Nieuwe pagina: bestuurseenheid.zittingen.zitting.uittreksels.detail.raw

Vlaanderen

publicatie.gelinkt-notuleren.vlaanderen.be Naar de hoofdinhoud

Type document
Uittreksel document

Openbare behandeling van agendapunt

18.  Financiën – Belasting op de tweede verblijven – 1 januari 2026 tot en met 31 december 2031 (gepland)

Aanwezigen bij agendapunt

Aanwezige leden

  • Anne Bauwens (Gemeenteraadslid)
  • Gaëlle Cordier (Gemeenteraadslid)
  • Benjamin Daro (Gemeenteraadslid)
  • Yves Ghequiere (Gemeenteraadslid)
  • Antoinette Godin (Gemeenteraadslid)
  • Arlette Goossens (Gemeenteraadslid)
  • Joëlle Grimmeau (Gemeenteraadslid)
  • Charlotte Houset (Gemeenteraadslid)
  • Roel Leemans (Gemeenteraadslid)
  • Cédric Letier (Gemeenteraadslid)
  • Pascale Luyckfasseel (Gemeenteraadslid)
  • Charlotte Noël (Gemeenteraadslid)
  • Leonôr Ramos Tavares da Silva (Gemeenteraadslid)
  • Damien Thiéry (Gemeenteraadslid)
  • Pierri Vercheval (Gemeenteraadslid)

Stemmingen bij agendapunt

De leden van de raad stemmen openbaar

het voorstel van besluit

Aanwezigen tijdens de stemming

  • Anne Bauwens
  • Gaëlle Cordier
  • Benjamin Daro
  • Yves Ghequiere
  • Antoinette Godin
  • Arlette Goossens
  • Joëlle Grimmeau
  • Charlotte Houset
  • Roel Leemans
  • Cédric Letier
  • Pascale Luyckfasseel
  • Charlotte Noël
  • Leonôr Ramos Tavares da Silva
  • Damien Thiéry
  • Pierri Vercheval

Effectieve stemmers

  • Anne Bauwens
  • Gaëlle Cordier
  • Benjamin Daro
  • Yves Ghequiere
  • Antoinette Godin
  • Arlette Goossens
  • Joëlle Grimmeau
  • Charlotte Houset
  • Roel Leemans
  • Cédric Letier
  • Pascale Luyckfasseel
  • Charlotte Noël
  • Leonôr Ramos Tavares da Silva
  • Damien Thiéry
  • Pierri Vercheval

goedgekeurd, met eenparigheid van stemmen

Financiën – Belasting op de tweede verblijven – 1 januari 2026 tot en met 31 december 2031

Er wordt voor de periode vanaf 1 januari 2026 tot en met 31 december 2031 een gemeentebelasting gevestigd op de tweede verblijven.

De gemeenteraad,

Juridische context
Feitelijke context en argumentatie
  • Niet-ingeschreven personen in de gemeente maken gebruik van de gemeentelijke infrastructuur, de dienstverlening en het openbaar domein, maar leveren geen bijdrage in de financiering van de gemeentelijke uitgaven via de aanvullende gemeentebelasting.

  • Het is billijk dat iedereen die op het grondgebied van de gemeente woont of verblijft, enigszins geldelijk bijdraagt in de financiering van de gemeentelijke uitgaven.

  • De huidige belasting op de tweede verblijven wordt geïnd tot en met 31 december 2025. Er dient een nieuwe belasting gevestigd te worden voor de periode vanaf 1 januari 2026 tot en met 31 december 2031.

  • Het bestuur analyseerde de huidige tarieven en stelt voor deze te actualiseren.

Beslissing
Artikel 1.

Er wordt voor de periode vanaf 1 januari 2026 tot en met 31 december 2031 een gemeentebelasting gevestigd op de tweede verblijven.

Art. 2.

Als tweede verblijf wordt beschouwd elke constructie met woon- of verblijfsgelegenheid waarvoor niemand is ingeschreven in de bevolkingsregisters voor het hoofdverblijf.

Art. 3.

De belasting valt ten laste van diegene die op het adres van het tweede verblijf niet in de bevolkingsregisters of het vreemdelingenregister is ingeschreven voor het hoofdverblijf en, hetzij als eigenaar, hetzij als huurder of als gebruiker, een tweede verblijf betrekt of kan betrekken.
De belasting is verschuldigd door diegene die het verblijf betrekt of kan betrekken op 1 januari van het belastingjaar.
Indien het verblijf slechts in de loop van het belastingjaar betrokken wordt of kan betrokken worden, is de belasting evenwel verschuldigd voor een volledig jaar. Ontstaat de belastbare toestand echter na 30 juni van het belastingjaar, dan is de belasting niet verschuldigd.

Art. 4.

De belasting wordt vastgesteld op €1.250 per tweede verblijf. Dit bedrag wordt op 1 januari van elk jaar verhoogd met 3%, afgerond naar de hoger liggende euro, resulterend in een totaalbedrag per tweede verblijf vastgesteld als volgt:

2026

2027

2028

2029

2030

2031

Belasting tweede verblijf

€1.250

€1.288

€1.327

€1.367

€1.409

€1.452

Art. 5.

Vallen niet onder toepassing van de belasting:

  1. Het lokaal uitsluitend bestemd voor het uitoefenen van een beroepsactiviteit;

  2. De tenten, verplaatsbare caravans en mobilhomes, kampeerauto’s, woonauto’s, tenzij zij minstens zes maanden opgesteld blijven om als woongelegenheid te kunnen dienen;

  3. De leegstaande woongelegenheid waarvan het bewijs wordt voorgelegd dat zij tijdens het belastingjaar voorafgaand kalenderjaar niet als tweede verblijf werd aangewend;

  4. De tweede verblijven opgesteld op een reglementair erkend terrein voor openluchtrecreatieve verblijven;

  5. De studentenverblijven.

Art. 6.

De belastingplichtige moet uiterlijk op 31 januari van het belastingjaar aangifte doen van het belastbaar tweede verblijf, door middel van het formulier vastgesteld door het gemeentebestuur. In geval van eigendomsverwerving in de loop van het jaar, dient de aangifte binnen de maand te geschieden.

Art. 7.

Bij gebreke van een aangifte binnen de in artikel 6 vastgestelde termijn of bij onvolledige, onjuiste of onnauwkeurige aangifte wordt de belastingplichtige ambtshalve belast volgens de gegevens waarover het gemeentebestuur beschikt, onverminderd het recht van bezwaar en beroep. Vooraleer over te gaan tot de ambtshalve vaststelling van de belasting, betekent het college van burgemeester en schepenen aan de belastingplichtige per aangetekend schrijven, de motieven om gebruik te maken van deze procedure, de elementen waarop de aanslag is gebaseerd, evenals de wijze van bepaling van deze elementen en het bedrag van de belasting.
De belastingplichtige beschikt over een termijn van dertig dagen te rekenen van de derde werkdag die volgt op de verzending van die betekening om zijn opmerkingen schriftelijk voor te dragen.

Art. 8.

De ambtshalve ingekohierde belasting wordt verhoogd met een bedrag gelijk aan de verschuldigde belasting en in geval van herhaling met het dubbele van het bedrag van de belasting. Het bedrag van deze verhoging wordt eveneens ingekohierd.

Art. 9.

De belasting wordt ingevorderd bij wege van een kohier dat vastgesteld en uitvoerbaar verklaard wordt door het college van burgemeester en schepenen.

Art. 10.

De belasting moet betaald worden binnen twee maanden na de toezending van het aanslagbiljet.

Art. 11.

§1 De belastingschuldige kan een bezwaar tegen een gemeentebelasting indienen bij het college van burgemeester en schepenen.

§2 Het bezwaar moet schriftelijk worden ingediend. Het wordt ondertekend door de eiser of zijn vertegenwoordiger en vermeldt:

  1. De naam, de hoedanigheid, het adres of de zetel van de belastingplichtige ten laste van wie de belasting gevestigd wordt;

  2. Het voorwerp van het bezwaarschrift en een opgave van de feiten en de middelen.

§3 Het bezwaarschrift moet op straffe van verval worden ingediend binnen een termijn van drie maanden vanaf de derde werkdag volgend op de datum van de verzending van het aanslagbiljet waarop de bezwaartermijn vermeld staat, of van de kennisgeving van de aanslag.

Art. 12.

Tegen de beslissing van het college van burgemeester en schepenen bedoeld in artikel 11 §1, kan beroep worden ingesteld bij de rechtbank van eerste aanleg van Brussel.

Art. 13.

Huidig reglement treedt in werking met ingang vanaf 1 januari 2026.

Art. 14.

Deze beslissing wordt gecommuniceerd aan:

Wie?
Hoe?

Dienst secretariaat

Uittreksel

Dienst financiën

Uittreksel

ABB

Digitaal Loket (+ website)