Uittreksel van Provincieraad Limburg , zitting van 8 december 2021, 16:00
Datum publicatie: 17 december 2021
Openbare behandeling van agendapunt
Algemene provinciebelasting bedrijven – 2022 – vaststelling (gepland)
Aanwezigen bij agendapunt
Aanwezige leden
- Carine Achten ( Provincieraadslid )
- Koen Albregts ( Provincieraadslid )
- Ismail Ayed ( Provincieraadslid )
- Huub Broers ( Provincieraadslid )
- Marijke Bruninx ( Provincieraadslid )
- Jessie De Weyer ( Provincieraadslid )
- Peter Deltour ( Provincieraadslid )
- Danny Deneuker ( Provincieraadslid )
- Liesbeth Fransen ( Provincieraadslid )
- Liesbet Gabriels ( Provincieraadslid )
- Tine Jans ( Provincieraadslid )
- Leo Joosten ( Provincieraadslid )
- Rita Keunen ( Provincieraadslid )
- Yasin Kilic ( Provincieraadslid )
- Bert Lambrechts ( Provincieraadslid )
- Liesbeth Maris ( Provincieraadslid )
- Sofie Mertens ( Provincieraadslid )
- Inge Moors ( Provincieraadslid )
- Philippe Nys ( Provincieraadslid )
- Koen Ooms ( Provincieraadslid )
- Jean-Paul Peuskens ( Provincieraadslid )
- Igor Philtjens ( Provincieraadslid )
- Jochen Schuermans ( Provincieraadslid )
- Raf Truyens ( Provincieraadslid )
- Frederick Vandeput ( Provincieraadslid )
- Tom Vandeput ( Provincieraadslid )
- Maurice Webers ( Provincieraadslid )
- Luc Wouters ( Provincieraadslid )
- Erhan Yilmaz ( Provincieraadslid )
Afwezige leden
- Katrien Lambrechts ( Provincieraadslid )
- Ann Leyssens ( Provincieraadslid )
Voorzitter: Jessie De Weyer
Secretaris: Wim Schoepen
Stemmingen bij agendapunt
De leden van de raad stemmen openbaar
het voorstel van besluit
Aanwezigen tijdens de stemming
- Carine Achten ( Provincieraadslid )
- Koen Albregts ( Provincieraadslid )
- Ismail Ayed ( Provincieraadslid )
- Huub Broers ( Provincieraadslid )
- Marijke Bruninx ( Provincieraadslid )
- Jessie De Weyer ( Provincieraadslid )
- Peter Deltour ( Provincieraadslid )
- Danny Deneuker ( Provincieraadslid )
- Liesbeth Fransen ( Provincieraadslid )
- Liesbet Gabriels ( Provincieraadslid )
- Tine Jans ( Provincieraadslid )
- Leo Joosten ( Provincieraadslid )
- Rita Keunen ( Provincieraadslid )
- Yasin Kilic ( Provincieraadslid )
- Bert Lambrechts ( Provincieraadslid )
- Liesbeth Maris ( Provincieraadslid )
- Sofie Mertens ( Provincieraadslid )
- Inge Moors ( Provincieraadslid )
- Philippe Nys ( Provincieraadslid )
- Koen Ooms ( Provincieraadslid )
- Jean-Paul Peuskens ( Provincieraadslid )
- Igor Philtjens ( Provincieraadslid )
- Jochen Schuermans ( Provincieraadslid )
- Raf Truyens ( Provincieraadslid )
- Frederick Vandeput ( Provincieraadslid )
- Tom Vandeput ( Provincieraadslid )
- Maurice Webers ( Provincieraadslid )
- Luc Wouters ( Provincieraadslid )
- Erhan Yilmaz ( Provincieraadslid )
Effectieve stemmers
- Carine Achten
- Koen Albregts
- Ismail Ayed
- Huub Broers
- Marijke Bruninx
- Jessie De Weyer
- Peter Deltour
- Danny Deneuker
- Liesbeth Fransen
- Liesbet Gabriels
- Tine Jans
- Leo Joosten
- Rita Keunen
- Yasin Kilic
- Bert Lambrechts
- Liesbeth Maris
- Sofie Mertens
- Inge Moors
- Philippe Nys
- Koen Ooms
- Jean-Paul Peuskens
- Igor Philtjens
- Jochen Schuermans
- Raf Truyens
- Frederick Vandeput
- Tom Vandeput
- Maurice Webers
- Luc Wouters
- Erhan Yilmaz
Totaal aantal voorstanders: 17
Totaal aantal tegenstanders: 5
Totaal aantal onthoudingen, blanco of ongeldig: 5
Voorstanders
- Koen Albregts
- Ismail Ayed
- Marijke Bruninx
- Jessie De Weyer
- Peter Deltour
- Liesbet Gabriels
- Bert Lambrechts
- Liesbeth Maris
- Sofie Mertens
- Inge Moors
- Philippe Nys
- Igor Philtjens
- Jochen Schuermans
- Raf Truyens
- Frederick Vandeput
- Tom Vandeput
- Luc Wouters
Tegenstanders
- Carine Achten
- Huub Broers
- Leo Joosten
- Rita Keunen
- Koen Ooms
Onthoudingen, blanco of ongeldig
- Danny Deneuker
- Tine Jans
- Yasin Kilic
- Jean-Paul Peuskens
- Maurice Webers
Met als gevolg,
goedgekeurd
Openbare titel besluit:
Algemene provinciebelasting bedrijven - 2022 - vaststelling
De provincieraad van Limburg,
- Gelet op het provinciale meerjarenplan 2020-2025 ;
- Gelet op de artikelen 41, 162 en 170 van de Grondwet
- Gelet op het provinciedecreet van 9 december 2005, zoals gewijzigd
- Gelet op de wet van 19 juli 1991 betreffende de bevolkingsregisters, de identiteitskaarten, de vreemdelingenkaarten en de verblijfsdocumenten
- Gelet op de wet van 15 maart 1999 betreffende de beslechting van fiscale geschillen
- Gelet op de wet van 23 maart 1999 betreffende de rechterlijke inrichting in fiscale zaken
- Gelet op het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, zoals gewijzigd bij het decreet van 28 mei 2010 en het decreet van 17 februari 2012
- Gelet op het koninklijk besluit van 16 juli 1992 betreffende de bevolkingsregisters en het vreemdelingenregister, zoals herhaaldelijk gewijzigd
- Het heffen van een provinciebelasting is noodzakelijk om de uitvoering van de beleidsopties opgenomen in het meerjarenplan financieel mogelijk te maken
- Het opzet achter het initieel invoeren van de belasting was tevens een vereenvoudiging van de provinciale fiscaliteit
- De heffing van de belasting moet zelf efficiënt en rendabel zijn. Aldus dienen de belastingopbrengsten de administratieve kosten verbonden aan de vestiging en de invordering van de belastingaanslagen te dekken
- Een algemene en evenwichtige spreiding van de belastingdruk wordt nagestreefd over meer dan vierhonderdvijftigduizend belastingplichtigen, namelijk de gezinnen die op het grondgebied van de provincie Limburg één woongelegenheid, hoe ook genoemd, bewonen en de bedrijven (eenmanszaken en vennootschappen) die op het grondgebied van de provincie Limburg één of meerdere vestigingen gebruiken of tot gebruik voorbehouden
- Ten overstaan van de gezinnen bestaat het belastbaar feit uit de bewoning door een gezin van één woongelegenheid, hoe ook genoemd, die op het grondgebied van de provincie Limburg is gelegen
- Ten overstaan van de bedrijven bestaat het belastbaar feit uit elke vestiging die op het grondgebied van de provincie Limburg is gelegen en die door het bedrijf wordt gebruikt of tot gebruik wordt voorbehouden
- Zowel de gezinnen als de bedrijven dienen de belasting verschuldigd te zijn afzonderlijk per woning, respectievelijk per vestiging hoe ook genoemd, die zij op het grondgebied van de provincie Limburg gebruiken of tot gebruik voorbehouden
- De belastbare grondslag moet eenvoudig meetbaar en controleerbaar zijn en bestaat derhalve uit de totale gebouwde en/of ongebouwde oppervlakte van het goed waarop de woning (gezinnen) of de vestiging (bedrijven) zich bevindt en die door de belastingplichtige wordt gebruikt of tot gebruik wordt voorbehouden
- Het oppervlaktecriterium met een daaraan gekoppelde gedifferentieerde tariefstructuur laat op adequate wijze toe om, bij benadering en in overeenstemming met het beginsel van de verdelende rechtvaardigheid, de belasting vast te stellen
- Het oppervlaktecriterium wordt als berekeningsbasis redelijk en objectief beschouwd teneinde de algemene provinciebelasting te berekenen
- De belasting beoogt belastingplichtigen met verschillende toestanden en die verscheidenheid moet noodzakelijkerwijs worden opgevangen in vereenvoudigde categorieën. De normen van een belasting kunnen niet worden aangepast naargelang de eigenheid van elk individueel geval. Er kan niet voor alle mogelijke soorten gezinnen en bedrijven (elk met hun eigen en meest uiteenlopende kenmerken) worden voorzien in een specifieke belastingregeling
- Verschillen inzake financiële draagkracht en/of economische rentabiliteit maken redelijk verantwoorde differentiatiecriteria uit voor de toepassing van het belastingreglement en het verschil in tarifering
- In het algemeen mag worden aangenomen dat de verschillen in financiële draagkracht verantwoorden dat gezinnen aan lagere tarieven worden onderworpen dan bedrijven. De activiteiten van gezinnen zijn niet gericht op een economische exploitatie, terwijl bedrijven bestendig een economisch rendement beogen en/of een winstoogmerk hebben
- Financieel kwetsbaardere gezinnen krijgen vermindering van de belasting op basis van objectieve voorwaarden. Deze voorwaarden houden verband met een tegemoetkoming die genoten wordt op basis van een onderzoek dat reeds door andere wettelijk bevoegde instanties werd uitgevoerd
- Categorieën van bedrijven die door hun aard de grond (bodem) als natuurlijk productiemiddel aanwenden en die in vergelijking met andere categorieën een lager rendement per vierkante meter oppervlakte hebben, hebben een uitzonderlijke nood aan grotere oppervlakten om een economisch leefbare (rendabele) exploitatie te kunnen realiseren. De tariefstructuur komt tegemoet aan de doelstelling van een evenwichtige spreiding in functie van de financiële draagkracht door voor deze categorieën van belastingplichtigen aangepaste tarieven te voorzien, die in overeenstemming kunnen worden beschouwd met hun financiële draagkracht
- Het heffen van minimumbelastingen is gerechtvaardigd door enerzijds de noodzaak om de administratieve kost van de belastingheffing te dekken en anderzijds doordat kan worden aangenomen dat de voorziene minimumbedragen binnen de draagkracht liggen van elke belastingplichtige
Beslist,
- de terreinen waarvoor een exploitatievergunning werd bekomen en welke niet voor andere doeleinden worden gebruikt;
- de terreinen waarvoor de belastingschuldige over een zakelijk recht tot ontgrinding beschikt;
- de terreinen in eigendom van de belastingschuldige, waarop een exploitatierecht verkregen wordt in het kader van het grinddecreet;
- de terreinen waarop de exploitatie geheel of gedeeltelijk is beëindigd, maar welke nog kunnen gebruikt worden voor verdere exploitatie (nabaggeren, baggeren van andere grondstoffen) of stockage.
A. voor andere activiteiten dan land- en tuinbouwbedrijven beschikkend over een oppervlakte:
- tot 1 ha
0,02 EUR/m² bebouwde oppervlakte
0,01 EUR/m² onbebouwde oppervlakte
met een minimum van 62,00 EUR
- van meer dan 1 ha
0,20 EUR/m² bebouwde oppervlakte
0,07 EUR/m² onbebouwde oppervlakte
B. voor land- en tuinbouwbedrijven:
a. landbouwbedrijven:
- forfaitair: 62,00 EUR tot een oppervlakte van 20 ha
- meer dan 20 ha: 62,00 EUR, vermeerderd met 5,00 EUR per bijkomende ha of gedeelte van ha.
b. tuinbouwbedrijven:
1. uitsluitend in open lucht:
- forfaitair: 62,00 EUR tot een oppervlakte van 2 ha
- meer dan 2 ha: 62,00 EUR, vermeerderd met 19,00 EUR per bijkomende ha of gedeelte van ha;
2. uitsluitend onder glas:
- forfaitair: 62,00 EUR tot een oppervlakte van 3 000 m²
- meer dan 3 000 m²: 62,00 EUR vermeerderd met 0,02 EUR per bijkomende m² of gedeelte van m²
Onder "glas" wordt verstaan een stevige en duurzame constructie.
3. gemengde tuinbouwbedrijven (exploitaties zowel in open lucht als onder glas):
- forfaitair: 62,00 EUR tot een oppervlakte van 2 ha in open lucht en 3 000 m² onder glas
- voor een oppervlakte boven de 2 ha en/of 3000 m² wordt het forfaitaire bedrag vermeerderd met 19,00 EUR per bijkomende ha of gedeelte van ha in open lucht en met 0,02 EUR per bijkomende m² of gedeelte van m² onder glas.
c. gemengde bedrijven: landbouw en tuinbouw
- forfaitair 62,00 EUR, vermeerderd met:
* voor het gedeelte landbouw:
5,00 EUR per bijkomende ha of gedeelte van ha boven de 20 ha.
* voor het gedeelte tuinbouw:
- uitsluitend in open lucht: boven de 2 ha: vermeerdering van 19 EUR per bijkomende ha of gedeelte van ha.
- uitsluitend onder glas: meer dan 3 000 m²: vermeerdering van 0,02 EUR per bijkomende m² of gedeelte van m².
Onder “glas” wordt verstaan een stevige en duurzame constructie.
- gemengde exploitatie (zowel in open lucht als onder glas):
- gedeelte in open lucht: boven de 2 ha: vermeerdering van 19,00 EUR per bijkomende ha of gedeelte van ha.
- gedeelte onder glas: meer dan 3 000 m²: vermeerdering van 0,02 EUR per bijkomende m² of gedeelte van m² onder glas.
Onder “glas” wordt verstaan een stevige en duurzame constructie.
De belasting is ondeelbaar verschuldigd voor het hele jaar. Voor de vaststelling van de belasting wordt de toestand op 1 januari van het aanslagjaar in aanmerking genomen.
In geval van goede trouw van de belastingschuldige:
- eerste overtreding: 20 % verhoging van de ontdoken belasting met een minimumverhoging van 12,50 EUR
- tweede overtreding: 50 % verhoging van de ontdoken belasting met een minimumverhoging van 25,00 EUR - vanaf de derde overtreding: 100 % verhoging van de ontdoken belasting. In geval van kwade trouw van de belastingschuldige:
- 100 % verhoging van de ontdoken belasting vanaf de eerste overtreding.
§2. Bij tijdige en correcte aangifte gedurende twee opeenvolgende jaren begint een nieuwe termijn van aangiftegedrag te lopen.
§3. De verhoging kan maximaal aanleiding geven tot een verdubbeling van de aanslag.
§4. De overtredingen worden vastgesteld door provincieambtenaren, daartoe aangewezen door de deputatie. De door hen opgestelde processen-verbaal hebben bewijskracht tot bewijs van het tegendeel.