Nieuwe pagina: bestuurseenheid.zittingen.zitting.uittreksels.detail.index

Vlaanderen

publicatie.gelinkt-notuleren.vlaanderen.be Naar de hoofdinhoud

Uittreksel van Gemeenteraad Linkebeek , zitting van 23 mei 2022, 18:00

Datum publicatie: 28 juni 2022

Openbare behandeling van agendapunt

Omgevingsvergunning – (202210/5084) (aanvullend)

Aanwezigen bij agendapunt

Aanwezige leden

  • Christophe Boulert (Gemeenteraadslid)
  • Benjamin Daro (Gemeenteraadslid)
  • Benjamin Desmet (Gemeenteraadslid)
  • Yves Ghequiere (Gemeenteraadslid)
  • Arlette Goossens (Gemeenteraadslid)
  • Joëlle Grimmeau (Gemeenteraadslid)
  • Gilles Hallez (Gemeenteraadslid)
  • Charlotte Houset (Gemeenteraadslid)
  • Roel Leemans (Gemeenteraadslid)
  • Cédric Letier (Gemeenteraadslid)
  • Paul Sedyn (Gemeenteraadslid)
  • Damien Thiéry (Gemeenteraadslid)
  • Pierri Vercheval (Gemeenteraadslid)
  • Mariette Wennmacher (Gemeenteraadslid)

Afwezige leden

  • Charlotte Hollander (Gemeenteraadslid)

Voorzitter: Roel Leemans

Secretaris: Veerle De Brael

Stemmingen bij agendapunt

De leden van de raad stemmen openbaar

Het voorstel van besluit

Aanwezigen tijdens de stemming

  • Christophe Boulert
  • Benjamin Daro
  • Benjamin Desmet
  • Yves Ghequiere
  • Arlette Goossens
  • Joëlle Grimmeau
  • Gilles Hallez
  • Charlotte Houset
  • Roel Leemans
  • Cédric Letier
  • Paul Sedyn
  • Damien Thiéry
  • Pierri Vercheval
  • Mariette Wennmacher

Effectieve stemmers

  • Christophe Boulert
  • Benjamin Daro
  • Benjamin Desmet
  • Yves Ghequiere
  • Arlette Goossens
  • Joëlle Grimmeau
  • Gilles Hallez
  • Charlotte Houset
  • Roel Leemans
  • Cédric Letier
  • Paul Sedyn
  • Damien Thiéry
  • Pierri Vercheval
  • Mariette Wennmacher

Totaal aantal voorstanders: 11

Totaal aantal tegenstanders: 2

Totaal aantal onthoudingen, blanco of ongeldig: 1

Voorstanders

  • Christophe Boulert
  • Benjamin Daro
  • Benjamin Desmet
  • Yves Ghequiere
  • Arlette Goossens
  • Joëlle Grimmeau
  • Gilles Hallez
  • Roel Leemans
  • Cédric Letier
  • Pierri Vercheval
  • Mariette Wennmacher

Tegenstanders

  • Paul Sedyn
  • Damien Thiéry

Onthoudingen, blanco of ongeldig

  • Charlotte Houset

Met als gevolg,

Goedgekeurd

https://data.vlaanderen.be/id/concept/BesluitType/e96ec8af-6480-4b32-876a-fefe5f0a3793

Openbare titel besluit:

Omgevingsvergunning – (202210/5084)


Korte openbare beschrijving:

Het betreft een aanvraag tot natuurinrichting Hoeve Holleken en Den Bocht. De gemeenteraad geeft de vergunning af aan de aanvrager.


Punt bij gebrek aan consensus in de schoot van het schepencollege overeenkomstig artikel 107 van de Nieuwe Gemeentewet:


De gemeenteraad, 


Het college van burgemeester en schepenen heeft de aanvraag ingediend door Yves Ghequiere namens Linkebeek gevestigd te Gemeenteplein 2 te 1630 Linkebeek, ontvangen.

De aanvraag werd ontvangen op 4 april 2022.

Het resultaat van het ontvankelijkheids- en volledigheidsonderzoek werd verzonden op 6 april 2022.

De aanvraag heeft betrekking op een terrein met als adres en met als kadastrale omschrijving (afd. 1) sectie B 175.

Het betreft een aanvraag tot natuurinrichting Hoeve Holleken en Den Bocht.

Het college van burgemeester en schepenen heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende Algemene Bepalingen inzake Milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet Integraal Handelsvestigingsbeleid, het decreet Natuurbehoud en hun uitvoeringsbesluiten.

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar:

Omschrijving aanvraag

Natuurinrichtingsproject Holleken en Den Bocht 

Werken

Volgende werken worden aangevraagd:

Natuurinrichtingsproject Holleken en Den Bocht

Historiek

Perceelnummer : (afd. 1) sectie B 175

Volgende vergunningen en/of weigeringen werden verleend:

Omgevingsvergunningen

- Overwegende dat op 26/10/2021 een omgevingsvergunning (5054) voor kappen van bomen hockeyveld en kerkhof werddoor het college van burgemeester en schepenen.

Adviezen

Gezien de ligging in het natuurgebied en soortrijk permanent grasland werd advies gevraagd aan het Agentschap voor Natuur en Bos:

De aanvraag betreft: 

- Het plaatsen van een begrazingsraster 

- De aanleg van twee poelen ten behoeve van de Vroedmeesterpad 

- De plaatsing van waterbakken ten behoeve van de Vroedmeesterpad 

- Aanleg van natuurstenen stapelmuurtjes ten behoeve van de Vroedmeesterpad 

- Het vellen van een Wilg (stamomtrek 110 cm) en jonge wilgopslag en het insnoeien van een Wilg (stamomtrek 115 cm). 

- Het herstellen van een reeds aanwezig pad in halfverharding 

Op het perceel groeit een historisch permanent grasland en een met een houtkant begroeid talud. 

De aanleg van twee poelen, natuurstenen stapelmuurtjes en waterbakken worden aangevraagd om een nieuw leefgebied te creëren voor de Vroedmeesterpad. Deze Europees beschermde soort kwam oorspronkelijk voor in de omgeving, maar is lokaal uitgestorven. Binnen de uitwerking van het soortbeschermingsprogramma Vroedmeesterpad is echter een herintroductie van de soort voorzien in het Schaveyspark en in de viskwekerij van het INBO. Daarom is het relevant om ook binnen dit projectgebied dat aansluit bij het Schaveyspark en in de viskwekerij, een leefgebied te voorzien voor de Vroedmeesterpad. 

De locatie waar de twee poelen en natuurstenen stapelmuurtjes worden voorzien wordt door de biologische waarderingskaart aangeduid als een soortenrijk (historisch) permanent grasland (hp+). Dit is een verboden te wijzigen vegetatie. Tijdens een terreincontrole werd echter vastgesteld dat de vegetatie op de locatie waar deze elementen worden voorzien hoofdzakelijk bestaat uit ruigte kruiden zoals braam. Op de geplande locatie voor de aanleg van de poelen en muurtjes is er dus geen soortenrijk permanent grasland aanwezig. 

De uitgegraven aarde van de poelen zal aan westelijke zijde van de poelen verwerkt worden in twee lage dammen, aangezien het perceel in die richting afhelt. Op die manier blijft de impact op het omliggende grasland minimaal. 

Om voldoende lichtinval in de poelen te krijgen zullen enkele spontaan gegroeide wilgen geveld worden in de zone waar de poel aangelegd wordt. Ter compensatie van de gevelde bomen wordt de aanplant van hoogstammige fruitbomen, losse struiken en een streekeigen houtkant voorzien in het projectgebied. Het Agentschap voor Natuur en Bos heeft geen bezwaar tegen een heraanplant in het projectgebied, maar wijst erop dat de aanplant geen overmatige beschaduwing van het soortenrijke grasland te weeg mag hebben. 

De waterbakken voor de vroedmeesterpad worden ingegraven in een talud. Dit taluddeel is minimaal begroeid met bomen en struiken. De aarde die uitgegraven wordt bij het ingraven van de waterbakken zal rondom de waterbakken aangebracht worden zodat het water gemakkelijk bereikbaar wordt voor de dieren. Gelet op de minimale afmetingen van de twee amfibieënbakken zal de impact op het talud tot een minimum beperkt worden. 

Tegen de geplande heraanleg van het bestaande halfverhard pad heeft het Agentschap voor Natuur en Bos geen bezwaar. Er werd echter niet meegedeeld in de aanvraag voor welke verharding men opteert. Vermits het oppervlaktewater van de verharding deels in de poelen terecht zal komen is het Agentschap voor Natuur en Bos van oordeel dat de verharding niet mag bestaan uit dolomiet. Deze steensoort is kalkhoudend en bij regenval loogt de kalk uit. Dit is nefast is voor de aanpalende vegetatie. Daarom stelt het Agentschap voor Natuur en Bos voor om porfiersplit te gebruiken. 

Tegen het plaatsen van een begrazingsraster is geen bezwaar mits enkel het grasland afgerasterd wordt. 

Gelet dat de aanleg van twee poelen, natuurstenen stapelmuurtjes en waterbakken tot doel hebben om de biodiversiteit van het projectgebied en omgeving te verhogen en de inplanting van deze elementen minimaal schade toebrengen aan de natuur, geeft het Agentschap voor Natuur en Bos een voorwaardelijk gunstig advies.

Conclusie 

Op basis van bovenstaande uiteenzetting verleent het Agentschap voor Natuur en Bos een positief advies mits naleving van de volgende voorwaarde(n): 

• Voorwaarden m.b.t. de te vellen bomen: a. Binnen de perimeter van het perceel/de percelen moet per te kappen boom één nieuwe hoogstammige boom aangeplant worden. 

b. De aanplant gebeurt met streekeigen hoogstammige bomen (plantformaat 10/12). 

c. Het heraanplanten met bomen dient uitgevoerd te worden binnen het jaar na het kappen van de bomen. 

d. De aanvrager neemt alle nodige voorzorgsmaatregelen om de nieuwe aanplanting te laten slagen. Dit houdt een met zorg uitgevoerde aanplanting met kwalitatief degelijk plantgoed in, het gebruik van een steunpaal of wortelverankering en zo nodig het aanbrengen van een bescherming tegen wild- en/of veevraat. 

e. Bij uitval dient/dienen in het eerstvolgende plantseizoen de opengevallen plaats/plaatsen terug te worden ingevuld. In ieder geval is de aanvrager ertoe gehouden om op zijn perceel per te kappen boom één nieuwe hoogstammige boom tot volle wasdom te brengen. 

f. Alle andere bomen en struiken op het perceel dienen gespaard te worden. 

• Voorwaarden m.b.t. de aan te leggen poelen: De poel wordt best aangelegd in een grillige vorm. Een grillige oeverlijn vergroot de lengte van de grenslijn water/land wat gunstig is voor plant en dier. 

De poel zal een wateroppervlak hebben van minstens 40m² tot maximaal 100-150m². 

De ideale diepte situeert zich tussen 150 en 200 cm. Vooral in de zomer moet er minstens 50 cm water kunnen blijven staan, in de winter liefst een waterdiepte tussen 80 en 120 cm om de bodem vorstvrij te houden. De uit te graven diepte zal echter afhankelijk zijn van de aanwezige grondwatertafel

Het diepste bodemgedeelte zal een oppervlakte hebben van minstens enkele vierkante meters. 

Langs noordelijke zijde zal de bodem vanaf de rand zacht hellend aflopen in een hellingsgraad van maximum 15° waardoor een ondiepe oeverzone ontstaat. Hierdoor warmt het water sneller op wat ideaal is voor allerlei organismen. 

Er zal van binnen naar buiten gegraven worden, eerst de diepste delen zodat de helling nadien geleidelijk aangepast kan worden. Details als extra reliëf en grillige oeverrand kunnen nadien desnoods met de spade uitgevoerd worden. 

Aanbreng van oeverversteviging wordt niet toegestaan. 

Als er een begrazing gebeurt op het betrokken perceel, dient de poel afgesloten te worden tegen betreding door vee. 

• Het oppervlak te rooien stuiken voor de aanleg van de amfibieënbakken dient na de werken heraangeplant te worden met inheemse struiken (Het plantformaat 80/100 dient gehanteerd te worden en deze dienen aangeplant te worden in een plantverband van 1m x 1m). De voorwaarden c t.e.m. f, vermeld onder de voorwaarden van de te vellen bomen, dienen hierbij gevolgd te worden. 

De her aan te leggen weg mag niet uitgevoerd worden in dolomiet. Er dient bij voorkeur gebruik gemaakt te worden van porfiersplit. 

Het begrazingsraster mag enkel rondom het grasland geplaatst worden. Houtkanten mogen niet opgenomen worden in het begrazingsblok. 

De werken worden uitgevoerd in een droge periode en buiten het broedseizoen (in de periode tussen 1 maart en 1 juli) 

De vergunningverlenende overheid kan de vergunning slechts toekennen mits naleving van deze voorwaarden.

Gezien de ligging van het perceel in mogelijk overstromingsgevoelig gebied werd advies gevraagd aan de provinciale dienst waterlopen:

‘Wij verwijzen naar uw adviesaanvraag van 6 april 2022 voor de vergunningsaanvraag op naam van de gemeente Linkebeek voor de natuurinrichting van het terrein aan Holleken & Den Bocht. De aanvraag heeft betrekking op een perceel gelegen aan de Rodestraat, in Linkebeek, kadastraal gekend als capakey 22003B0175/00_000. 

Overeenkomstig artikel 5 van het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets, tot aanwijzing van de adviesinstanties en tot vaststelling van nadere regels voor de adviesprocedure bij de watertoets, wordt volgend wateradvies verstrekt.

Het oppervlaktewater van het voorwerp van de aanvraag wordt verzameld in de Jezuietenbeek, onbevaarbare waterloop van tweede categorie met nr. 1087. Volgens de overstromingskaart van Vlaanderen is het voorwerp van de aanvraag gelegen in een mogelijk overstromingsgevoelig gebied. Het risico op overstroming is afkomstig van oppervlakkig afstromend hemelwater. 

Het ontwerp ter terreininrichting in het kader van habitatontwikkeling voor de vroedmeesterpad voorziet in een vegetatiewijziging en het aanleggen van poelen. Deze poelen bevinden zich ter hoogte van een geconcentreerde afstromingslijn in het landschap die deel uitmaakt van het bovenstrooms brongebied van de Jezuietenbeek hierdoor zullen deze een beperkte waterbergende functie krijgen. Het voorwerp van de aanvraag zal bijgevolg een gunstig effect op het watersysteem systeem hebben.

Het voorwerp van de aanvraag kan bijgevolg als verenigbaar met het watersysteem beschouwd worden. 

Het voorwerp van de aanvraag is in overeenstemming met de doelstellingen en beginselen, bepaald in artikel 1.2.2. en 1.2.3. van hetdecreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018.’

Openbaar onderzoek

Er werd geen openbaar onderzoek gehouden; de aanvraag valt immers niet onder de aanvragen voor een omgevingsvergunning die moeten openbaar gemaakt worden.

Ligging van de locatie

De aanvraag situeert zich in het bij koninklijk besluit van vastgestelde gewestplan met bestemming natuurgebied.

Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg ‘Den Bocht’ dd. 02/07/1999 Artikel 11 ‘Groengebied’ is van toepassing..

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling.

Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen

Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen

Beschrijving van de omgeving en bouwplaats

De aanvraag situeert zich langsheen de Rodestraat, holle weg in kasseien, ten zuidoosten van het centrum van Linkebeek. De Rodestraat verbindt de Hollebeekstraat met de Termeulenstraat en wordt hoofdzakelijk gekenmerkt door landbouwgronden, aan de oostzijde gelegen in agrarisch gebied en aan de westzijde in natuurgebied. Het project bevindt zich aan de westzijde. Langsheen de straat komt nauwelijks bebouwing voor. Ongeveer 500m in zuidelijke richting bevindt zich de gemeentegrens met Beersel. In westelijke richting bevinden zich sportvelden, ten noorden de gemeentelijke begraafplaats en op de hoek met de Hollebeekstraat bevindt zich ‘Hoeve ‘t Holleken’, het cultureel centrum van de gemeente. 

Het perceel waarop de aanvraag betrekking heeft is ongeveer 2ha groot en heeft een straatbreedte van +/-120m. Het links aanpalende perceel betreft een landbouwperceel. Aan de rechterzijde paalt de eigendom aan de straatkant aan de tuinzone horende bij het cultureel centrum met daarachter de begraafplaats, achteraan paalt het perceel aan de sportvelden. De overzijde van de straat wordt gekenmerkt door landbouwgronden en een zonevreemde woning. 

Het perceel is onbebouwd, ten noorden loopt een trage weg richting de sportterreinen en er bevinden zich een aantal laag- en hoogstambomen op het perceel. Het perceel doet dienst als grasland. 

Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen

Het ingediende omgevingsproject betreft het natuurinrichtingsproject Holleken en Den Bocht.

De aanvraag betreft: 

- Het plaatsen van een begrazingsraster. 

- De aanleg van twee poelen ten behoeve van de Vroedmeesterpad (Alytes obstetricans). 

- De plaatsing van waterbakken ten behoeve van de Vroedmeesterpad. 

- Aanleg van natuurstenen stapelmuurtjes ten behoeve van de Vroedmeesterpad. 

- Het vellen van een wilg (stamomtrek 110 cm) en jonge wilgopslag en het insnoeien van 1 wilg (stamomtrek 115 cm).

- Het herstellen van een reeds aanwezig pad in halfverharding.

Verder worden er binnen dit natuurinrichtingsproject ook hoogstammige fruitbomen, losse struiken en een streekeigen houtkant aangeplant.

Het bestaande pad aan de noordzijde wordt heraangelegd met een maximale breedte van 1,20m (240m²). Tussen het pad en de noordelijke eigendomsgrens worden 2 amfibieënbakken geplaatst, elke bak heeft een oppervlakte van 2,50m x 1,50m en is 85cm diep. De bakken worden deels in het reliëf ingegraven. Ten zuiden van het pad worden 2 poelen uitgegraven met een maximale diepte van 1,50m, de uitgegraven grond wordt gebruikt voor het aanleggen van een dam rondom de poelen. Poel 1 is ovaalvormig met als smalste kant 6m doormeter en aan de breedste kant 15m. De 2de is aan de smalste kant 12m en aan de breedste zijde 15m. Ter hoogte van de inplantingsplaats van de poel wordt een wilg gekapt en wordt jonge wilgopslag verwijderd. Ter compensatie worden er aan de zuidzijde hoogstamfruitbomen aangeplant en 3 stukjes houtkant. 

Beoordeling

Toetsing aan de voorschriften

De aanvraag is conform met de toepasselijke BPA-voorschriften. Een loutere overeenstemming met planologische voorschriften is echter onvoldoende. De aanvraag dient evenwel getoetst aan haar verenigbaarheid met de goede ruimtelijke ordening (zie verder).

Toetsing aan de goede ruimtelijke ordening

Functionele inpasbaarheid

De aanvraag betreft een natuurinrichtingsproject, hetgeen in overeenstemming is met de toepasselijke bpa-voorschriften en de gewestplanvoorschriften waarnaar het bpa verwijst. Het project heeft tot doel om de bestaande natuurwaarden te behouden en te versterken door eerder beperkte ingrepen, waar vegetatie verloren gaat wordt een heraanplant voorzien. Het project is functioneel inpasbaar in de omgeving. 

Mobiliteitsimpact

Het project heeft geen impact op de mobiliteit. 

Schaal

Het betreft een kleinschalig project dat zich beperkt tot natuurinrichting. Er worden geen gebouwen geplaatst. 

Ruimtegebruik en bouwdichtheid

Het project heeft geen invloed op de bouwdichtheid. 

De verhardingsgraad op de site blijft ongewijzigd, de bestaande trage weg (wandel- en fietsverbinding naar de achtergelegen percelen) wordt heraangelegd in waterdoorlatende verharding zonder wijziging aan de breedte van de weg, de huidige breedte van 1,20m is in overeenstemming met de bepalingen van het bpa. 

De voorziene constructies staan in functie van natuurinrichting en bestaan uit twee poelen, waterbakken, een aarden dam en natuursteen stapelmuurtjes en hebben geen impact op het ruimtegebruik. 

Visueel-vormelijke elementen

De voorgestelde materialen en kleuren zijn inpasbaar in de omgeving.

Cultuurhistorische aspecten

Het projectgebied is op de biologische waarderingskaarten grotendeels ingekleurd als een historisch soortenrijk permanent grasland, op de plaats van de voorziene ingrepen is er echter geen grasland aanwezig zodat het permanent grasland gevrijwaard blijft en het verbod op vegetatiewijziging niet van toepassing is. 

De site is niet geïnventariseerd als onroerend erfgoed, zodat er geen cultuurhistorische impact zal ontstaan.

Bodemreliëf

Het project voorziet het uitgraven van twee poelen met een maximale diepte van 1,50m, via zacht talud wordt er aangesloten naar het bestaande maaiveldpeil, de uitgegraven grond wordt gebruikt voor de aanleg van aarden dammen (lagen dan 50cm) tussen de poel en het grasland, hierdoor wordt de impact op het grasland ingeperkt. 

De amfibieënbakken en stapelmuurtjes worden deels ingegraven, de uitgegraven grond wordt in de onmiddellijke omgeving gebruikt om de overgang tussen de bakken en de stapelmuurtjes en het bestaande maaiveld in een natuurlijke helling aan te leggen.

Het betreffen beperkte reliëfwijzigingen. 

De gevraagde wijzigingen staan in functie van natuurinrichting en kunnen aanvaard worden.

Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid

De aanleg van twee poelen, natuurstenen stapelmuurtjes en waterbakken worden aangevraagd om een nieuw leefgebied te creëren voor de Vroedmeesterpad. Deze Europees beschermde soort kwam oorspronkelijk voor in de omgeving, maar is lokaal uitgestorven. Binnen de uitwerking van het soortbeschermingsprogramma Vroedmeesterpad is echter een herintroductie van de soort voorzien in het Schaveyspark en in de viskwekerij van het INBO. Daarom is het relevant om ook binnen dit projectgebied dat aansluit bij het Schaveyspark en in de viskwekerij, een leefgebied te voorzien voor de Vroedmeesterpad.

Het project heeft een positief effect op de waterhuishouding. 

De aanvraag werd getoetst aan de goede ruimtelijke ordening en de decretale beoordelingselementen zoals voorzien in art. 4.3.1 §2 en art. 4.3.5 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening.

Mits gestelde voorwaarden is het ingediende project planologisch en stedenbouwkundig-verantwoord.

Watertoets

Hoofdstuk III, afdeling I, artikel 1.3.1.1 van het decreet betreffende het integraal waterbeleid,

gecoördineerd op 15 juni 2018, legt bepaalde verplichtingen op, die de watertoets worden

genoemd. Deze houdt in dat de eventuele schadelijke effecten van het innemen van ruimte ten

koste van de watersystemen worden ingeschat.

Het oppervlaktewater van het voorwerp van de aanvraag wordt verzameld in de Jezuietenbeek, onbevaarbare waterloop van categorie 2. Het betreffende perceel is echter niet in de nabijheid van deze waterloop gelegen. De aanvraag is gelegen in een mogelijk overstromingsgevoelig gebied. 

Voor het betrokken project werd de watertoets uitgevoerd volgens de richtlijnen van het uitvoeringsbesluit van 20 juli 2006.

De bepalingen van volgende verordeningen dienen afgetoetst te worden: 

-Gewestelijke stedenbouwkundige verordening, Inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (definitief goedgekeurd door de Vlaamse Regering op 5 juli 2013),

-Provinciale stedenbouwkundige verordening met betrekking tot verhardingen (besluit van de provincieraad van Vlaams-Brabant van 24 juni 2014, goedgekeurd bij Ministerieel Besluit van12 september 2014, Belgisch Staatsblad van 20 oktober 2014).

De bebouwings- en verhardingsgraad op het perceel blijft ongewijzigd, het project valt bijgevolg niet onder het toepassingsgebied van de hoger geciteerde verordeningen. 

Het risico op overstroming is afkomstig van oppervlakkig afstromend hemelwater. 

Er werd advies gevraagd aan de beheerder van de waterloop, de provinciale dienst waterlopen.

Het advies kan worden bijgetreden. 

‘Het ontwerp ter terreininrichting in het kader van habitatontwikkeling voor de vroedmeesterpad voorziet in een vegetatiewijziging en het aanleggen van poelen. Deze poelen bevinden zich ter hoogte van een geconcentreerde afstromingslijn in het landschap die deel uitmaakt van het bovenstrooms brongebied van de Jezuietenbeek hierdoor zullen deze een beperkte waterbergende functie krijgen. Het voorwerp van de aanvraag zal bijgevolg een gunstig effect op het watersysteem systeem hebben.

Het voorwerp van de aanvraag kan bijgevolg als verenigbaar met het watersysteem beschouwd worden.’

De aanvraag kan als verenigbaar met het watersysteem beschouwd worden, het project doorstaat de watertoets. 

Het voorwerp van de aanvraag is in overeenstemming met de doelstellingen en beginselen, bepaald in artikel 1.2.2. en 1.2.3. van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018.

Zorgplichtnatuurdecreet

In toepassing van artikel 16 van het decreet Natuurbehoud draagt de vergunningverlenende overheid er zorg voor dat er geen vermijdbare schade aan de natuur kan ontstaan door de aanvraag te weigeren of door redelijkerwijze voorwaarde op te leggen om schade te voorkomen, te beperken of – indien dit niet mogelijk is – te herstellen. Bij alle handelingen aan en wijzigingen van vegetatie dient de zorgplicht toegepast te worden. De zorgplicht bepaalt dat iedereen die iets wijzigt zodat er een effect is op de natuur alle maatregelen moet nemen om schade te voorkomen, te beperken, of indien dat niet mogelijk is te

herstellen.

De zorgplicht is een instrument dat het stand-still beginsel ondersteunt. Door iedereen zorg te laten dragen voor de natuur, mag de totale natuurwaarde er niet op achteruit gaan.

De aanvraag betreft een ontwerp ter terreininrichting in het kader van habitatontwikkeling voor de vroedmeesterpad voorziet in een vegetatiewijziging en het aanleggen van poelen.

Volgens het gewestplan Halle-Vilvoorde ligt het projectgebied in natuurgebied.

Volgens de biologische waarderingskaart ligt het grootste deel van het perceel in een biologisch waardevol gebied met een soortenrijk permanent cultuurgrasland en talud. De zone aan de Rodestraat betreft een biologisch zeer waardevolle holle weg. 

Het project werd voor advies voorgelegd aan het Agentschap voor Natuur en Bos dat een voorwaardelijk gunstig advies formuleerde. Dit advies kan bijgetreden worden en dient strikt gevolgd te worden.

Er kan in alle redelijkheid geoordeeld worden dat mits gestelde voorwaarden worden nageleefd, de aanvraag niet gepaard zal gaan met een buitenproportionele en/of onherstelbare schade aan de natuur in de ruime zin. 

Uitgeruste weg

In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat de straat een voldoende uitgeruste weg is. De aanvraag beoogt niet de oprichting van een bedrijfswoning. De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook. Verder is het goed niet getroffen door een rooilijn.

Beoordeling externe adviezen

Gezien de ligging van het projectgebied in een mogelijk overstromingsgevoelig gebied werd advies gevraagd aan de provinciale dienst waterlopen, de beheerder van de waterloop waarnaar het hemelwater afstroomt. De provinciale dienst waterlopen oordeelde dat het project een positieve invloed heeft op de goede waterhuishouding en bracht een gunstig advies uit. Het advies kan bijgetreden worden.

Gezien de ligging van het projectgebied in het natuurgebied en een historisch permanent grasland werd advies gevraagd aan het Agentschap voor Natuur en Bos. Het ANB concludeerde dat op de inplantingsplaats van de nieuwe constructies en poel geen permanent grasland aanwezig is zodat het verbod op het wijzigen van de vegetatie niet van toepassing is. Het ANB verleende een voorwaardelijk gunstig advies, de voorwaarden hebben betrekking op een heraanplant, de inrichting van de poelen en materiaalgebruik. Het advies kan bijgetreden worden en dient, inclusief voorwaarden, strikt gevolgd te worden. 

Conclusie

Stedenbouwkundig advies

Mits gestelde voorwaarden is het ingediende project planologisch en stedenbouwkundig verantwoord.

Voorwaarden en/of lasten

-Het advies van het Agentschap voor Natuur en Bos dd. 09/05/2022 met referte 22-206257 dient strikt gevolgd te worden:

• Voorwaarden m.b.t. de te vellen bomen: 

a. Binnen de perimeter van het perceel/de percelen moet per te kappen boom één nieuwe hoogstammige boom aangeplant worden. 

b. De aanplant gebeurt met streekeigen hoogstammige bomen (plantformaat 10/12).

c. Het heraanplanten met bomen dient uitgevoerd te worden binnen het jaar na het kappen van de bomen. 

d. De aanvrager neemt alle nodige voorzorgsmaatregelen om de nieuwe aanplanting te laten slagen. Dit houdt een met zorg uitgevoerde aanplanting met kwalitatief degelijk plantgoed in, het gebruik van een steunpaal of wortelverankering en zo nodig het aanbrengen van een bescherming tegen wild- en/of veevraat. 

e. Bij uitval dient/dienen in het eerstvolgende plantseizoen de opengevallen plaats/plaatsen terug te worden ingevuld. In ieder geval is de aanvrager ertoe gehouden om op zijn perceel per te kappen boom één nieuwe hoogstammige boom tot volle wasdom te brengen. 

f. Alle andere bomen en struiken op het perceel dienen gespaard te worden. 

• Voorwaarden m.b.t. de aan te leggen poelen: 

-De poel wordt best aangelegd in een grillige vorm. Een grillige oeverlijn vergroot de lengte van de grenslijn water/land wat gunstig is voor plant en dier. 

-De poel zal een wateroppervlak hebben van minstens 40m² tot maximaal 100-150m². 

-De ideale diepte situeert zich tussen 150 en 200 cm. Vooral in de zomer moet er minstens 50 cm water kunnen blijven staan, in de winter liefst een waterdiepte tussen 80 en 120 cm om de bodem vorstvrij te houden. De uit te graven diepte zal echter afhankelijk zijn van de aanwezige grondwatertafel. 

-Het diepste bodemgedeelte zal een oppervlakte hebben van minstens enkele vierkante meters. 

-Langs noordelijke zijde zal de bodem vanaf de rand zacht hellend aflopen in een hellingsgraad van maximum 15° waardoor een ondiepe oeverzone ontstaat. Hierdoor warmt het water sneller op wat ideaal is voor allerlei organismen. 

-Er zal van binnen naar buiten gegraven worden, eerst de diepste delen zodat de helling nadien geleidelijk aangepast kan worden. Details als extra reliëf en grillige oeverrand kunnen nadien desnoods met de spade uitgevoerd worden. o Aanbreng van oeverversteviging wordt niet toegestaan. 

-Als er een begrazing gebeurt op het betrokken perceel, dient de poel afgesloten te worden tegen betreding door vee. 

• Het oppervlak te rooien stuiken voor de aanleg van de amfibieënbakken dient na de werken heraangeplant te worden met inheemse struiken (Het plantformaat 80/100 dient gehanteerd te worden en deze dienen aangeplant te worden in een plantverband van 1m x 1m). De voorwaarden c t.e.m. f, vermeld onder de voorwaarden van de te vellen bomen, dienen hierbij gevolgd te worden. 

• De her aan te leggen weg mag niet uitgevoerd worden in dolomiet. Er dient bij voorkeur gebruik gemaakt te worden van porfiersplit. 

• Het begrazingsraster mag enkel rondom het grasland geplaatst worden. Houtkanten mogen niet opgenomen worden in het begrazingsblok. 

• De werken worden uitgevoerd in een droge periode en buiten het broedseizoen (in de periode tussen 1 maart en 1 juli)

-De plaatsing van verkeersborden en containers op de openbare weg alsook de aanvraag tot het instellen van wegomleidingen dienen 10 dagen voor de datum van plaatsing te worden aangevraagd via de gemeentelijke website.

-Na de afgifte van de omgevingsvergunning dient de bijgevoegde mededeling dat de vergunning verkregen is duidelijk zichtbaar van op de openbare weg te worden uitgehangen gedurende een termijn van 30 dagen.

-Van de afgegeven vergunning mag slechts gebruik gemaakt worden indien, binnen de 35 dagen te rekenen vanaf de eerste dag dat u de beslissing heeft aangeplakt, u geen bericht hebt ontvangen dat er hoger beroep werd ingesteld tegen de afgeleverde vergunning.  

-Zich strikt te houden aan de goedgekeurde bouwplannen en de afgeleverde omgevingsvergunning.

-Het perceel bevindt zich langsheen een smalle landelijke weg, om beschadigingen aan de weg en de aanpalende eigendommen te voorkomen kan voor de uitvoering van de werken enkel gebruik gemaakt worden van lichtere aangepaste voertuigen en machines.  Indien er beschadigingen worden vastgesteld ten gevolge van het gebruik van te zware voertuigen of machines zullen de herstellingskosten hiervan op de bouwheer worden verhaald.

  • Dit punt werd geagendeerd op het college van 18 mei 2022 maar er kon op dat moment geen beslissing genomen worden bij gebrek aan consensus tussen de leden van het college
  • ​Artikel 107 van de Nieuwe Gemeentewet bepaalt dat in de randgemeenten het college van burgemeester en schepenen bij consensus beslist en dat bij gebrek aan consensus de zaak door de burgemeester aan de gemeenteraad wordt voorgelegd

BESLUIT :

De gemeenteraad sluit zich aan bij het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar en maakt het zich eigen.

BIJGEVOLG BESLIST DE GEMEENTERAAD IN DE ZITTING VAN 23 mei 2022 HET VOLGENDE:

De gemeenteraad geeft de vergunning af aan de aanvrager, die ertoe verplicht is het college van burgemeester en schepenen per aangetekende brief op de hoogte te brengen van het begin van de handelingen waarvoor vergunning is verleend, ten minste acht dagen voor de aanvatting van die handelingen.

Voorwaarden en/of lasten

1. Het advies van het Agentschap voor Natuur en Bos dd. 09/05/2022 met referte 22-206257 dient strikt gevolgd te worden:

Voorwaarden m.b.t. de te vellen bomen: 

a. Binnen de perimeter van het perceel/de percelen moet per te kappen boom één nieuwe hoogstammige boom aangeplant worden. 

b. De aanplant gebeurt met streekeigen hoogstammige bomen (plantformaat 10/12).

c. Het heraanplanten met bomen dient uitgevoerd te worden binnen het jaar na het kappen van de bomen. 

d. De aanvrager neemt alle nodige voorzorgsmaatregelen om de nieuwe aanplanting te laten slagen. Dit houdt een met zorg uitgevoerde aanplanting met kwalitatief degelijk plantgoed in, het gebruik van een steunpaal of wortelverankering en zo nodig het aanbrengen van een bescherming tegen wild- en/of veevraat. 

e. Bij uitval dient/dienen in het eerstvolgende plantseizoen de opengevallen plaats/plaatsen terug te worden ingevuld. In ieder geval is de aanvrager ertoe gehouden om op zijn perceel per te kappen boom één nieuwe hoogstammige boom tot volle wasdom te brengen. 

f. Alle andere bomen en struiken op het perceel dienen gespaard te worden. 

Voorwaarden m.b.t. de aan te leggen poelen: 

g.-De poel wordt best aangelegd in een grillige vorm. Een grillige oeverlijn vergroot de lengte van de grenslijn water/land wat gunstig is voor plant en dier. 

h.-De poel zal een wateroppervlak hebben van minstens 40m² tot maximaal 100-150m². 

i.-De ideale diepte situeert zich tussen 150 en 200 cm. Vooral in de zomer moet er minstens 50 cm water kunnen blijven staan, in de winter liefst een waterdiepte tussen 80 en 120 cm om de bodem vorstvrij te houden. De uit te graven diepte zal echter afhankelijk zijn van de aanwezige grondwatertafel. 

j.-Het diepste bodemgedeelte zal een oppervlakte hebben van minstens enkele vierkante meters. 

k.-Langs noordelijke zijde zal de bodem vanaf de rand zacht hellend aflopen in een hellingsgraad van maximum 15° waardoor een ondiepe oeverzone ontstaat. Hierdoor warmt het water sneller op wat ideaal is voor allerlei organismen. 

l.-Er zal van binnen naar buiten gegraven worden, eerst de diepste delen zodat de helling nadien geleidelijk aangepast kan worden. Details als extra reliëf en grillige oeverrand kunnen nadien desnoods met de spade uitgevoerd worden. o Aanbreng van oeverversteviging wordt niet toegestaan. 

m.-Als er een begrazing gebeurt op het betrokken perceel, dient de poel afgesloten te worden tegen betreding door vee. 

Het oppervlak te rooien stuiken voor de aanleg van de amfibieënbakken dient na de werken heraangeplant te worden met inheemse struiken (Het plantformaat 80/100 dient gehanteerd te worden en deze dienen aangeplant te worden in een plantverband van 1m x 1m). De voorwaarden c t.e.m. f, vermeld onder de voorwaarden van de te vellen bomen, dienen hierbij gevolgd te worden. 

De her aan te leggen weg mag niet uitgevoerd worden in dolomiet. Er dient bij voorkeur gebruik gemaakt te worden van porfiersplit. 

Het begrazingsraster mag enkel rondom het grasland geplaatst worden. Houtkanten mogen niet opgenomen worden in het begrazingsblok. 

De werken worden uitgevoerd in een droge periode en buiten het broedseizoen (in de periode tussen 1 maart en 1 juli)

2. ​De plaatsing van verkeersborden en containers op de openbare weg alsook de aanvraag tot het instellen van wegomleidingen dienen 10 dagen voor de datum van plaatsing te worden aangevraagd via de gemeentelijke website.
3. ​Na de afgifte van de omgevingsvergunning dient de bijgevoegde mededeling dat de vergunning verkregen is duidelijk zichtbaar van op de openbare weg te worden uitgehangen gedurende een termijn van 30 dagen.
4. ​Van de afgegeven vergunning mag slechts gebruik gemaakt worden indien, binnen de 35 dagen te rekenen vanaf de eerste dag dat u de beslissing heeft aangeplakt, u geen bericht hebt ontvangen dat er hoger beroep werd ingesteld tegen de afgeleverde vergunning.  
5. ​Zich strikt te houden aan de goedgekeurde bouwplannen en de afgeleverde omgevingsvergunning.
6. ​Het perceel bevindt zich langsheen een smalle landelijke weg, om beschadigingen aan de weg en de aanpalende eigendommen te voorkomen kan voor de uitvoering van de werken enkel gebruik gemaakt worden van lichtere aangepaste voertuigen en machines.  Indien er beschadigingen worden vastgesteld ten gevolge van het gebruik van te zware voertuigen of machines zullen de herstellingskosten hiervan op de bouwheer worden verhaald.