Type document
Uittreksel document
Openbare behandeling van agendapunt
PLOT – Afdeling Ondersteuning – delegatie retributiebevoegdheid aan de deputatie (gepland)
Aanwezigen bij agendapunt
Aanwezige leden
- Carine Achten (Provincieraadslid)
- Koen Albregts (Provincieraadslid)
- Ismail Ayed (Provincieraadslid)
- Huub Broers (Provincieraadslid)
- Marijke Bruninx (Provincieraadslid)
- Jessie De Weyer (Provincieraadslid)
- Peter Deltour (Provincieraadslid)
- Danny Deneuker (Provincieraadslid)
- Liesbeth Fransen (Provincieraadslid)
- Liesbet Gabriels (Provincieraadslid)
- Myrthe Hoffmeister (Provincieraadslid)
- Tine Jans (Provincieraadslid)
- Leo Joosten (Provincieraadslid)
- Rita Keunen (Provincieraadslid)
- Yasin Kilic (Provincieraadslid)
- Bert Lambrechts (Provincieraadslid)
- Katrien Lambrechts (Provincieraadslid)
- Ann Leyssens (Provincieraadslid)
- Liesbeth Maris (Provincieraadslid)
- Inge Moors (Provincieraadslid)
- Philippe Nys (Provincieraadslid)
- Koen Ooms (Provincieraadslid)
- Jean-Paul Peuskens (Provincieraadslid)
- Igor Philtjens (Provincieraadslid)
- Jochen Schuermans (Provincieraadslid)
- Raf Truyens (Provincieraadslid)
- Frederick Vandeput (Provincieraadslid)
- Tom Vandeput (Provincieraadslid)
- Maurice Webers (Provincieraadslid)
- Luc Wouters (Provincieraadslid)
- Erhan Yilmaz (Provincieraadslid)
Voorzitter: Jessie De Weyer
Secretaris: Wim Schoepen
Stemmingen bij agendapunt
De leden van de raad stemmen openbaar
het voorstel van besluit
Aanwezigen tijdens de stemming
- Carine Achten
- Koen Albregts
- Ismail Ayed
- Huub Broers
- Marijke Bruninx
- Jessie De Weyer
- Peter Deltour
- Danny Deneuker
- Liesbeth Fransen
- Liesbet Gabriels
- Myrthe Hoffmeister
- Tine Jans
- Leo Joosten
- Rita Keunen
- Yasin Kilic
- Bert Lambrechts
- Katrien Lambrechts
- Ann Leyssens
- Liesbeth Maris
- Inge Moors
- Philippe Nys
- Koen Ooms
- Jean-Paul Peuskens
- Igor Philtjens
- Jochen Schuermans
- Raf Truyens
- Frederick Vandeput
- Tom Vandeput
- Maurice Webers
- Luc Wouters
- Erhan Yilmaz
Effectieve stemmers
- Carine Achten
- Koen Albregts
- Ismail Ayed
- Huub Broers
- Marijke Bruninx
- Jessie De Weyer
- Peter Deltour
- Danny Deneuker
- Liesbeth Fransen
- Liesbet Gabriels
- Myrthe Hoffmeister
- Tine Jans
- Leo Joosten
- Rita Keunen
- Yasin Kilic
- Bert Lambrechts
- Katrien Lambrechts
- Ann Leyssens
- Liesbeth Maris
- Inge Moors
- Philippe Nys
- Koen Ooms
- Jean-Paul Peuskens
- Igor Philtjens
- Jochen Schuermans
- Raf Truyens
- Frederick Vandeput
- Tom Vandeput
- Maurice Webers
- Luc Wouters
- Erhan Yilmaz
goedgekeurd, met eenparigheid van stemmen
Openbare titel besluit:
PLOT – Afdeling Ondersteuning – delegatie retributiebevoegdheid aan de deputatie
De provincieraad van Limburg,
- Gelet op de wetten evenals koninklijke en ministeriële besluiten met betrekking tot de opleiding van de leden van de politiediensten, de leden van de openbare hulpdiensten en de opleiding van hulpverlener-ambulanciers;
- Gelet op de vormings-, trainings- en opleidingsactiviteiten van het PLOT in ruimere zin;
- Gelet op het besluit van de provincieraad van 15 december 2021 waarin de tarieven en de betaalmiddelen voor klanten van het PLOT laatst werden vastgesteld;
- Overwegende dat de tarieven die worden aangerekend aan klanten van het PLOT beschouwd kunnen worden als retributies, zijnde billijke vergoedingen voor de dienstverlening van het PLOT, rechtstreeks gerelateerd aan de kostprijs van de geleverde prestaties;
- Gelet op artikel 43, §2, 15° van het Provinciedecreet, op basis waarvan de provincieraad bevoegd is voor het vaststellen van de machtiging tot het heffen van de retributies en de voorwaarden ervan;
- Overwegende dat de decreetgever met de specificatie in het vermelde artikel 43, §2, 15° Provinciedecreet beoogde om de voorbehouden bevoegdheid van de provincieraad op het vlak van retributies te versoepelen, teneinde bepaalde elementen aan de deputatie te kunnen overlaten om zo vlotter te kunnen inspelen op de veranderende omstandigheden; dat de decreetgever met name beoogde om het vaststellen van het tarief en het bepalen van de wijze van inning te kunnen overlaten aan de deputatie;
- Gelet op artikel 43, §1 van het Provinciedecreet dat aan de provincieraad de mogelijkheid biedt om bepaalde niet-voorbehouden bevoegdheden te delegeren aan de deputatie;
- Overwegende dat de organisatie van het provinciaal veiligheidsonderwijs voortdurend wijzigingen ondergaat als gevolg van wijzigende regelgeving en wijzigende onderwijskundige inzichten;
- Overwegende dat er een gestage toename is van de opleidingskosten, onder meer als gevolg van de stijgende uitgaven voor vergoedingen van onderwijzend personeel en gedetacheerd personeel omdat deze vergoedingen gebonden zijn aan de index der consumptieprijzen;
- Overwegende dat de inkomsten en de uitgaven van het PLOT in evenwicht moeten blijven en dat dit een invloed heeft op het tarievenstelsel;
- Overwegende dat het PLOT inkomsten heeft van zowel publieke als private klanten;
- Overwegende dat het wenselijk is om zoveel mogelijk met standaardtarieven te werken en dat het PLOT tegelijk op een flexibele wijze moet kunnen inspelen op wijzigende behoeften van het werkveld en op fluctuerende marktsituaties;
- Overwegende dat het om efficiëntieredenen dan ook opportuun is om het vaststellen van het tarief en het bepalen van de wijze van inning aan de deputatie over te laten, binnen het kader en de voorwaarden die de provincieraad vaststelt;
- Overwegende verder dat het opportuun is om voor bepaalde klanten of voor bepaalde opleidingen een vermindering van het tarief toe te kennen; dat hierbij meerdere doelstellingen worden nagestreefd, in het bijzonder om overheidsklanten aan een zo gunstig mogelijk tarief op te leiden, om bepaalde maatschappelijk relevante of noodzakelijke opleidingen voor beperkte doelgroepen aan een zo gunstig mogelijk tarief te kunnen aanbieden en om het PLOT in een concurrentiële positie te plaatsen op de markt;
- Overwegende dat het eveneens wenselijk is om overheidsklanten de mogelijkheid te geven om via een creditsysteem te betalen voor de opleidingen van het PLOT, m.n. wanneer het PLOT zelf ook beroep doet op gelijkwaardige prestaties vanwege deze overheidsklanten;
- Gelet op artikelen 42 en 43 van het Provinciedecreet;
Beslist,
Voor volgende prestaties kan een retributie worden aangerekend door het PLOT:
- huur of gebruik van onroerende goederen (bijvoorbeeld lokalen, schietstand, …)
- huur of gebruik van roerende goederen (bijvoorbeeld beamer, pc, laptop, …)
- catering
- volgen van basis-, brevet-, module-, attest- of andere opleidingen aangeboden door het PLOT
- gebruik van didactisch materiaal (bijvoorbeeld medisch oefenmateriaal, …)
- gebruik van voertuigen (bijvoorbeeld auto’s, moto’s incl. het verbruik, …)
- gebruik van goederen voor simulaties (bijvoorbeeld containers, gasflessen en -installaties, …)
- gebruik van verbruiksmaterialen en grondstoffen (bijvoorbeeld benzine, gas, vloeistoffen, schuim, …)
- gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen.
Het tarief voor een opleiding en het tarief per deelnemer van die opleiding worden op volgende wijze berekend:
a. Tarief per opleiding = directe kost(1) + overheadkost(2) – subsidie(3) + toeslag(4) - korting(5)
geschat minimaal aantal deelnemers |
waarbij met de verschillende kosten het volgende wordt bedoeld:
(1)directe kost
Kosten die rechtstreeks toe te wijzen zijn aan de opleidingsactiviteit. Bijvoorbeeld (niet limitatief): lesvergoeding, kilometervergoeding, examen- en verbetervergoeding, vrijwilligersvergoeding, catering, grondstoffen, verbruiksproducten, …
(2)overheadkost
Er kan een overheadkost worden aangerekend die betrekking heeft op bijkomende kosten die voor de opleidingen worden gemaakt (bijvoorbeeld niet limitatief: personeelskosten, administratie, ICT, energie- en communicatiekosten, vergunningen, verzekeringen, infrastructuur, ontwikkelwerk, online aanbod…).
(3)subsidie
Indien het bedrag van de subsidie vooraf gekend is en op voorwaarde dat er geen gegronde twijfel bestaat over de uitbetaling ervan door de subsidiërende overheid, kan de subsidie in mindering gebracht worden.
(4)toeslag
Om concurrentievervalsing tegen te gaan, wordt aan klanten met een privaat statuut een toeslag van minstens 10 % aangerekend. Deze toeslag kan groter zijn door markteconomische factoren.
(5)korting
Zie hieromtrent artikel 6 van dit besluit.
In volgende gevallen kan een vermindering van het bedrag van de retributie worden toegekend:
-een korting voor klanten met een publiek of semipubliek statuut
-een korting voor nieuwe opleidingen die nog in een ontwikkelingsstadium zitten of die nog onvoldoende gekend zijn bij de doelgroepen
-een korting voor opleidingen die slechts een beperkte doelgroep hebben maar wel noodzakelijk of maatschappelijk relevant zijn
-een korting voor klanten die grote hoeveelheden aan opleidingen afnemen.
De bevoegdheid tot het bepalen van het bedrag van de vermindering wordt aan de deputatie gedelegeerd, binnen het kader en de voorwaarden die dit besluit vastlegt.