 11 mei 2004, wat de toepassing betreft van het artikel 188bis van het decreet van 18 mei 1999 betreffende de organisatie van de ruimtelijke ordening en het addendum inzake de actualisatie en de beperkte herziening van het ruimtelijk structuurplan Vlaams-Brabant, definitief vastgesteld door de provincieraad op 19 juni 2012;
Gelet op de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, inzonderheid artikel 2.1.1 tot en met artikel 2..4 en artikel 2.1.8 tot en met artikel 2.1.10;
Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 30 maart 2018 tot bepaling van nadere regels
voor de opmaak, de vaststelling en de herziening van ruimtelijke beleidsplannen en tot wijziging
van diverse besluiten van de Vlaamse regering in het kader van de regeling van de ruimtelijke
beleidsplanning, zoals gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 25 april 2018;
Gelet op de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, inzonderheid artikel 2.1.8, § 2, eerste lid, 4°, dat stelt dat de provincieraad het ontwerp van provinciaal beleidsplan ruimte definitief vaststelt;
Gelet op de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, inzonderheid artikel 2.1.8. §2 VCRO dat bepaalt dat de provincieraad bij de definitieve vaststelling onderdelen van gemeentelijke beleidskaders kan omschrijven of aanduiden die niet meer geldig zijn na het inwinnen van het advies van de betrokken gemeenteraad;
Overwegende dat de juridische bepalingen met betrekking tot de ruimtelijke beleidsplanning sinds 5 mei 2018 in werking getreden zijn;
Overwegende dat met de modernisering van de beleidsplanning het ruimtelijk beleidsplan als planfiguur ingevoerd werd, als opvolger van het ruimtelijk structuurplan;
Overwegende dat het systeem van beleidsplanning voorziet in een ruimtelijk beleidsplan op Vlaams, provinciaal en gemeentelijk niveau;
Overwegende dat de provincieraad op 27 februari 2018 de Visienota Ruimte ‘Kernnota’ goedkeurde als bouwsteen voor het toekomstige provinciale beleidsplan ruimte;
Overwegende dat de deputatie in haar beleidsverklaring 2020-2025 stelde dat het vernieuwde provinciaal beleid van de in 2018 goedgekeurde ‘Kernnota’ juridisch verankerd zal worden in een provinciaal beleidsplan Ruimte Vlaams-Brabant;
Overwegende het besluit van de provincieraad van 19 maart 2019 tot de opmaak van een provinciaal beleidsplan Ruimte als start van de officiële procedure voor de opmaak van het provinciaal beleidsplan Ruimte Vlaams-Brabant;
Overwegende dat de ‘conceptnota’ voor het provinciaal beleidsplan Ruimte Vlaams-Brabant werd goedgekeurd door de deputatie in zitting van 9 mei 2019 en vervolgens ter kennisgeving werd voorgelegd aan de provincieraad (4 juni 2019);
Overwegende dat de Vlaamse administratie en de gemeentebesturen werden geraadpleegd over de ‘conceptnota’ voor het provinciaal beleidsplan ruimte en dat de publieke raadpleging over de ‘conceptnota’ voor het provinciaal beleidsplan ruimte Vlaams-Brabant liep van 1 december 2019 tot en met 14 februari 2020 conform art 23 van het uitvoeringbesluit van 30 maart 2018 tot bepaling van de nadere regels voor de opmaak van de ruimtelijk beleidsplanning;
Overwegende dat hierin ook de consultatieronde over de kennisgevingsnota voor de strategisch milieueffectrapportage over het beleidsplan werd meegenomen;
Overwegende dat op 9 juli 2020 de deputatie de opdracht gaf de ‘conceptnota’ te herwerken op basis van de reacties uit de publieke consultatie tot een ‘voorontwerp' voor het provinciaal beleidsplan Ruimte Vlaams-Brabant met het oog op de verdere interbestuurlijke afstemming om te komen tot een ‘ontwerp’ beleidsplan Ruimte dat kan voorgesteld worden aan de provincieraad ter voorlopige vaststelling;
Overwegende dat om te komen tot een gedragen ‘ontwerp’ er werd gewerkt in 2 opeenvolgende stappen waarbij in de ‘voorontwerp’-fase twee maal advies werd gevraagd aan de gemeenten, het Vlaamse departement Omgeving en de PROCORO:
in stap 1 werd een plenaire adviesronde georganiseerd over een 1ste voorontwerp zoals goedgekeurd door deputatie op 19 november 2020;
dit 1ste ‘voorontwerp’ werd op basis van de adviezen bijgestuurd tot een 2de ‘voorontwerp’;
in stap 2 werd een 2de plenaire overlegronde georganiseerd over een 2de ‘voorontwerp’ zoals goedgekeurd door deputatie 9 december 2021;
Overwegende dat de plenaire raadpleging over het 1ste voorontwerp voor het provinciaal beleidsplan Ruimte Vlaams-Brabant liep van 1 februari tot en met 1 mei 2021 conform art. 22 van het uitvoeringbesluit van 30 maart 2018 tot bepaling van de nadere regels voor de opmaak van de ruimtelijk beleidsplanning;
Overwegende dat na overweging van de reacties uit deze plenaire overlegronde, de informele raadpleging van de gemeenten over de kernenselecties én de aandachtpunten uit het (voor)ontwerp van MilieuEffectenRapport concrete bijsturingen op het 1ste voorontwerp werden gedaan om te komen tot een 2de ‘voorontwerp’;
Overwegende dat een 2de plenaire raadpleging over het 2de voorontwerp voor het provinciaal beleidsplan Ruimte Vlaams-Brabant liep van 15 januari tot en met 16 maart 2022 conform art. 22 van het uitvoeringbesluit van 30 maart 2018 tot bepaling van de nadere regels voor de opmaak van de ruimtelijk beleidsplanning;
Overwegende dat in de 1ste en 2de plenaire overlegronde samen 54 gemeenten advies uitbrachten;
Overwegende dat de Vlaamse administratie op 29 april 2021 én op 16 maart 2022 een schriftelijk advies uitbracht;
Overwegende dat advies gevraagd werd aan de PROCORO conform art. 21 van het uitvoeringbesluit van 30 maart 2018 tot bepaling van de nadere regels voor de opmaak van de ruimtelijk beleidsplanning;
Overwegende dat de PROCORO in zittingen van 26 april 2021 én van 28 maart 2022 een advies uitbracht;
Overwegende dat in de voorontwerpfase door het Vlaamse departement Omgeving, team MER ook adviezen gevraagd werden over de(voor)ontwerpversie van het plan-MER in de periode van 26 oktober tot en met 25 november 2021 met als doel de opmerkingen op het (voor)ontwerp van MER mee te kunnen nemen en te verwerken in het aangevulde ontwerp-MER om vervolgens samen met het ontwerp beleidsplan in openbaar onderzoek te gaan;
Overwegende dat 2 adviezen (VMM, MOW) ook opmerkingen omvatten met betrekking tot het ‘voorontwerp’ zelf en deze adviezen daarom ook werden overwogen en behandeld naar aanleiding van de 2de plenaire adviesronde;
Overwegende dat de deputatie na behandeling van alle reacties uit de twee plenaire overlegrondes concrete bijsturingen heeft doorgevoerd om te komen tot een ‘ontwerp’ van provinciaal beleidsplan Ruimte Vlaams-Brabant;
Overwegende dat de provincieraad het 'ontwerp' voor het provinciaal beleidsplan Ruimte Vlaams-Brabant en het bijhorende 'ontwerp van de milieu-effectenrapportage' voorlopig heeft vastgesteld in zitting van 11 oktober 2022;
Overwegende dat bij besluit van 18 augustus 2022 de deputatie de opdracht gaf aan de dienst provinciale Ruimtelijke Planning om – na de voorlopige vaststelling door de provincieraad – het openbaar onderzoek te organiseren over het 'ontwerp' voor het provinciaal beleidsplan Ruimte Vlaams-Brabant en het bijhorende 'ontwerp van de milieu-effectenrapportage' overeenkomstig artikel 2.1.8, § 2, eerste lid, 3°, van de VCRO;
Overwegende d at het openbaar onderzoek over het 'ontwerp' voor het provinciaal beleidsplan Ruimte Vlaams-Brabant en het bijhorende 'ontwerp van de milieu-effectenrapportage' in het Belgisch Staatsblad aangekondigd werd op 27 oktober 2022;
Overwegende dat het openbaar onderzoek tevens werd aangekondigd in de dagbladen 'De Morgen' (16/11/2022), ‘De Standaard’ (16/11/2022) en 'Het Nieuwsblad' (16/11/2022);
Overwegende d at het ‘ontwerp’ werd neergelegd ter inzage en de aankondiging uitgehangen in het provinciehuis en in het gemeentehuizen van de Vlaams-Brabantse gemeenten, waar het publiek ervan kennis kon nemen tijdens de normale werkdagen en openingstijden en dit gedurende de voorgeschreven termijn van 90 kalenderdagen vanaf 1 december 2022;
Overwegende dat alle documenten door het publiek ter kennis worden genomen via de volgende webpagina: www.ruimtevoorvlaamsbrabant.be alsook via de gemeentelijke websites;
Overwegende dat het openbaar onderzoek over het 'ontwerp' voor het provinciaal beleidsplan Ruimte Vlaams-Brabant en het bijhorende 'ontwerp van de milieu-effectenrapportage' liep van 1 december 2022 tot en met 1 maart 2023;
Overwegende dat opmerkingen of bezwaren op het ‘ontwerp’ van Beleidsplan en het ‘ontwerp van milieueffectenrapportage’ schriftelijk konden bezorgd worden uiterlijk 1 maart 2023 op volgende manieren:
per e-mail aan ruimtelijkeplanning@vlaamsbrabant.be;
per aangetekend schrijven aan de deputatie van de provincie Vlaams-Brabant, Provincieplein 1, 3010 Leuven
door afgifte tegen ontvangstbewijs op het Provinciehuis, Provincieplein 1, 3010 Leuven
door afgifte tegen ontvangstbewijs op het gemeentehuis in elke gemeente van Vlaams-Brabant
door een reactie via het digitale participatieplatform op www.ruimtevoorvlaamsbrabant.be;
Overwegende dat het openbaar onderzoek werd afgesloten op 1 maart 2023 ’s avonds;
Gelet op art. 25 van het ‘Besluit van de Vlaamse Regering tot bepaling van nadere regels voor de opmaak, de vaststelling en de herziening van ruimtelijke beleidsplannen en tot wijziging van diverse besluiten van de Vlaamse Regering in het kader van de regeling van de ruimtelijke beleidsplanning’ konden reacties uiterlijk de laatste dag van het openbaar onderzoek aan de deputatie bezorgd worden op de wijze hierboven vermeld;
Overwegende dat reacties ook uiterlijk de laatste dag van het openbaar onderzoek op het gemeentehuis van elke gemeente in de provincie konden worden afgegeven tegen ontvangstbewijs. De gemeente kon de reacties uiterlijk binnen een week na het openbaar onderzoek aan de deputatie te bezorgen, i.e. ten laatste op 9 maart 2023. Met reacties die laattijdig aan de deputatie worden bezorgd, moet krachtens art. 25 geen rekening worden gehouden;
Overwegende dat tijdens de termijn van het openbaar onderzoek in totaal 307 reacties werden ingediend, met name 255 bezwaarschriften van burgers (238), verenigingen en bedrijven (17) en 52 adviezen van adviesinstanties (15) en gemeentebesturen (37);
Overwegende dat de deputatie op 23 maart 2023 kennis nam van de adviezen en bezwaren die tijdens het openbaar onderzoek werden uitgebracht over het ontwerp van Provinciaal Beleidsplan Ruimte Vlaams-Brabant en het ontwerp van plan-MER;
Overwegende dat de deputatie op 23 maart 2023 besliste de termijn, zoals bedoeld in artikel 28 §2 van het uitvoeringsbesluit, te verlengen met 60 dagen, waardoor de termijn voor de definitieve vaststelling van het plan verlengd wordt tot 210 dagen na het einde van het openbaar onderzoek, met name tot 27 september 2023;
Overwegende dat de deputatie in zitting van 23 maart 2023 besliste de adviezen en bezwaren die tijdens het openbaar onderzoek werden uitgebracht over het ontwerp van Provinciaal Beleidsplan Ruimte Vlaams-Brabant over te maken aan de provinciale commissie voor ruimtelijke ordening. De adviezen en bezwaren werden aan de provinciale commissie voor ruimtelijke ordening (PROCORO) overgemaakt naar aanleiding van de PROCORO-zitting van 27 maart 2023;
Overwegende dat de deputatie in zitting van 13 april 2023 ook formeel verslag uitbracht over het openbaar onderzoek bij de provinciale commissie voor ruimtelijke ordening, conform artikel 28 §2 van het uitvoeringsbesluit d.d. 30 maart 2018 met de nadere regels voor de opmaak van ruimtelijke beleidsplannen. Van dit verslag werd kennis genomen door de provinciale commissie voor ruimtelijke ordening in zitting van 17 april 2023;
Overwegende dat de provinciale commissie voor ruimtelijke ordening in zitting van 24 april 2023 advies uitbracht over het gevolg dat het best gegeven kan worden aan de reacties uit het openbaar onderzoek. Het advies doet een voorstel tot een aantal wijzigingen aan het ‘ontwerp’ van Beleidsplan Ruimte Vlaams-Brabant om te komen tot een definitief plan;
Overwegende dat de provincieraad het advies van de provinciale commissie voor ruimtelijke ordening én de voorgestelde wijzigingen volledig onderschrijft;
Overwegende dat de deputatie, na juridisch advies in te winnen, voorstelt om in antwoord op de reactie van de Beroepsvereniging van de VastgoedSector & Embuild Vlaanderen nog volgende bijkomende elementen aan te brengen bovenop de behandeling van deze reactie vanuit de provinciale commissie voor ruimtelijke ordening:
Er moet rekening worden gehouden met het gegeven dat het provinciaal ruimtelijk beleidsplan het eerste beleidsplan is op dat niveau en er ook nog geen beleidsplan ruimte Vlaanderen is. In die zin moet worden onderlijnd dat, aangezien dit eerste beleidsplan op het betrokken planningsniveau het ruimtelijk structuurplan integraal vervangt, moet worden gestart met een visie en een consistente set van beleidskaders die toelaat om het structuurplan achter zich te laten en waardoor er voldoende houvast is voor het concrete ruimtelijke ordeningsbeleid;
Er moet op gewezen dat er nog geen Ruimtelijk beleidsplan Vlaanderen is, maar dat er wordt geconformeerd naar de strategische visie van dat beleidsplan. De gemeenschappelijke uitgangspunten zijn ook terug te vinden in het Beleidsplan Ruimte Vlaanderen (BRV), dat in opmaak is. Het Vlaams ruimtelijk beleid zet in op ‘de ruimte transformeren’. Zo wil men het bestaande ruimtebeslag beter benutten en de open ruimte maximaal vrijwaren. We respecteren en onderschrijven de Vlaamse ambitie en de Vlaamse doelstellingen en ruimtelijke principes uit het BRV. Huidig beleidsplan vertoont grote overeenkomsten met de Vlaamse strategische visie. Toch blijft het zinvol om de ambitie en principes ook in het beleidsplan Vlaams-Brabant neer te schrijven zodat ze steeds een toetsingskader vormen bij de ruimtelijke afwegingen die de provincie maakt, met eigen accenten en de door de provincie Vlaams-Brabant geambieerde doelstellingen. Deze zijn specifiek toegepast op de uitdagingen en noden in de provincie.
Er wordt voldoende vrijheid gelaten voor maatwerk aan de gemeenten. Het provinciaal ruimtelijk beleidsplan zet in op een sturende en ondersteunende rol naar de gemeenten. De gemeenten kunnen de strategische visie in hun eigen beleidsplannen beknopt houden en hebben de mogelijkheid zich vooral te wijden aan beleidskaders die zich inpassen in het beleid dat uitgetekend is in een beleidsplan op hoger niveau.
Zoals reeds meerdere malen aangegeven in antwoord op dit bezwaarschrift dient erop gewezen te worden dat een beleidsplan wettelijk nooit rechtstreeks doorwerking kan vinden binnen vergunningsverlening. Het beleidsplan ruimte kan inderdaad niet zomaar algemeen beperkingen opleggen. Dat doet het beleidsplan ook niet. Het beleidsplan bepaalt geen zones of bijkomende regels voor de inplanting van kleinhandel of kantoren. Het beleidsplan omvat wel een aantal ruimtelijke principes en beleidslijnen waaraan eventuele provinciale verordeningen of provinciale ruimtelijke uitvoeringplannen moeten voldoen als het gaat over detailhandel en kantoren. Elke inplanting van nieuwe vestigingen voor detailhandel en kantoren moet voldoen aan de ‘goede ruimtelijke ordening’ en zal dus steeds ‘selectief’ zijn. Het zonder ruimtelijke afweging inplanten van detailhandel en kantoren is binnen de bestaande wettelijke kaders niet aan de orde. Het beleidsplan verandert daar niets aan. Daar waar een provinciaal RUP of verordening de inplanting van bijkomende detailhandel of kantoren wil mogelijk maken zal dat plan rekening moeten houden met een aantal ruimtelijk principes zoals in het beleidsplan opgenomen. Het beleidsplan schendt de Dienstenrichtlijn niet. Beperkingen kunnen enkel worden opgelegd met aftoetsing van artikel 15 van de Dienstenrichtlijn geval per geval. Dit zal moeten worden getoetst bij de opmaak van eventuele RUP’s op provinciaal niveau.
Wel wordt erkend dat in dit verband het beleid wel verduidelijkt kan worden en gekoppeld aan een voorbehoud over toepassing van de Dienstenrichtlijn bij de individuele RUP’s. Er wordt ook erkend dat een aantal tekstdelen de verkeerdelijke indruk wekken dat het beleidsplan rechtstreeks beperkingen invoert met doorwerking in de vergunningsverlening. Deze tekstdelen worden bijgestuurd om deze indruk te vermijden. In dat verband wordt ook op p 113 de zinsnede ‘concurrentie voor de handel in de steden’ vervangen door ‘leegstand van handelspanden in de steden’ omdat dit het concrete ruimtelijke neveneffect is waarop in deze tekst wordt gedoeld.
De Dienstenrichtlijn is niet van toepassing nu een beleidsplan niet rechtstreeks gericht is naar de dienstverrichter, niet uitsluitend tot dienstverrichters gericht is maar naar iedereen en dit énkel om redenen van ruimtelijke ordening, met name is het doel gelegen in het tegengaan van leegstand, het tegengaan van aansnijding van de open ruimte en versnippering en op mobiliteitsredenen. De richtlijn is namelijk alleen van toepassing op eisen met betrekking tot de toegang tot of de uitoefening van een dienstenactiviteit.
In ieder geval moet worden onderlijnd dat het beleidsplan geen vergunningsstelsels of eisen in de zin van de dienstenrichtlijn voorschrijft. Echter, om enige discussie daaromtrent te vermijden, moet worden opgemerkt dat de Dienstenrichtlijn niet geschonden zou zijn, zelf al zou het beleidsplan onder het toepassingsgebied ervan vallen en bijvoorbeeld als eis worden gezien.
In het beleidsplan wordt enkel opgenomen dat grootschalige detailhandel indien deze geïsoleerd voorkomt (zoals kleinhandelslinten of perifere clusters) enkele jammerlijke neveneffecten heeft: leegstand van handelspanden in de steden, auto afhankelijkheid, versnippering van de open ruimte… Om dit tegen te gaan moet de verdere aangroei ervan buiten de steden worden afgebouwd. Tenzij het gaat om detailhandel die veel ruimte nodig heeft, die complementair is en waarvoor in de kernwinkelgebieden geen plaats kan worden gevonden.
Welnu, het beleidsplan omvat geen verboden eisen zoals opgenomen in art. 14 van de Dienstenrichtlijn.
Het beleidsplan omvat ook geen eisen zoals opgesomd in artikel 15. Er wordt bijvoorbeeld geen kwantitatieve beperking opgelegd, noch een territoriale beperking, met name op basis van de bevolkingsomvang of de geografische minimumafstand tussen de dienstverrichters. Er wordt enkel gesteld dat perifere detailhandel negatieve neveneffecten geeft inzake leegstand van handelspanden in de steden, auto-afhankelijkheid en versnippering van de open ruimte, maar dit betreft enkel overwegingen voor de goede ruimtelijke ordening.
Het betreft geen discriminatoire regel omdat deze van toepassing is op eenieder ongeacht nationaliteit of de plaats van de maatschappelijke zetel en houdt geen verbod in. Het beleidsplan stelt enkel voorkeuren voorop, waarbij gemotiveerd, in het kader van de opmaak van bijvoorbeeld ruimtelijke plannen, moet worden rekening mee gehouden en hetgeen verder moet worden onderzocht en afgetoetst moet worden aan de Dienstenrichtlijn, voor zover het later plan onder het toepassingsgebied ervan valt. Deze visie en beleidskaders zijn noodzakelijk om de doelstellingen te kunnen bereiken op vlak van klimaat (minder mobiliteit en alternatieve vervoersmodi mogelijk en versnippering), mobiliteit, verdichting (geen versnippering van de onaangesneden ruimte) en om leegstand te vermijden. Deze visie en beleidskaders zijn evenredig in die zin dat het niet om een verbod gaat, maar om een aandachtspunt en een streven naar, dat niet doorwerkt naar de dienstverlener zelf want geen verordenende of bindende kracht heeft en waar zelfs middels andere beleidsplannen of middelen kan van worden gemotiveerd afgeweken.
Overwegende dat de deputatie in antwoord op de reactie van de Beroepsvereniging van de VastgoedSector & Embuild, na juridisch advies in te winnen, nog volgende bijkomende wijzigingen voorstelt om door te voeren om te komen tot een definitief ‘Beleidsplan Ruimte Vlaams-Brabant’:
Toevoeging op p13 van het ontwerpplan in de ‘Inleiding’ van een bijkomende paragraaf:
“Natuurlijk is de kijk over de grenzen van gemeenten heen nuttig en noodzakelijk om ruimtelijke keuzes te maken en afstemming te zoeken tussen bovenlokale en lokale ontwikkelingen. Zelf gebruikt de provincie de inhoud van het Beleidsplan Ruimte als basis bij het adviseren van gemeentelijke planningsprocessen. Het biedt ook een referentiekader voor gemeentebesturen. We vragen dat gemeenten mee hun schouders zetten onder de gemeenschappelijke ambitie en de inhoud van dit Beleidsplan Ruimte Vlaams-Brabant, en de inhoudelijke lijnen doorvertalen in hun eigen (inter-) gemeentelijke beleidsplannen. Zo kunnen we samen naar oplossingen zoeken, op maat van elk gebied.”
Tekstuele aanpassing op p113, onder ‘duurzame detailhandelscluster’ als volgt:
“Grootschalige detailhandel heeft, indien deze geïsoleerd voorkomt (zoals kleinhandelslinten of perifere clusters) enkele jammerlijke neveneffecten:
concurrentie voor de handel in de stedenleegstand van handelspanden in de kernen, autoafhankelijkheid, versnippering van de open ruimte… Om dit tegen te gaan moet de verdere aangroei ervan buiten de steden worden afgebouwd. Tenzij het gaat om detailhandel die veel ruimte nodig heeft, die complementair is en waarvoor in de kernwinkelgebieden geen plaats kan worden gevonden.”
Overwegende dat de deputatie verder voorstelt om het ingekort beleidskader ‘Selecties en ontwikkelingsperspectieven’ zoals uitgewerkt bij het advies van de provinciale commissie voor ruimtelijke ordening nog verder aan te vullen met een bijlage waarin de indeling van de kernen in de beleidscategorieën uit het ontwerp van Beleidsplan Ruimte Vlaams-Brabant wordt herwerkt tot een voorzet van kerntypering op basis van de ligging van de verschillende kernen ten opzichte van het openbaar vervoer (knooppuntwaarde) en het bestaande voorzieningenniveau (plaatswaarde). Zo kan door de gemeenten worden verder gebouwd op deze voorzet bij de verdere operationalisering van het Beleidsplan Ruimte. De kernen Hekelgem (Affligem), Oxdonk (Kappelle-op-den-Bos), Poelk (Roosdaal) en Dormaal (Zoutleeuw) worden in deze kernentypering als ‘landelijke dorpskernen’ geselecteerd. Dit betreffen wijzigingen ten opzichte van de kernenselectie zoals opgenomen in het 'ontwerp' voor het provinciaal beleidsplan Ruimte Vlaams-Brabant ten gevolge van de adviezen en bezwaren over deze kernenselectie uitgebracht tijdens het openbaar onderzoek;
Overwegende dat de deputatie over dit voorstel bijkomend juridisch advies heeft ingewonnen en ten gevolge daarvan in de teksten nog extra wordt benadrukt dat overheden onder wiens werkingssfeer respectievelijke bevoegdheden sorteren de volledige vrijheid hebben zelf een invulling uit te werken voor het differentiëren van hun kernen en om te benadrukken dat deze ‘voorzet’ niet moet worden doorvertaald en geen afbreuk doet aan de geldende bevoegdheidsverdelende regels;
Overwegende dat de provincieraad de bijkomende elementen voor de behandeling van de reactie van de Beroepsvereniging van de VastgoedSector & Embuild Vlaanderen én de bijkomende wijzigingen vanuit de deputatie integraal volgt;
Overwegende dat bij de definitieve vaststelling van een beleidsplan en/of beleidskaders ten opzichte van het voorlopig vastgestelde beleidsplan en/of beleidskader wettelijk alleen wijzigingen kunnen worden aangebracht die gebaseerd zijn op of voortvloeien uit reacties op of adviezen of standpunten over het ontwerp ervan;
Overwegende dat de wijzigingen die vanuit het advies van de provinciale commissie voor ruimtelijke ordening en vanuit de deputatie werden voorgesteld zijn doorgevoerd om te komen tot een definitief ‘Beleidsplan Ruimte Vlaams-Brabant’;
Overwegende dat de deputatie voorstelt het Beleidsplan Ruimte Vlaams-Brabant bestaande uit de ‘strategische visie’, 6 thematische ‘beleidskaders’, een beleidskader ‘Selecties en
Ontwikkelingsperspectieven’ en ‘4 krachtlijnen voor actie’ definitief vast te stellen;
Overwegende dat parallel en ondersteunend aan de opmaak van het provinciaal beleidsplan Ruimte Vlaams-Brabant er een plan-MilieuEffectenRapport werd opgemaakt dat de mogelijke effecten inzake milieu in kaart brengt. Over het ‘ontwerp’ van plan-MilieuEffectenRapport werd gelijktijdig een openbaar onderzoek georganiseerd van 1 december 2022 tot en met 1 maart 2023. De opmerkingen over het ontwerp van plan-MilieuEffectenRapport werden overgemaakt aan het Team Omgevingseffecten van het Vlaams Departement Omgeving en de onafhankelijke MER deskundigen en werden in het kader van de procedure voor het van plan-MilieuEffectenRapport opgenomen. De behandeling van deze opmerkingen heeft geleid tot een bijgestuurd en definitief plan-MilieuEffectenRapport;
Overwegende dat bij de definitieve goedkeuring van het Beleidsplan Ruimte door de provincieraad moet worden aangegeven hoe en op welke punten het Beleidsplan rekening heeft gehouden met de bevindingen van de milieueffectrapportage, en wat dus de rol is geweest van de milieueffectrapportage in de besluitvorming van het plan. Deze bespreking is terug te vinden in een bijlage aan de procesnota, en werd ter info ook in bijlage 2 van het MER opgenomen;
Overwegende dat het Team Omgevingseffecten van het Vlaams Departement Omgeving het definitief plan-MilieuEffectenRapport heeft goedgekeurd op 7 juli 2023;
Overwegende dat de colleges van burgemeester en schepenen van Tremelo, Kraainem, Opwijk, Tervuren en Sint-Genesius-Rode hebben gevraagd om onderdelen van hun gemeentelijke ruimtelijke structuurplannen niet meer geldig te verklaren in uitvoering van art. 2.1.8. §2 VCRO;
Overwegende dat krachtens art. 2.1.8. §2 VCRO de provincieraad bij de definitieve vaststelling van het provinciaal Beleidsplan Ruimte onderdelen van gemeentelijke ruimtelijke structuurplannen niet meer geldig kan verklaren, na advies hiervoor te hebben ingewonnen van de betrokken gemeenteraden;
Overwegende dat de provincieraad in zitting van 11 oktober 2022 besliste om het advies te vragen van de gemeenteraden van Tremelo, Kraainem, Opwijk, Tervuren en Sint-Genesius-Rode over het niet meer geldig te verklaren van deze onderdelen van hun gemeentelijke ruimtelijke structuurplannen;
Overwegende dat de gemeenteraden van Tremelo, Kraainem, Opwijk, Tervuren en Sint-Genesius-Rode een gunstig advies hebben uitgebracht over het niet meer geldig te verklaren van deze onderdelen van hun gemeentelijke ruimtelijke structuurplannen;
Overwegende dat de provincieraad op basis van deze gunstige adviezen overgaat tot het niet meer geldig verklaren van deze onderdelen van gemeentelijke ruimtelijke structuurplannen van Tremelo, Kraainem, Opwijk, Tervuren en Sint-Genesius-Rode krachtens art. 2.1.8. §2 VCRO.;
Beslist,
De provincieraad stelt het provinciaal Beleidsplan Ruimte Vlaams-Brabant definitief vast;
De provincieraad verklaart krachtens art. 2.1.8. §2 VCRO volgende onderdelen van het gemeentelijke ruimtelijke structuurplan van Opwijk, zoals goedgekeurd door de deputatie op 10 november 2016, niet meer geldig:
de zinsnede op pagina 179 van het Bindend gedeelte "De woonuitbreidingsgebieden blijven bewaard als reserve met uitzondering van Korruit waar de gemeenteraad op 22/9/2011 en 23/6/2015 besliste deze als compensatie te gebruiken in functie van een inname van herbevestigd agrarisch gebied";
De provincieraad verklaart krachtens art. 2.1.8. §2 VCRO volgende onderdelen van het gemeentelijke ruimtelijke structuurplan van Tremelo, zoals goedgekeurd door de deputatie op 08 maart 2012, niet meer geldig:
P 94, richtinggevend gedeelte , 1.2 Gewenste rol van Tremelo, Tremelo voorziet in hoogwaardige groene woonomgevingen met concentratie binnen de kernen, de tekstdelen en zinsnedes p 94
de eindlettergreep ‘en’ van het woord ‘kernen’ in de titel
de zin ‘Het aanbod hoogwaardige woonomgevingen wordt voorzien binnen de voorziene woonzones met respect en behoud voor het groene karakter. Concentraties en hogere dichtheden worden nagestreefd binnen de kernen, hiervoor kunnen woonuitbreidingsgebieden nabij de kern gefaseerd in aanmerking komen.’
de eindlettergreep ‘en’ van het woord ‘kernen’ in de tekst
P 96, richtinggevend gedeelte , 2.1 Algemene basisdoelstellingen, Versterken van de diversiteit en tegengaan van vervlakking, de zin ‘In het bijzonder vormt de driedeling tussen het Tremelo’s woonpark, de Laakvallei en het woonraster in Baal de basis voor de verdere uitwerking van de gewenste ruimtelijke structuur.’
P 96, richtinggevend gedeelte , 2.1 Algemene basisdoelstellingen, het volledige tekstdeel inzake ‘Beleidsmatig gestuurde inbreiding van de woonbossen en rasterlinten en versterking van karakteristieke kenmerken en potenties van de kernen’
P 96, richtinggevend gedeelte , 2.1 Algemene basisdoelstellingen, Ontwikkelingsmogelijkheden bieden aan Tremelo-kern ter realisatie van een kwaliteitsvol centrum, de zinsnede ‘…voor de opvang van behoeften aan multifunctionele sportgelegenheid,’
P 99, richtinggevend gedeelte , 2.2.2 Bebouwde structuur, het volledige tekstdeel inzake ‘Het woonpark in de ruime zin, optimaliseren en het groene karakter ervan behouden en versterken.’ Inclusief de bijhorende voetnoot 34
P 99, richtinggevend gedeelte , 2.2.3 Recreatieve structuur, het volledige tekstdeel inzake ‘Recreatieve concentratie en invulling van behoeften in het centrum van Tremelo’
P 104, richtinggevend gedeelte , 3.2.1 Gewenste nederzettingsstructuur, Het bundelen van bebouwing en voorzieningen in de kernen, de tekstdelen en zinsnedes p 104
de eindlettergreep ‘en’ van het woord ‘kernen’ in de titel
de eindlettergreep ‘en’ van het woord ‘kernen’ in de eerste zin
de zinsnede …‘en Baal’ in de eerste zin
de zin ‘Voor Tremelo, als hoofddorp, geldt wel dat de mogelijkheden ruimer zijn en deze voor Baal, aanvullend op deze van Tremelo.’
de zinsnede…’, aan de behoefte multifunctionele sporthal’ …
P 105, , richtinggevend gedeelte , 3.2.1 Gewenste nederzettingsstructuur,Het bundelen van bebouwing en voorzieningen in de kernen, de zinsnede p 105 ‘Binnen Baal zal aanvullend op de ontwikkeling van het hoofddorp Tremelo ondermeer ook ingezet worden op de ontwikkeling van een socio-culturele invulling. Er zal binnen de kern Baal een evenwicht gezocht worden in dichtheden, opdat open ruimten afgewisseld kunnen worden met hogere dichtheden in gebieden aansluitend op deze open ruimtezones. Hierbij denken we maar aan de ontwikkeling Rozendal, die omschreven kan worden als een ontwikkeling met zeer hoge dichtheid, en aan nog vrij liggende binnengebieden of onontwikkelde zones waarbinnen gewerkt kan worden met afwisselend open ruimte en hogere dichtheden. In het onderdeel ontwikkelingsperspectieven van de deelruimte “kern Baal” zal hierop verder ingegaan worden.’
P 105, , richtinggevend gedeelte , 3.2.1 Gewenste nederzettingsstructuur, Tegengaan van verdere lintbebouwing en ongestructureerde invulling van bebouwbare binnengebieden, de zinsnede p 105 ‘Bij het aansnijden van bebouwbare binnengebieden dient voorafgaandelijk een globaal inrichtingsvoorstel opgemaakt te worden.’
P 106, richtinggevend gedeelte , 3.2.1 Gewenste nederzettingsstructuur, Behoud en versterken van het groene karakter van het woonpark, voetnoot 36 en de zinsnede ‘Toekomstige bouw- en renovatie initiatieven zijn de motor voor het behoud en het versterken van een duurzaam groen karakter van het woonpark in de ruimste zin.’
P 114, richtinggevend gedeelte , 3.2.4 Gewenste recreatieve structuur,het volledige tekstdeel inzake ‘Bundelen van nieuwe sport-, recreatie- en jeugdactiviteiten binnen de kern’
P 116, richtinggevend gedeelte , 4.1 Ontwikkelingsperspectieven van de deelruimten binnen de gemeente Tremelo, de zinsnedes p 115 ‘-de Groene woonnevel’ en ‘ -het Woonraster Baal’ en ‘ Op kaart 32 “Overzichtskaart gewenste ruimtelijke structuur” wordt de algemene visie van de gewenste ruimtelijke structuur voor de gemeente Tremelo visueel beknopt weer gegeven.’
P 116, richtinggevend gedeelte , 4.1.1 KERN TREMELO, Ontwikkelingsperspectieven per deelgebied, de zinsnede p 116 ‘Ontdubbelingszone (roze)‘
P 117, richtinggevend gedeelte , 4.1.1 KERN TREMELO, Ontwikkelingsperspectieven Westzijde dorp, de zinsnede p 117 ‘Daarnaast zal voor het binnengebied Wijnberg en Berkenbosstraat gestreefd worden naar matige dichtheid van gemiddeld 15 wo/ha en vooral open bebouwing. In dit binnengebied zal ook de mogelijkheid geboden worden (voortbouwend op de bestaande toestand) te voorzien in enkele grotere volumes. De invulling van deze volumes mag echter geen afbreuk of afzwakking veroorzaken voor het gespecialiseerde handelscentrum op de centrale as en dienen voldoende aandacht te geven aan goed nabuurschap. Er wordt daar eerder gedacht aan een invulling die aansluit op de bestaande grotere handelszaken langsheen de Kruisstraat. De ontsluiting van invullingen in dit binnengebied dient te gebeuren langsheen de Kruisstraat voor wat betreft het autoverkeer. Voor fiets- en voetgangers worden bij voorkeur vanuit het binnengebied ontsluitingsmogelijkheden voorzien naar zowel de Kruisstraat als de Baalsebaan.‘
P 120-121, richtinggevend gedeelte , 4.1.1 KERN TREMELO, het volledige tekstdeel inzake ‘Ontwikkelingsperspectieven Ontdubbelingszone’, inclusief de figuur p 121
P 123, richtinggevend gedeelte , 4.1.1 KERN TREMELO, Ontwikkelingsperspectieven Kalvenne, de figuur p 123
P 124-127, richtinggevend gedeelte , het volledige hoofdstuk 4.1.2 DE GROENE WOONNEVEL
P 127, richtinggevend gedeelte , 4.1.3 KERN BAAL, de zinsnede p 127 ‘Met deze identiteit in het vooruitzicht en het reeds aanwezige karakter binnen deze kern suggereert de gemeente aan het provinciale niveau een categorisering als woonkern in plaats van als kern-in-het-buitengebied.’
P 128, richtinggevend gedeelte , 4.1.3 KERN BAAL, Ontwikkelingsperspectieven bebouwingstypologie, de zinsnede p 128 ‘Op de noord – zuid as is een verdere verdichting verweven met een sterke functiemengeling wenselijk. Het bestaande handels- en dienstenapparaat kan zich geconcentreerd verder enten op de as. Een combinatie met appartementenbouw behoort tot de mogelijkheden, doch met aandacht voor de bestaande ruimtelijke bebouwingstypologie, zoals bijvoorbeeld geen té grootschalige projecten (die qua typologie eenvormig aanvoelen) zowel qua hoogte als qua aaneengesloten bouwvolume, potentiële doorsteekmogelijkheden voor fiets- en voetgangers kansen bieden, voorzien in voldoende kwaliteitsvolle openbare ruimte als tegengewicht aan hogere dichtheden …. ‘
P 129, richtinggevend gedeelte , 4.1.3 KERN BAAL, Ontwikkelingsperspectieven bebouwingstypologie, de figuur p 129
P 129, richtinggevend gedeelte , 4.1.3 KERN BAAL, Ontwikkelingsperspectieven projectzone socio-cultureel hart met ruimte voor wonen en openbaar groen, de zinsnede p 129 ‘Het sociaal-cultureel hart als een unieke kans om een groen en levend dorpshart te creëren, waarbij de ruime open plek naast het OCMW langsheen de Baalsebaan in de bebouwing garant staat voor het karaktervolle leven van een dorpsgemeenschap, in tegenstelling tot waar de volledige sluiting van dit bebouwingslint een zielloze leegte in de kern zou achterlaten. De OCMW-site zelf met aansluitend de sportzaal in de oude schoolgebouwen kunnen complementair aan de open ruimte verder ontwikkeld worden als socio-culturele site met ruimte voor wonen.’
P 129, richtinggevend gedeelte , 4.1.3 KERN BAAL, Ontwikkelingsperspectieven projectzone socio-cultureel hart met ruimte voor wonen en openbaar groen, de zinsnede p 129-130 de zinsnede ‘ De gronden van het OCMW, oorspronkelijk ten dienste voor de uitbouw van hun sociale voorzieningen en woningen, hebben als grote voordeel dat ze, in handen van een openbaar bestuur zijn, centraal gelegen zijn en één mooi aansluitend geheel vormen. Grondruiloperaties tussen het OCMW en het gemeentebestuur bij de aansnijding van de Kalvenne kunnen onderdeel zijn van de realisatie ervan. Voor de kern van Baal kunnen we op die manier spreken van de realisatie van een multifunctioneel groene openruimte zone met aansluitend een socio-culturele site met ruimte voor wonen, ten dienste van de bevolking. Deze plek vormt mee een groene stapsteen in het ruimere geheel, waaronder de zone van de Parkheidevissers, de terreinen van FC Baal en de zone Parkheide reeds besproken binnen het deelgebied groene woonnevel. De algemeen gewenste ruimtelijke structuur wordt hieronder conceptueel voorgesteld. + de bijhorende figuur p 130’
P 130-&32, richtinggevend gedeelte, het volledige hoofdstuk 4.1.4 WOONRASTER BAAL
P 133, richtinggevend gedeelte, hoofdstuk 4.1.5 DE VERBINDENDE OPEN RUIMTE DRAGER, het volledige tekstdeel inzake de ‘Ontwikkelingsperspectieven woonlinten’
Kaarten 22, 26, 27, 28, 29, 30, 31, 32 uit de Kaartenbundel en de bijhorende verwijzingen naar deze kaarten in het richtinggevend gedeelte.
De provincieraad verklaart krachtens art. 2.1.8. §2 VCRO volgende onderdelen van het gemeentelijke ruimtelijke structuurplan van Kraainem, zoals goedgekeurd door de deputatie op 01 maart 2007, niet meer geldig:
P 7 Richtinggevend deel, onder '1.4.1 Concepten m.b.t. Kraainem Noord & Midden-Stokkel', de zinnen: "Het Pikdorenveld gelegen tussen K. Astridiaan, Wezembeeklaan, de Burburelaan en de bedding van de tramlijn 39 wordt als een strategisch projectgebied beschouwd waar ontwikkelingen worden voorop gesteld in een groen kader. De plannen voor de ontwikkeling van de Wezembeeklaan zijn hier een onderdeel van en moeten eerst worden uitgewerkt alvorens de ontwikkeling van het noordelijk deel van Pikdorenveld kan worden opgestart."
P 22-23 Richtinggevend deel onder '2.2 Gewenste Nederzettingsstructuur - Woonbeleid gericht op de uitbouw van het stedelijk gebied en versterking van de kernen', de zinsnede: "... (bv. Pikdorenveld) …”
P 26 Richtinggevend deel onder '2.2.3 Uitbouwen Kernen Kraainem Noord, Midden en Stokkel Kraainem Midden kwalitatief stedelijk woongebied' de zin: “Ontwikkelen van het Pikdorenveld als kernversterkend project, waarbij de plannen voor de herinrichting van de Wezembeeklaan moeten uitgewerkt zijn alvorens de ontwikkeling van Pikdorenveld noord kan opgestart worden.”
P 30 Richtinggevend deel onder 2.3.1.2 Categorie 2 -Zonevreemde woningen in overige openruimtegebieden', de zinsnede: “de ontwikkelingen dienen afgewogen te worden tegenover de ontwikkeling van het stedelijk project Pikdorenveld;”
P 39 Richtinggevend deel, het volledige tekstdeel inzake ‘2.4.7 Overige gebieden, die op termijn in aanmerking komen voor woningbouw’
P 40 Richtinggevend deel onder '2,5.1.2 Randvoorwaarden ten aanzien van de bovenlokale kleinhandelszone Wezembeeklaan', de zinnen: “Een verdere bespreking van de ontwikkelingsmogelijkheden is opgenomen in hoofdstuk 3 / deelgebied Pikdorenveld. Aangezien het om een strategische ontwikkeling in het stedelijk gebied gaat, vormt het voorstel een suggestie naar de hogere overheid.”
P 50-51 Richtinggevend deel onder 2.8.3.1.1 Scenario 1 / bovenlokaal ontwikkelingsperspectief, de zin: “Een verdere bespreking van de ontwikkelingsmogelijkheden is opgenomen in hoofdstuk 3 / deelgebied Pikdorenveld.”
P 51 Richtinggevend deel onder 2.8.3.1.2 Scenario 2 / lokaal ontwikkelingsperspectief, de zin: “Het lokaal ontwikkelingsperspectief wordt verder besproken in hoofdstuk 3 / deelgebied Pikdorenveld.”
P 57-60 Richtinggevend deel het volledige hoofdstuk 3 inzake ‘GEWENSTE ONTWIKKELING DEELRUIMTEN’
P 5 Bindend deel, in bindende bepaling nr. 14 de zin: “De uitbouw van de handels- en bedrijfsfunctie zowel als de mogelijkheden voor woningbouw voor het deelgebied Pikdorenveld.”
De provincieraad verklaart krachtens art. 2.1.8. §2 VCRO volgende onderdelen van het gemeentelijke ruimtelijke structuurplan van Sint-Genesius-Rode, zoals goedgekeurd door de deputatie op 16 april 2009, niet meer geldig:
P 4 Richtinggevend deel deel 3, Ruimtelijke concepten, onder ‘Groene verbindingszone als drager van de groenstructuur in het woonpark’, de zinnen “Beperkte opsplitsing van bestaande villa’s mogelijk indien de bestaande verhouding bebouwd-onbebouwd blijft gerespecteerd en de beschouwingsdichtheid past binnen de bestemming woonpark.";
P 7 Richtinggevend deel onder ‘4.2 Hoofdruimte 1 ‘Het centraal woongebied – Verdicht woonweefsel met woonpolen en verdichtingsassen’, de zinsnede “enerzijds en anderzijds tussen de dorpskern en het station Den Hoek.”;
P 15 Richtinggevend deel onder ‘5.1.1 Gewenste openruimtestructuur – Het houden en verstreken van een kwalitatief hoogwaardig landschap’, de zinsnede “de typologie van de villa op de ruime kavel moet maximaal behouden blijven en niet verder worden verdicht. Beperkte opdeling in appartementen is mogelijk zolang dit het algemene karakter van het woonparkgebied niet schaadt.”;
P 18 Richtinggevend deel onder ‘5.1.2.4 Gewenste openruimstructuur – Woonparken en verkavelingen’, de zin “Door in deze verkavelingen niet verder te verdichten en de grote percelen in stand te houden kan de natuurlijke waarde van dit gebied vergroot worden.”;
P 20 Richtinggevend deel onder ‘5.1.2.10 Gewenste openruimstructuur – Groen verbindingszone’, de zinnen “Afbakening van zones van zeer lage bouwensiteit (minder dan 5 wooneenheden, per ha)” en “Deze zone zal duidelijker afgebakend worden in de gebiedsgerichte RUP’s Noordelijke woonpark en Zuidelijke woonpark.”;
P 21 Richtinggevend deel onder ‘5.1.3 Gewenste openruimstructuur – Ruimtelijke beleidselementen – Behoud en verstreken groene verbindingszone woonpark’, de zinnen “Door de opmaak van de gebiedsgerichte RUP’s Noordelijke woonpark en Zuidelijke woonpark zal deze groene verbindingszone verder verfijnd worden en zullen ontwikkelingsvoorwaarden bepaald worden.” en “Er zal eerder gestreefd worden naar een geleidelijke overgang tussen groen en wonen gezocht worden hoe grote tuinen en parken maximaal kunnen worden ingezet voor het verstreken van deze groene verbindingszone. In dit RUP zal de nadruk ook liggen op een gedifferentieerde inrichting van deze groenstructuur en in welke mate ook recreatieve functies ( fietsen, wandelen) aan deze groene verbindingszone kunnen worden gekoppeld.”;
P 22 onder Richtinggevend deel ‘5.1.3 Gewenste opruimstructuur -Ruimtelijke beleidselementen – Verstreken ecologische waarde van het openruimtegebied’, de zinnen “De verwervingsgebieden in het Zuidelijke openruimtegebied zullen opgenomen worden in het RUP ‘zuidelijk open ruimtegebied’. Het verwervingsgebied aansluitend op de groene verbindingszone kan opgenomen worden in de gebiedsgerichte RUP’s Noordelijk en Zuidelijk woonpark.”;
P 25, 26 Richtinggevend deel onder ‘5.2.2.1 Gewenste Nederzettingsstructuur – Centraal woongebied’, de woorden “heen twee”, “(appartementering tot maximaal 3 bouwlagen en 3 woonlagen, en op zekere afstand van de as van de laan behoudens lokale uitzonderingen).”, “Lindestraat – Terheydenstraat – Gehuchtstraat- Station Den Hoek: (appartementering tot maximaal 3 bouwlagen en 2 woonlagen, en op zekere afstand van de as van de straat behoudens lokale uitzonderingen en met genoeg garages binnen het gebouw)” ;
P 26 Richtinggevend deel onder ‘5.2.2.3 Gewenste Nederzettingsstructuur – Woonpark’, de woorden “ van de geplande gebiedsgerichte”, “noordelijk woonpark en zuidelijk woonpark’’;
P 27 Richtinggevend deel onder 5.2.2.6 woonkorrels en verspreide zonevreemde woningen de zin "Bestaande woonkorrels zullen in RUP's opgenomen worden (gebiedsgerichte RUP's: Noordelijke Woonpark, Zuidelijke Woonpark, Middenhut, Tenbroek, en een specifiek RUP Zonevreemde woningen voor de zonevreemde woningen en gebouwen niet in één van de gebiedsgerichte RUP's opgenomen).";
P 28 Richtinggevend deel onder 5.2.3.2 bewaren van de leefbaarheid centraal woongebied de zinsdelen "en probeert die trend wat te controleren daar een parkeerverordening. Deze verordening moet echter wat bijgeschaafd worden. Bovendien worden tuinen steeds meer ingenomen door garages. Om dit tegen te gaan zal een bouwverordening worden opgemaakt om koeren en tuinen te vrijwaren.";
P 28, 29 Richtinggevend deel onder 5.2.3.4 mogelijke herlocalisatie containerpark de tekst "Een nieuwe locatie voor een containerpark moet aan een aantal criteria voldoen. De locatie moet bij voorkeur gelegen zijn in of aansluitend bij het centrale woongebied. De locatie moet goed bereikbaar zijn. De bereikbaarheid moet ook gewaarborgd worden vanuit het woonparkgebied. Daarbij moet erover gewaakt worden dat de nieuwe locatie geen te grote hinder veroorzaakt ten opzichte van de omwonenden.
Bij de herlocalisatie moet ook het innemen van waardevolle openruimte worden vermeden.
Deze criteria zorgen ervoor dat het aantal mogelijke locaties zeer beperkt zijn. Het centraal woongebied wordt namelijk omsloten door waardevolle openruimte. Ook de onbebouwde binnengebieden zijn veelal gelinkt aan de openruimtestructuur. Er zijn wel een aantal locaties die in aanmerking komen doordat ze hun oorspronkelijke functie hebben verloren. Zo kan gekeken worden rond de activiteitenzone rond het kruispunt Alsembergse steenweg (bv een voormalige parking Volvogarage) of mits een nieuwe ontsluitingsweg langs de spoorlijn kan ook de VUB-ULB-site in aanmerking komen.. Het formuleren van een nieuwe bestemming voor deze site is een bevoegdheid van het Vlaams Gewest. Deze optie moet dan ook gezien worden als een suggestie aan het Vlaams Gewest. Hoe dan ook zal overleg noodzakelijk zijn voor de toekomstvisie van deze site.
Over een herlocalisatie van het containerpark mag alleen beslist worden indien een grondige en objectieve vergelijking zou bewijzen dat de nieuwe locatie een duidelijk voordeel zou vertonen ten opzichte van volgende criteria:
• nabijheid van woningen en aantal omwonenden;
• geluidsoverlast en geurhinder voor de omwonenden;
• verkeerslast in de omliggende straten;
• bereikbaarheid voor alle inwoners van de gemeente (afstand, vlotte toegang, niet alle inwoners hebben een auto);
• risico's voor en storingen van natuur en milieu.";P 29, 30 Richtinggevend deel onder 5.2.3.6 verhogen beeldkwaliteit en groen karakter woongebied het woord "gebiedsgerichte" uit de derde zin en de zinnen "Beperkt kunnen grote villa’s worden opgesplitst in appartementen, zolang dit het karakter van het woonparkgebied niet schaadt en de mobiliteitsdruk aanvaardbaar blijft. Het toetsingskader zal in de eerste plaats de bestaande toestand zijn en de beoogde woondichtheid. De maximale dichtheid van het woonpark blijft 5 à 10 woongelegenheden per hectare. Deze dichtheid mag niet overschreden worden door het opsplitsen in appartementen. Deze beperkte omvorming zal worden gereguleerd door een bouwverordening op te maken voor het woonparkgebied.";
P 30, 31, 32 Richtinggevend deel de volledige delen 5.2.3.8 "gefaseerde aansnijding van het woonaanbod" en 5.2.3.9 "bouwprogrammatie";
P 33 Richtinggevend deel de figuur "Woonprogrammatie" en de daarbijhorende legende dient;
P 38 Richtinggevend deel uit figuur 4 "Gewenste ruimtelijke nerderzettingsstructuur" de verbindingsas tot Lindestraat en station Den Hoek;
P 39, 40 Richtinggevend deel het volledige deel 5.2.4 "Hypothese - voorstelling" en de daarbijhorende figuur + legende;
P 41 Richtinggevend deel onder 5.3.1 gewenste ruimtelijk-economische structuur - doelstellingen de zin "Deze activiteiten zone zal gestructureerd worden in een gebiedsgericht RUP (zie verder).";
P 57-72 Richtinggevend deel Het volledige Hoofdstuk 6, De gewenste ruimtelijke structuur op microschaal;
P 73 Richtinggevend deel onder 7.1 Maatregelen en acties – Algemeen actieprogramma – gewenste open ruimte structuur de zin "Opmaak gebiedsgerichte RUP’s Noordelijk woonpark en zuidelijk woonpark”;
P 74 Richtinggevend deel onder Maatregelen en acties – Algemeen actieprogramma – gewenste nederzettingssstructuur de zinsdelen "om koeren en tuinen te vrijwaren
- Vervanging van bestaande woningen door appartementen buiten de twee verdichtingsassen reguleren door bouwverordening".P 74 Richtinggevend deel onder 7 Beleid voor zonevreemde woningen de woorden "diverse gebiedsgerichte" en "In algemeen RUP" ;
P 75 Richtinggevend deel onder 7.1 Maatregelen en acties – Algemeen actieprogramma – gewenste economische structuur onder punt 3 de woorden ‘via een gebiedsgericht RUP’;
P 77 - 79 Richtinggevend deel Het volledige punt 7.2 Gebiedsgericht beleid en de deelpunten 7.2.1 tot en met 7.2.10;
P 80 Richtinggevend deel het volledige punt 8 "Onderhandelingsnota";
P 2 Bindend deel, onder 2.1 Openruimtestructuur dienen de volledige paragrafen 1 en 2;
P 2 Bindend deel, onder 2.2 Nederzettingsstructuur paragraaf 5 en paragraaf 7.
De provincieraad verklaart krachtens art. 2.1.8. §2 VCRO volgende onderdelen van het gemeentelijke ruimtelijke structuurplan van Tervuren, zoals goedgekeurd door de deputatie op 12 februari 2009, niet meer geldig:
P 2 Richtinggevend deel, 1.1 Een ruimtelijke visie voor Tervuren, "verrassend veelzijdig", het volledige deel met als titel: "de kern van Vossem aan de Leuvensesteenweg, een uitgegroeide landelijke kern met ruimte voor de opvang van een beperkt aantal ruimtebehoevende voorzieningen voor Groot- Tervuren";
P 20-21-22 Richtinggevend deel, het volledige Hoofdstuk 3.2.1. Het verstedelijkte deel van Tervuren en het volledige hoofdstuk 3.2.2. Het buitengebied;
P 25 Richtinggevende deel, Hoofstuk 3.3.3.2. Aanbod creëren voor Tervuren, de volledige paragraaf met als titel "Voor alle andere gebieden in de deelgemeente Tervuren";
P 26Richtinggevend deel, het volledige Hoofdstuk 3.3.3.4 Afwerken bebouwingsranden en herverkaveling bestaande percelen;
P 26-27-28 Richtinggevend deel, het volledige hoofdstuk 3.3.4. Sturend beleid ten aanzien van de resterende woongebieden en woon uitbreidingsgebieden;
P 29-30 Richtinggevend deel, het volledige hoofdstuk 3.3.5.2 Opmaak van RUP's en,/of verordeningen om het woonbeleid te ondersteunen;
P 30-31 Richtinggevend deel, het volledige hoofdstuk 3.3.5.4 Masterplan Groot-Tervuren;
P 31 Richtinggevend deel, het volledige hoofdstuk 3.3.5.7 Lange termijnmaatregelen voor Vossem;
P 39 Richtinggevend deel, het volledige hoofdstuk 4.2.2.1 Wonen krijgt prioriteit;
P 58 Richtinggevend deel, het volledige hoofdstuk 7.2.1. Ontwikkelingsperspectieven aansluitend op niveau woongebied;
P 66-67 Richtinggevend, het volledige hoofdstuk deel 8.1.1., Tervuren - het centrum - een bruisend hart voor wonen en voorzieningen;
P 68-69 Richtinggevend deel, het volledige hoofdstuk 8.1.2. Residentiële randzone;
P 69 Richtinggevend deel, het volledige hoofdstuk 8.2. Gewenste ruimtelijke structuur van Tervuren – Deelruimten
P 2 Bindend deel, het volledige hoofdstuk. 2.2.2 Prioritair in te vullen woonuitbreidingsgebieden en -inbreidingsgebieden;
Kaartenboek Kaart 122: Overzichtskaarten potentiële gebieden voor woningbouw;
Kaartenboek Kaart R3B: Beleidsopties wonen;