Nieuwe pagina: bestuurseenheid.zittingen.zitting.uittreksels.detail.index

Vlaanderen

publicatie.gelinkt-notuleren.vlaanderen.be Naar de hoofdinhoud

Uittreksel van Raad voor Maatschappelijk Welzijn Lanaken , zitting van 27 januari 2025, 19:00

Datum publicatie: 5 februari 2025

Openbare behandeling van agendapunt

2.  Huishoudelijk reglement gemeente- en OCMW-raad 2025-2030 (gepland)

Aanwezigen bij agendapunt

Aanwezige leden

  • Brecht Caenen (Lid van de Raad voor Maatschappelijk Welzijn)
  • Erik Eurlings (Lid van de Raad voor Maatschappelijk Welzijn)
  • Patrick Gerets (Lid van de Raad voor Maatschappelijk Welzijn)
  • Brecht Geurts (Lid van de Raad voor Maatschappelijk Welzijn)
  • Leon Haesen (Lid van de Raad voor Maatschappelijk Welzijn)
  • Jean-Pierre Hermans (Lid van de Raad voor Maatschappelijk Welzijn)
  • Anita Jeurissen (Lid van de Raad voor Maatschappelijk Welzijn)
  • Leo Joosten (Lid van de Raad voor Maatschappelijk Welzijn)
  • Marino Keulen (Lid van de Raad voor Maatschappelijk Welzijn)
  • Marco Lambrigts (Lid van de Raad voor Maatschappelijk Welzijn)
  • Patrick Maesen (Lid van de Raad voor Maatschappelijk Welzijn)
  • Jolein Martens (Lid van de Raad voor Maatschappelijk Welzijn)
  • Anneleen Massot (Lid van de Raad voor Maatschappelijk Welzijn)
  • Boris Mechels (Lid van de Raad voor Maatschappelijk Welzijn)
  • Rudi Mechels (Lid van de Raad voor Maatschappelijk Welzijn)
  • Anita Miermans (Lid van de Raad voor Maatschappelijk Welzijn)
  • Jasmine Neven (Lid van de Raad voor Maatschappelijk Welzijn)
  • Dirk Opsteyn (Lid van de Raad voor Maatschappelijk Welzijn)
  • Bert Paulissen (Lid van de Raad voor Maatschappelijk Welzijn)
  • Lucas Prevaes (Lid van de Raad voor Maatschappelijk Welzijn)
  • Astrid Puts (Lid van de Raad voor Maatschappelijk Welzijn)
  • Alice Roemans (Lid van de Raad voor Maatschappelijk Welzijn)
  • Viviane Schellingen (Lid van de Raad voor Maatschappelijk Welzijn)
  • Freddy Stouten (Lid van de Raad voor Maatschappelijk Welzijn)
  • Willy Stöcker (Lid van de Raad voor Maatschappelijk Welzijn)
  • Dominique Terwingen (Lid van de Raad voor Maatschappelijk Welzijn)
  • Piet Van Berkel (Lid van de Raad voor Maatschappelijk Welzijn)
  • Peter Verheyen (Lid van de Raad voor Maatschappelijk Welzijn)

Stemmingen bij agendapunt

De leden van de raad stemmen openbaar

Het voorstel van besluit

Aanwezigen tijdens de stemming

  • Brecht Caenen
  • Erik Eurlings
  • Patrick Gerets
  • Brecht Geurts
  • Leon Haesen
  • Jean-Pierre Hermans
  • Anita Jeurissen
  • Leo Joosten
  • Marino Keulen
  • Marco Lambrigts
  • Patrick Maesen
  • Jolein Martens
  • Anneleen Massot
  • Boris Mechels
  • Rudi Mechels
  • Anita Miermans
  • Jasmine Neven
  • Dirk Opsteyn
  • Bert Paulissen
  • Lucas Prevaes
  • Astrid Puts
  • Alice Roemans
  • Viviane Schellingen
  • Willy Stöcker
  • Freddy Stouten
  • Dominique Terwingen
  • Piet Van Berkel
  • Peter Verheyen

Effectieve stemmers

  • Brecht Caenen
  • Erik Eurlings
  • Patrick Gerets
  • Brecht Geurts
  • Leon Haesen
  • Jean-Pierre Hermans
  • Anita Jeurissen
  • Leo Joosten
  • Marino Keulen
  • Marco Lambrigts
  • Patrick Maesen
  • Jolein Martens
  • Anneleen Massot
  • Boris Mechels
  • Rudi Mechels
  • Anita Miermans
  • Jasmine Neven
  • Dirk Opsteyn
  • Bert Paulissen
  • Lucas Prevaes
  • Astrid Puts
  • Alice Roemans
  • Viviane Schellingen
  • Willy Stöcker
  • Freddy Stouten
  • Dominique Terwingen
  • Piet Van Berkel
  • Peter Verheyen

Het geamendeerd voorstel van het huishoudelijk reglement gemeente- en OCMW-raad 2025-2030, wordt vastgesteld door de OCMW-raad met : - 16 stemmen voor : Marc Fraussen; Patrick Gerets; Leo Haesen; Anita Jeurissen; Marino Keulen; Marco Lambrigts; Patrick Maesen; Jolein Martens; Anita Miermans; Jasmine Neven; Luc Prevaes; Astrid Puts; Viviane Schellingen; Willy Stöcker; Dominique Terwingen; Peter Verheyen - 13 onthoudingen : Brecht Caenen; Erik Eurlings; Brecht Geurts; Jean Pierre Hermans; Leo Joosten; Anneleen Massot; Boris Mechels; Rudi Mechels; Dirk Opsteyn; Bert Paulissen; Alice Roemans; Freddy Stouten; Piet Van Berkel , met eenparigheid van stemmen

Openbare titel besluit:

Huishoudelijk reglement gemeente- en OCMW-raad 2025-2030

 

Korte openbare beschrijving:

Aan het begin van een nieuwe legislatuur, dient de gemeente- en OCMW-raad opnieuw een huishoudelijk reglement van de gemeente- en OCMW-raad vast te stellen.


De OCMW-raad,


Bevoegdheid


Juridische context

-Het decreet over het lokaal bestuur, artikel 38 en artikel 76

-Wijzigingen van het decreet over het lokaal bestuur, onder meer artikel 333 inzake klachtenbehandeling.

-Het huishoudelijk reglement, goedgekeurd door de gemeenteraad van 25 februari 2013, gewijzigd bij raadsbesluit van 25 februari 2019 en 25 mei 2020


Feitelijke context en argumentatie

De gemeente- en OCMW-raad dient bij aanvang van de zittingsperiode een huishoudelijk reglement vast te stellen.

Het nieuw huishoudelijk reglement is van toepassing op zowel de gemeenteraad als op de OCMW-raad.


Beslissing

Enig artikel : De gemeenteraad (hierna raad genoemd) beslist zijn huishoudelijk reglement vast te stellen als volgt :

 

 

HUISHOUDELIJK REGLEMENT

Gemeente- en OCMW-raad 2025-2030

 

 

BIJEENROEPING

 

Artikel 1. 

De raad vergadert ten minste tienmaal per jaar, bij voorkeur de laatste maandag van de maand, en zo dikwijls als de zaken die tot zijn bevoegdheid behoren, het vereisen. De data van de reguliere raden wordt door de algemeen directeur op voorhand opgesteld en meegedeeld aan de raadsleden en zulks voor een gans kalenderjaar. De OCMW-raad vindt plaats aansluitend aan de vergadering van de gemeenteraad, waarbij eerst de agendapunten van de gemeenteraad in openbare zitting worden behandeld en onmiddellijk aansluitend de agendapunten van de OCMW-raad in openbare zitting. Vervolgens wordt overgegaan tot de behandeling van de mondelinge en de schriftelijke vragen van gemeenteraad én OCMW-raad. Ten slotte vindt aan het einde van de zitting de behandeling plaats van de agendapunten in besloten vergadering, eerst de agendapunten van de gemeenteraad, vervolgens die van de OCMW-raad. 

De raad wordt bijeengeroepen door de voorzitter. 

Wanneer één derde van de zittinghebbende raadsleden of het college van burgemeester en schepenen/Vast Bureau het vraagt, is de voorzitter verplicht de respectievelijk raad bijeen te roepen op de aangewezen dag en het aangewezen uur. De voorzitter is eveneens verplicht om de raad bijeen te roepen, op verzoek van één vijfde van de zittinghebbende raadsleden, wanneer zes weken na de datum van de vorige raad, nog geen bijeenroeping is gebeurd, met uitzondering van de maanden juli en augustus indien de raad samenkomt op de laatste maandag van juni en augustus. In hun schriftelijke aanvraag moeten de raadsleden de agenda vermelden vergezeld van een toegelicht voorstel van beslissing, alsook de datum en het uur van de beoogde vergadering. Deze aanvraag moet ingediend worden, zodanig dat de voorzitter de oproepingtermijnen bepaald in artikel 3 van dit reglement kan nakomen.

De raadszittingen en de vergadering van de commissies hebben plaats in het gemeentehuis. Ook kunnen de fractievergaderingen, mits voorafgaande verwittiging, plaats hebben in het gemeentehuis.

 

 

OPENBARE OF BESLOTEN VERGADERING

 

Artikel 2. 

§1. De vergaderingen van de raad zijn openbaar, behalve als :

1° het om aangelegenheden gaat die de persoonlijke levenssfeer raken. Zodra een dergelijk punt aan de orde is, beveelt de voorzitter de behandeling in besloten vergadering ;

2° de raad met twee derde van de aanwezige leden en op gemotiveerde wijze beslist tot behandeling in besloten vergadering, in het belang van de openbare orde of op grond van ernstige bezwaren tegen de openbaarheid.

De vergaderingen over de beleidsrapporten zijn in elk geval openbaar. 

§2. De besloten vergadering kan enkel plaatsvinden na de openbare vergadering, uitgezonderd in tuchtzaken. Als tijdens de openbare vergadering blijkt dat de behandeling van een punt in besloten vergadering moet worden voortgezet, kan de openbare vergadering, enkel met dit doel worden onderbroken.

Als tijdens de besloten vergadering blijkt dat de behandeling van een punt in openbare vergadering moet worden behandeld, wordt dat punt opgenomen op de agenda van de eerstvolgende raad. In geval van dringende noodzakelijkheid van het punt of in geval van de eedaflegging van een personeelslid kan de besloten vergadering, enkel met dat doel, worden onderbroken.

 

 

TERMIJN VAN OPROEPING

 

Artikel 3. 

§1. De oproeping geschiedt ten minste acht dagen voor de dag van de vergadering. De termijn van acht dagen dient berekend te worden door terug te tellen vanaf de gebeurtenis die de termijn doet eindigen, met name de vergadering van de gemeenteraad. De dag van de gebeurtenis die de termijn doet eindigen wordt in de termijn begrepen. De dag van verzending van de oproeping is niet in de termijn begrepen. 

De oproeping van de gemeenteraad en de OCMW-raad gebeurt door middel van één oproeping, in dewelke duidelijk wordt aangegeven welke agendapunten betrekking hebben op de gemeenteraad en welke op de OCMW-raad. De oproeping gebeurt uitsluitend op elektronische manier, op het emailadres toegekend door het lokaal bestuur Lanaken en toegankelijk via de webmail. De elektronische oproeping geschiedt met verzendbevestiging.

De oproeping vermeldt in elk geval de plaats, de dag, het tijdstip en de agenda van de openbare en besloten vergaderingen en bevat een toegelicht voorstel van de beslissing. De agendapunten dienen voldoende duidelijk te worden geformuleerd. Het ontwerp van raadsbesluit en het dossier dat erop betrekking heeft, worden eveneens elektronisch ter beschikking gesteld, via het documentmanagementsysteem van het lokaal bestuur (Djuma), vanaf de verzending van de agenda. 

Het ontwerp van beleidsrapporten wordt eveneens elektronisch ter beschikking gesteld, uiterlijk veertien dagen voor de vergadering, gedurende welke de raad dient te beraadslagen over het ontwerp. 

§2. Raadsleden kunnen uiterlijk vijf dagen voor de vergadering punten aan de agenda toevoegen. Hiertoe bezorgen ze hun toegelicht voorstel van beslissing aan de algemeen directeur, die de voorstellen bezorgt aan de voorzitter van de raad. Van deze mogelijkheid kan geen gebruik gemaakt worden door een lid van het college van burgemeester en schepenen/vast bureau. 

De algemeen directeur deelt de aanvullende agendapunten zoals voorgesteld door de voorzitter van de raad, samen met de bijhorende toegelichte voorstellen  onverwijld mee aan de raadsleden.  Deze aanvullende agendapunten worden uiterlijk 24 uren nadat ze werden vastgesteld openbaar gemaakt aan het publiek, overeenkomstig artikel 4 van huidig reglement. 

§3. Enkel in spoedeisende gevallen kan een niet geagendeerd punt in bespreking gebracht worden.

Tot spoedbehandeling kan enkel worden besloten door ten minste twee derde van de aanwezige leden. De namen van die leden en de motivering van de spoedeisendheid worden in de notulen vermeld. 

De voorzitter van de raad brengt de raadsleden hiervan bij aanvang van de zitting in kennis. Het dossier van een dergelijk agendapunt wordt onmiddellijk ter inzage van de raadsleden gelegd. De behandeling van dergelijke punten wordt slechts op het einde van de openbare zitting voor de behandeling van de mondelinge en schriftelijke vragen, ter stemming voorgelegd. 

§4. De inwoners hebben het recht te verzoeken om de door hen in een gemotiveerde nota nader omschreven voorstellen en vragen over de beleidsvoering van het lokaal bestuur en de dienstverlening op de agenda van de raad in te schrijven en om deze agendapunten te komen toelichten in de raad. Ze voegen bij die nota alle nuttige stukken die de raad kunnen voorlichten. Dat verzoek moet worden gesteund door ten minste  150 inwoners ouder dan 16 jaar. 

Het verzoek wordt ingediend met een formulier, dat de gemeente ter beschikking stelt en wordt per brief of per e-mail gestuurd aan de algemeen directeur die de voorstellen bezorgt aan de voorzitter van de raad. Het moet de naam, voornamen, geboortedatum en woonplaats vermelden van iedereen die het verzoekschrift ondertekend heeft. De gemeente gaat na of aan die voorwaarden voldaan is. Wanneer niet aan de voorwaarden voldaan wordt, zal het verzoek niet ter behandeling worden geagendeerd op de raad. De verzoekers worden daarvan onverwijld in kennis gesteld. 

Het verzoek moet minstens acht dagen voor de dag van de vergadering van de raad ingediend zijn om in de eerstvolgende raad te kunnen worden behandeld, zo niet wordt het verzoek behandeld op de daaropvolgende vergadering van de raad. 

De voorzitter kan een woordvoerder van de verzoekers uitnodigen om in de raadszitting toelichting te komen geven bij het verzoek. De woordvoerder mag echter niet deelnemen aan de debatten. 

De raad doet vooraf uitspraak over haar bevoegdheid ten aanzien van de in het verzoekschrift opgenomen voorstellen en vragen. Binnen zijn bevoegdheid bepaalt de raad ook welk gevolg daaraan wordt gegeven hetwelk wordt opgenomen in de notulen van de raad.

 

 

INFORMATIE VOOR RAADSLEDEN EN PUBLIEK

 

Artikel 4. 

Plaats, dag, uur en agenda van de vergadering van de raad en de commissievergaderingen worden uiterlijk acht dagen voor de vergadering openbaar gemaakt via de gemeentelijke website.

Als agendapunten aan de agenda worden toegevoegd, wordt de aangepaste agenda uiterlijk 24 uur nadat hij is vastgesteld en uiterlijk voor de aanvang van de vergadering openbaar gemaakt. 

De agenda wordt tevens uiterlijk 5 dagen voor de raadszitting bezorgd aan alle lokale perscorrespondenten en aan de voorzitter van elke door de gemeenteraad erkende adviesraad.  Deze agenda wordt op elektronische wijze ter beschikking gesteld op een door de betrokkene opgegeven e-mailadres.

Eenieder die de raadszitting bijwoont, ontvangt bij het binnenkomen de agenda. 

Een lijst met de besluiten van de raad wordt bekend gemaakt via de gemeentelijke website, binnen een termijn van 10 dagen na de raad. De lijsten bevatten een beknopte omschrijving van de aangelegenheden die geregeld zijn in de besluiten.

Volgende besluiten en de inhoud ervan worden integraal bekendgemaakt via de gemeentelijke website:

- reglement en verordeningen van de raad;

- de rechtspositieregeling van de gemeente/OCMW en de wijzigingen ervan; 

- de beleidsrapporten;

- de besluiten van de raad over de beleidsrapporten van het AGB;

- de oprichtingsakte van het AGB en de vzw Toerisme, de statuten en de wijzigingen ervan;

- de oprichtingsakte van de intergemeentelijke samenwerkingsverbanden met rechtspersoonlijkheid.

 

Artikel 5. 

§1. Voorstellen van beslissingen en bijhorende stukken (met uitzondering van de beleidsrapporten in toepassing van artikel 3§1), worden alleen via elektronische weg ter beschikking gesteld aan de raadsleden via het documentmanagementsysteem Djuma.  

Raadsleden maken gebruik van een eigen laptop of tablet voor de raadpleging van de stukken. Een raadslid dat erom verzoekt kan een laptop krijgen van de gemeente Lanaken voor de duur van het mandaat.  Deze laptop blijft eigendom van de gemeente Lanaken en dient opnieuw te worden ingeleverd bij het einde van het mandaat. Zowel bij gebruik van een laptop van de gemeente als bij gebruik van een eigen laptop, kan een raadslid zich slechts toegang verschaffen tot de stukken in Djuma, via een Microsoft Authenticator App die moet geïnstalleerd worden op een eigen smartphone (alternatief kan ook gewerkt worden met een token).  

§2. Aan de raadsleden moet, op hun verzoek, door de algemeen directeur of door de door hem aangewezen ambtenaren, technische toelichting worden verstrekt. Onder technische toelichting wordt verstaan het verstrekken van inlichtingen ter verduidelijking van de feitelijke gegevens die in de dossiers voorkomen en van het verloop van de procedure.

 

Artikel 6.

§1. Het bestuur verbindt er zich toe dat alle raadsleden op een gelijkwaardige wijze kunnen deelnemen aan de democratische werking van de raad.  Dit door middel van het aanleveren van toegankelijke documenten en waar nodig en of mogelijk de desbetreffende personen van ondersteuning te voorzien. 

§2. Geen akte, geen stuk betreffende het bestuur van de gemeente, hetzij van uitsluitend gemeentelijk dan wel  gemengd belang, mag aan het onderzoek van de raadsleden worden onttrokken. 

§3. De raadsleden hebben tijdens de kantooruren van het secretariaat het recht van inzage in alle dossiers, stukken en akten die het  bestuur van de gemeente betreffen, ongeacht de drager.

Van het inzagerecht zijn uitgesloten:

- documenten die betrekking hebben op de wijze waarop opdrachten van zuiver algemeen belang
   worden uitgeoefend, zoals akten en registers van de burgerlijke stand, briefwisseling die de
   ambtenaar van de burgerlijke stand voert, bevolkingsregisters, strafregister (niet limitatief).

- documenten die nog in bewerking zijn

- documenten die nog ter studie liggen

De raadsleden kunnen een afschrift verkrijgen van de dossiers, stukken of akten die onder het inzagerecht vallen. 

Van het recht op afschrift zijn verder uitgesloten:

- documenten die betrekking hebben op de persoonlijke levenssfeer van cliënten van het openbaar
  centrum voor maatschappelijk welzijn of hun onderhoudsplichtigen. 

De raadsleden richten hun vraag tot het afleveren van een afschrift aan de algemeen directeur.  Het raadslid of de raadsleden met specifieke behoeften richt(en) zich voor vragen ter ondersteuning aan de algemeen directeur. Indien de algemeen directeur van oordeel is dat een gevraagd afschrift dient geweigerd te worden, zal hij deze vraag voorleggen aan het eerstvolgend college van burgemeester en schepenen/vast bureau. Het college/vast bureau zal alsdan oordelen of het afschrift al dan niet afgeleverd kan worden en zal het raadslid binnen de acht dagen, na het besluit van het college/vast bureau, hiervan in kennis stellen. 

Deze afschriften worden gratis ter beschikking gesteld, bij voorkeur op digitale wijze.  Evenwel dienen de raadsleden erop te letten dat hun aanvraag niet kennelijk onredelijk is. De kostprijs kan worden aangerekend wanneer afschriften op papier worden gevraagd en de aanvraag kennelijk onredelijk is. 

§4. De raadsleden mogen alle inrichtingen en diensten bezoeken die het lokaal bestuur opricht en beheert. Om het college/vast bureau in de mogelijkheid te stellen het bezoekrecht praktisch te organiseren, delen de raadsleden aan de algemeen directeur minstens acht werkdagen vooraf schriftelijk of via mail mee welke instelling zij op welke dag en uur willen bezoeken. Tijdens het bezoek van een gemeentelijke inrichting moeten de raadsleden passief optreden.

 

 

QUORUM

 

Artikel 7. 

Vooraleer aan de vergadering van de gemeenteraad deel te nemen, tekenen de raadsleden de aanwezigheidslijst. De namen van deze leden, die de lijst getekend hebben, worden in de notulen vermeld. Er wordt slechts één aanwezigheidslijst opgemaakt, die zowel geldt voor de gemeenteraad als voor de OCMW-raad.

 

Artikel 8.

De raad kan enkel geldig beraadslagen of beslissen als de meerderheid van de zittinghebbende raadsleden aanwezig is.

De raad kan echter, als hij eenmaal bijeengeroepen is zonder dat het vereiste aantal leden aanwezig is, na een tweede oproeping, ongeacht het aantal aanwezige leden, op geldige wijze beraadslagen of beslissen over de onderwerpen die voor de tweede maal op de agenda voorkomen. 

In die oproeping wordt vermeld dat het om een tweede oproeping gaat. In de tweede oproeping worden de bepalingen van artikel 26 DLB overgenomen.

 

 

WIJZE VAN VERGADEREN

 

Artikel 9. 

De voorzitter van de raad of bij diens afwezigheid het raadslid dat daartoe door de voorzitter schriftelijk is aangesteld, zit de raad voor. Eerst worden de agendapunten van de gemeenteraad in openbare zitting behandeld en onmiddellijk aansluitend de agendapunten van de OCMW-Raad in openbare zitting. Vervolgens wordt overgegaan tot de behandeling van de mondelinge en de schriftelijke vragen van gemeenteraad én OCMW-raad. Ten slotte vindt aan het einde van de zitting de behandeling plaats van de agendapunten in besloten vergadering, eerst de agendapunten van de gemeenteraad, vervolgens die van de OCMW-raad. De vergadering wordt door de voorzitter geopend en gesloten.

 

Artikel 10. 

Op de voor de vergadering vastgestelde dag en uur en zodra voldoende leden aanwezig zijn om geldig te kunnen beraadslagen, verklaart de voorzitter de vergadering van de gemeenteraad voor geopend. 

Indien een kwartier na het vastgestelde uur niet voldoende leden aanwezig zijn om geldig te kunnen beraadslagen, stelt de voorzitter vast dat de vergadering niet kan plaatsvinden. In voorkomend geval zal ook de aansluitende OCMW-raad niet plaatsvinden.

De OCMW-raad vindt aansluitend plaats aan de gemeenteraad, zonder onderbreking. 

 

Artikel 11. 

De algemeen directeur maakt aparte notulen op voor de gemeenteraad en voor de OCMW-raad.  De notulen van de vorige vergadering worden, behalve in spoedeisende gevallen, ten minste acht dagen voor de volgende vergadering op digitale wijze ter beschikking gesteld van de raadsleden op dezelfde wijze als bepaald in artikel 3 alinea 2. 

Elk raadslid heeft het recht om bij aanvang van de gemeenteraadszitting en OCMW-raadszitting opmerkingen te maken over de redactie van de notulen van de gemeenteraad en de OCMW-raad van de vorige vergadering.

Als die opmerkingen door de raad worden aangenomen, worden de notulen in die zin aangepast. Als er geen opmerkingen worden gemaakt, worden de notulen als goedgekeurd beschouwd en worden ze door de voorzitter van de raad en de algemeen directeur ondertekend.

In het geval de raad bij spoedeisendheid werd samengeroepen, kan de raad beslissen om opmerkingen toe te laten op de eerstvolgende vergadering 

Telkens als de raad het wenselijk acht, worden de notulen staande de vergadering opgemaakt en door de meerderheid van de raadsleden, de voorzitter en de algemeen directeur ondertekend. De notulen van de installatievergadering worden altijd staande de vergadering opgemaakt en ondertekend.

 

Artikel 12. 

De voorzitter geeft kennis van de tot de raad gerichte verzoeken en doet alle mededelingen die de raad aanbelangen. 

De vergadering vat daarna de behandeling aan van de punten die vermeld staan op de agenda, in de daardoor bepaalde volgorde tenzij de raad er anders over beslist.

 

Artikel 13.

Nadat het agendapunt werd toegelicht, vraagt de voorzitter welk raadslid aan het woord wenst te komen over het voorstel.

De voorzitter verleent het woord naar de volgorde van de aanvragen en ingeval van gelijktijdige aanvraag, naar de rangorde van de raadsleden . 

Indien de raad deskundigen wenst te horen, bepaalt de voorzitter wanneer ze aan het woord komen. 

De voorzitter kan aan de algemeen directeur vragen om een technische toelichting te geven.

 

Artikel 14. 

Het woord kan door de voorzitter niet geweigerd worden voor een rechtzetting van beweerde feiten. 

Elke raadslid kan de voorzitter met betrekking tot een agendapunt verzoeken om :

- niet te besluiten

- het agendapunt te verdagen

- het agendapunt te verwijzen naar een gemeenteraadscommissie

- de volgorde van te behandelen punten te wijzigen, weliswaar binnen de agenda van respectievelijk
  gemeenteraad of OCMW-raad. 

- het voorwerp van de beslissing concreet te omschrijven

De raad neemt in elk van deze verzoeken de eindbeslissing.

 

Artikel 15.

Elk raadslid heeft het recht om aan de raad voorgelegde voorstellen te amenderen. Amendementen worden schriftelijk en/of mondeling bij de voorzitter ingediend.

De amendementen worden voor de hoofdvraag en de subamendementen voor de amendementen ter stemming gelegd.

 

Artikel 16.

Alleen de voorzitter mag een raadslid, om redenen van ordehandhaving of met het oog op een verwijzing naar het reglement, onderbreken wanneer hij spreekt. 

Als een raadslid, aan wie het woord werd verleend, afdwaalt van het onderwerp, kan alleen de voorzitter hem of haar tot de behandeling van het onderwerp terugbrengen. Indien na een eerste verwittiging het raadslid verder van het onderwerp blijft afdwalen, kan hem of haar het woord door de voorzitter ontnomen worden. Elk raadslid dat in weerwil van de beslissing van de voorzitter tracht aan het woord te blijven, wordt geacht de orde te verstoren.

Dit geldt eveneens voor hen die het woord nemen zonder het te hebben gevraagd en bekomen en die aan het woord blijven in weerwil van het bevel van de voorzitter. 

Elk scheldwoord, elke beledigende uitdrukking en elke persoonlijke aantijging worden geacht de orde te verstoren.

 

Artikel 17. 

De voorzitter is belast met de handhaving van de orde in de vergadering. Van de handelingen die hij in dit verband stelt, wordt melding gemaakt in de notulen.

Elk raadslid dat de orde verstoort, wordt door de voorzitter tot de orde geroepen. Elk raadslid dat tot de orde werd geroepen, mag zich verantwoorden, waarna de voorzitter beslist of het verzoek tot herstel van de orde gehandhaafd of ingetrokken wordt.

 

Artikel 18. 

De voorzitter kan, na een voorafgaande waarschuwing, terstond elke toehoorder doen verwijderen, die openlijk tekens van goedkeuring of van afkeuring geeft of op enigerlei wijze wanorde veroorzaakt.

Hij/zij kan bovendien tegen deze persoon een proces-verbaal opmaken en dat proces-verbaal bezorgen aan het openbaar ministerie met oog op de eventuele vervolging van de betrokkene.

 

Artikel 19. 

Het is de voorzitter toegestaan om een raadslid te verzoeken zijn uiteenzetting in te korten, wanneer blijkt dat hij in herhaling valt.

 

Artikel 20. 

Wanneer de vergadering rumoerig wordt zodat het normale verloop van de bespreking in het gedrang wordt gebracht, kondigt de voorzitter aan dat hij bij voortduring van het rumoer de vergadering zal schorsen of sluiten. 

Indien de wanorde toch aanhoudt, schorst of sluit hij de vergadering. De raadsleden moeten dan onmiddellijk de zaal verlaten. 

Van deze schorsing of sluiting wordt melding gemaakt in de notulen.

 

Artikel 21.

Nadat de raadsleden voldoende aan het woord zijn geweest en indien hij oordeelt dat het agendapunt voldoende werd besproken, sluit de voorzitter de bespreking, onverminderd de bepalingen opgenomen in artikel 16 en 19.

 

Artikel 22. 

§1. Voor elke stemming omschrijft de voorzitter het voorwerp van het agendapunt waarover de vergadering zich moet uitspreken. 

§2. De beslissingen worden bij volstrekte meerderheid van de geldig uitgebrachte stemmen genomen zonder rekening te houden met de onthoudingen. Ingeval de stemmen staken, is het voorstel verworpen. 

§3. De gemeenteraad stemt over beleidsrapporten in hun geheel. 

Elk raadslid kan echter de afzonderlijke stemming eisen over een of meer onderdelen die hij of zij aanwijst indien het om het meerjarenplan gaat. 

In dat geval mag over het geheel eerst gestemd worden na de stemming over een of meer onderdelen die aldus zijn aangewezen en de stemming over het geheel heeft dan betrekking op de onderdelen waarover geen enkel raadslid afzonderlijk wenst te stemmen en op de onderdelen die reeds bij een afzonderlijke stemming zijn aangenomen.

 

 

WIJZE VAN STEMMEN

 

Artikel 23. 

§1. De stemmingen in de raad zijn niet geheim. 

§2. Over de volgende aangelegenheden wordt geheim gestemd:

1°de vervallenverklaring van het mandaat van raadslid en van schepen/lid vast bureau.

2°het aanwijzen van de leden van de gemeentelijke bestuursorganen of bestuursorganen van het OCMW en van de vertegenwoordigers van het lokaal bestuur in overlegorganen en in de organen van andere rechtspersonen en feitelijke verenigingen.

3° de beëindiging van het mandaat als vermeld in punt 2°.

4°individuele personeelszaken 

§3. Onder voorbehoud van de toepassing van de bepalingen in §2 stemmen de leden van de raad mondeling. 

De mondelinge stemming geschiedt door elk raadslid ja, neen of onthouding te laten uitspreken. Er kan ook gestemd worden per fractie, zonder evenwel afbreuk te kunnen doen aan het individueel stemrecht van de raadsleden of de hoofdelijke stemming te vragen. Indien een fractie in zijn geheel ja, neen of onthouding wenst te stemmen, kan de fractieleider het stemgedrag voor gans de fractie meedelen. De voorzitter bepaalt de volgorde van stemming onder de raadsleden.  

§4. De voorzitter stemt het laatst, behalve bij geheime stemming.

 

Artikel 24. 

Ook bij geheime stemming, stemmen de raadsleden ja, neen of onthouden ze zich. 

Voor de stemming en de stemopneming is het bureau samengesteld uit de voorzitter en de twee jongste raadsleden.

Ieder raadslid is gemachtigd de regelmatigheid van de stemopnemingen na te gaan.

 

Artikel 25. 

Vooraleer tot de stemopneming over te gaan, wordt het aantal stembriefjes geteld. Stemt dit aantal niet overeen met het aantal raadsleden die aan de stemming hebben deelgenomen dan worden de stembriefjes vernietigd en wordt elk raadslid uitgenodigd opnieuw te stemmen.

 

Artikel 26.

Voor elke benoeming tot ambten, elke contractuele aanstelling, elke verkiezing en elke voordracht van kandidaten wordt tot een afzonderlijke geheime stemming overgegaan. Als bij de benoeming, de contractuele aanstelling, de verkiezing of de voordracht van kandidaten de vereiste meerderheid niet wordt verkregen bij de eerste stemming, wordt opnieuw gestemd over de twee kandidaten die de meeste stemmen hebben behaald. 

Als bij de eerste stemming sommige kandidaten een gelijk aantal stemmen behaald hebben, dan wordt de jongste kandidaat tot de herstemming toegelaten. Personen worden benoemd, aangesteld, verkozen of voorgedragen bij volstrekte meerderheid van stemmen. Bij staking van stemmen heeft de jongste kandidaat de voorkeur.

 

 

VRAGENRECHT/ INTERPELLATIERECHT RAADSLEDEN

 

Artikel 27.

§1. De raadsleden hebben het recht aan de burgemeester en het college van burgemeester en schepenen/vast bureau mondelinge en schriftelijke vragen te stellen cfr de procedure bepaald in §2 van dit artikel. Vragen tot het verkrijgen van cijfermatige gegevens kunnen uitsluitend schriftelijk gesteld en beantwoord worden. 

Vragen kunnen gesteld worden zowel over actuele onderwerpen van gemeentelijk/gemengd belang (die direct effect of gevolgen hebben op het grondgebied van de gemeente Lanaken), als over aangelegenheden die het bestuur van de gemeente/OCMW betreffen als over de wijze waarop de bevoegdheden van burgemeester en schepenen/leden vast bureau worden uitgeoefend in uitvoering van de wetten, decreten en reglementaire bepalingen van hogere overheden behalve over die aangelegenheden waarover overeenkomstig wettelijke of decretale bepalingen geen informatie mag gegeven worden of in zaken waarin het college van burgemeester en schepenen/vast bureau een jurisdictionele bevoegdheid uitoefent. 

De vragen mogen niet verplichten tot het doorvoeren van omvangrijke studies of opzoekingen, tot het verzamelen van statistische gegevens of tot het houden van enquêtes, tenzij op verzoek van de raad. 

Onontvankelijk zijn bovendien:

- vragen die uitsluitend strekken tot het verkrijgen van documentatie of juridische en/of administratieve
  adviezen of inlichtingen of louter statistische inlichtingen.

- vragen die betrekking hebben op een aanhangige rechtsvordering

- vragen die intenties peilen

- vragen die enkel gesteld worden om van repliek te dienen op een reeds ontvangen antwoord

- vragen die betrekking hebben op aangelegenheden die ontsnappen aan het inzagerecht cfr. artikel
  6 §2

Het vraagrecht kan geen aanleiding geven tot het houden van een debat of interpellatie of tot het nemen van enig besluit in de raad. 

§2. Onmiddellijk na de afhandeling van de agenda van de openbare vergadering van de gemeenteraad en de OCMW-raad wordt een vraagmoment uitgetrokken tijdens hetwelk de raadsleden de mogelijkheid hebben om vragen te stellen over onderwerpen die niet op de agenda van de raad staan.

De vragen kunnen zowel mondeling als schriftelijk gesteld worden. Op schriftelijke vragen van raadsleden wordt binnen de maand na ontvangst schriftelijk geantwoord. 

Op de mondelinge vragen wordt tijdens de volgende zitting mondeling geantwoord bij het begin van het vragenmoment. De mondelinge vragen in chronologische volgorde van indiening tijdens de vorige zitting worden daartoe samen met de respectievelijk bijhorende antwoorden vooraan geplaatst op de agenda van het vragenmoment. Vragen over hetzelfde onderwerp worden samengevoegd.

Zowel de mondelinge als de schriftelijke vragen zullen kort en bondig geformuleerd worden. 

Wenst het raadslid echter een bespreking en/of debat over zijn mondelinge vraag, dan kan hij het onderwerp doen agenderen op een raadsagenda. 

In geen geval mag een vraag die geen nieuwe elementen bevat tov een eerder gestelde vraag en waarbij de omstandigheden waarop de vraag betrekking heeft ongewijzigd zijn gebleven opnieuw worden gesteld in de loop van dezelfde zitting of tijdens de onmiddellijke daarna volgende zitting. 

Bij zowel de mondelinge vraagstelling als bij het mondelinge antwoord waakt de voorzitter erover dat de tijdsduur van 2 minuten niet overschreden wordt en onderbreekt desgevallend de tussenkomst. 

Vragen en antwoorden worden opgenomen in de notulen.                    

 

 

VERZOEKSCHRIFTEN AAN DE RAAD

 

Artikel 28. 

§1. Ieder heeft het recht verzoekschriften door een of meer personen ondertekend schriftelijk bij de organen van het lokaal bestuur in te dienen.

De verzoekschriften moeten handelen over een onderwerp van openbaar en gemeentelijk belang met uitsluiting van elk particulier belang. In geval van betwisting inzake ontvankelijkheid van een verzoekschrift doen de aanwezige raadsleden hierover uitspraak. Verzoekschriften die een onderwerp betreffen dat niet tot de bevoegdheid van het lokaal bestuur behoort, zijn onontvankelijk.

Het verzoekschrift dient in elk geval de naam en adres van de verzoeker(s) en het onderwerp te vermelden en wordt ten minste acht dagen voor de dag van de vergadering ingediend op het gemeentesecretariaat.

Het verzoek wordt ingediend met een formulier, dat de gemeente ter beschikking stelt en wordt via brief of mail aan de algemeen directeur overgemaakt. 

§2. De raad kan de bij hem ingediende verzoekschriften naar het college van burgemeester en schepenen/vast bureau of naar een gemeenteraadscommissie verwijzen met het verzoek om over de inhoud ervan uitleg te verstrekken. 

De verzoeker of, indien het verzoekschrift door meer personen ondertekend is, de eerste ondertekenaar van het verzoekschrift, kan worden gehoord door een orgaan van de gemeente/OCMW. In dat geval heeft de verzoeker of de eerste ondertekenaar van een verzoekschrift het recht zich te laten bijstaan door een persoon naar keuze. 

§3. De gemeente/OCMW verstrekt binnen 30 dagen na de indiening van het verzoekschrift een gemotiveerd antwoord aan de verzoeker of indien het verzoekschrift door meer personen ondertekend is aan de eerste ondertekenaar van het verzoekschrift.

 

 

NOTULEN

 

Artikel 29. 

De algemeen directeur maakt aparte notulen op voor de gemeenteraad en voor de OCMW-raad. 

De notulen vermelden in chronologische volgorde alle besproken onderwerpen alsook het gevolg dat gegeven werd aan die punten waaromtrent de raad geen beslissing genomen heeft. Zij maken eveneens duidelijk melding van alle beslissingen en het resultaat van de stemmingen. 

Behalve bij geheime stemming vermelden de notulen hoe elk raadslid gestemd heeft.  Van deze laatste verplichting kan worden afgeweken voor beslissingen genomen met unanimiteit. 

Een raadslid kan vragen om in de notulen de rechtvaardiging van zijn stemgedrag op te nemen.  Wanneer die rechtvaardiging meer bedraagt dan 1 regel, dient deze schriftelijk overhandigd te worden aan de algemeen directeur. 

Elk raadslid heeft het recht zijn tussenkomst over een bepaald punt woordelijk te laten notuleren. Wanneer de tussenkomst meer bedraagt dan 1 regel dient deze tussenkomst schriftelijk overhandigd te worden aan de algemeen directeur.

Zowel de mondelinge als de schriftelijke vragen en de daaropvolgende antwoorden zullen in de notulen opgenomen worden. 

De notulen worden bekendgemaakt via de gemeentelijke website binnen de 10 dagen nadat ze zijn aangenomen. Naast de notulen wordt er ook een zittingsverslag opgemaakt onder de vorm van een audio-opname. Deze audio-opname wordt binnen dezelfde termijn op de website gepubliceerd.

 

 

ONDERTEKENING AKTEN VAN DE RAAD

 

Artikel 30. 

§1. De reglementen, verordeningen, beslissingen, akten van raad en alle andere stukken of briefwisseling die specifiek betrekking hebben op de raad worden ondertekend door de voorzitter van de raad en mede ondertekend door de algemeen directeu

§2. De reglementen, verordeningen, beslissingen en akten van de burgemeester en van het college van burgemeester en schepenen/vast bureau worden ondertekend door de burgemeester en mede ondertekend door de algemeen directeur. 

§3. De beslissingen, de akten en de briefwisseling van personeelsleden, belast met het budgethouderschap, worden door deze personeelsleden ondertekend als ze enkel betrekking hebben op hun budgethouderschap. 

§4. Alle voor eensluidende verklaarde afschriften en briefwisseling worden ondertekend door de burgemeester en mede ondertekend door de algemeen directeur.

 

 

KENNISGEVINGEN

 

Artikel 31. 

§1. De notulen van de vergadering van het college van burgemeester en schepenen/vast bureau worden goedgekeurd op de eerstvolgende gewone vergadering van het college van burgemeester en schepenen/vast bureau. 

De notulen  zijn raadpleegbaar via het documentmanagementsysteem Djuma daags na de goedkeuring ervan door het college van burgemeester en schepenen/vast bureau. 

§2. Als de toezichthoudende overheid een besluit heeft genomen over een klacht die werd ingediend tegen een besluit van de gemeenteoverheid of van het OCMW, zal het besluit van de toezichthoudende overheid ter kennis gebracht worden op de eerste raad die volgt op de ontvangst van het besluit. In alle andere gevallen, met uitzondering van de gevallen waarin de regelgeving in een expliciete kennisgeving aan de raad voorziet, zullen besluiten en mededelingen van toezichthoudende- en andere overheden, ter kennis worden gebracht via eenvoudige mail aan de raadsleden.    

 

 

SPREEKRECHT VOOR ADVIESRADEN

 

Artikel 32. 

Indien de raad erom vraagt, kan een afgevaardigde namens een adviesraad, het standpunt van de adviesraad komen toelichten over een gevraagd onderwerp of agendapunt. 

Indien deze toelichting wordt gevraagd voor de behandeling van een bepaald agendapunt van diezelfde raadszitting, zal de openbare zitting daartoe geschorst worden. Indien de gevraagde toelichting geen verband houdt met de behandelende agendapunten van die raadszitting, zal er tijd voor vrijgemaakt worden na afloop van het vragenmoment van de raadsleden en van het spreekrecht/vragenmoment voor het publiek.

 

 

RAADSCOMMISSIES

 

Artikel 33. 

De gemeenteraad richt in zijn midden één verenigde commissie, 3 beleidscommissies en één tuchtcommissie en één deontologische commissie op. De tuchtcommissie en deontologische commissie zijn ad hoc commissies. De verenigde commissie heeft tot doel de raadsleden informatie en toelichting te verstrekken rond toekomstige beleidsinitiatieven alsmede omtrent de uitvoering en de stand van zaken van belangrijke beleidsdossiers en besprekingen te organiseren omtrent belangrijke beleidsdossiers. 

De drie beleidscommissies beschikken, elk wat hun beleidsdomein betreft, over de volgende bevoegdheden :

- het voorbereiden van de besprekingen in de raadszittingen

- het verlenen van advies over de materies die behoren tot de bevoegdheid van de raad

- het formuleren van voorstellen over de wijze waarop vorm wordt gegeven aan de inspraak van de bevolking telkens als dat voor de beleidsvoering wenselijk wordt geacht. 

De tuchtcommissie zal bij apart besluit worden opgericht, indien de noodzaak zich stelt, waarbij de werkingsmodaliteiten van deze commissie in het oprichtingsbesluit worden opgenomen.

 

Artikel 34. 

De volgende drie beleidscommissies worden opgericht :

- Commissie van algemeen bestuur, burger- en economische zaken en financiën (tevens functionerend als begrotingscommissie)

- Commissie van leefomgeving en openbare werken

- Commissie vrije tijd en sociale zaken

 

Artikel 35. 

De verenigde commissie bestaat uit alle leden van de raad.

Elke beleidscommissie en de deontologische commissie, bestaan uit 11 effectieve leden gekozen onder de raadsleden en wordt als volgt samengesteld : eerst vindt een voorafname plaats waarbij aan elke fractie één vertegenwoordiger wordt toegewezen.  De overige mandaten worden verdeeld, door het systeem Imperiali toe te passen op de zetelverdeling in de raad.  In elk geval moet de som van het aantal mandaten dat toekomt aan de fracties waarvan leden deel uitmaken van het college van burgemeester en schepenen/vast bureau steeds hoger zijn dan de som van het aantal mandaten dat toekomt aan de andere fracties.

De samenstelling van deze raadscommissies vindt plaats door middel van voordrachtaktes gericht aan de voorzitter van de gemeenteraad.  Om ontvankelijk te zijn moet de akte van voordracht voor elk van de kandidaten-commissieleden en hun kandidaat-plaatsvervanger, ten minste ondertekend zijn door een meerderheid van de leden van de fractie waarvan het kandidaat-commissielid deel uitmaakt.  Indien de fractie van het kandidaat-commissielid slechts uit twee verkozenen bestaat, volstaat de handtekening van één van hen. Niemand kan meer dan één akte ondertekenen per beschikbaar mandaat voor de fractie. 

Naast het effectief lidmaatschap kan ieder raadslid elke commissievergadering bijwonen. 

Elke commissie wordt voorgezeten door een raadslid. De burgemeester of schepen kan geen voorzitter zijn van een raadscommissie.

De algemeen directeur kan de zittingen van de raadscommissies bijwonen. 

In de begrotingscommissie zetelen de burgemeester, de schepen van financiën, de algemeen directeur en de financieel directeur van rechtswege. 

 

Artikel 36

Wat betreft de wijze van oproeping van deze commissievergaderingen, zijn de artikels 3 en 5 van huidig reglement van toepassing. 

Agendapunten die een toelichting zijn van punten van de raad, zijn ter inzage 8 dagen voor de desbetreffende raadzitting.  In de andere gevallen zijn dossiers ter inzage cfr. artikels 3 en 5 van het huidig reglement.  

De commissies kunnen steeds deskundigen en belanghebbenden uitnodigen om gehoord te worden , met inbegrip van het lid/de leden van het college/vast bureau dat/die bevoegd is/zijn voor het respectievelijke beleidsdomein van de commissie. 

Mits uitdrukkelijke vermelding in de schriftelijke uitnodiging is het bevoegd lid van het college verplicht om de vergadering van de commissie bij te wonen, waarbij het lid zich kan laten bijstaan door een of meer ambtenaren of andere deskundigen.

 

Artikel 37. 

De commissies vergaderen zo dikwijls als de zaken die tot hun bevoegdheden behoren, het vereisen. Zij kunnen vergaderen ongeacht het aantal deze aanwezige leden. De zittingen van de commissies zijn openbaar. 

De voorzitter waakt over het ordelijk verloop van de vergaderingen van zijn commissie, overeenkomstig artikel 16 tot en met 21 van onderhavig huishoudelijk reglement.

Het ambt van secretaris (indien daarom uitdrukkelijk wordt gevraagd door de commissie) wordt waargenomen door de algemeen directeur of door een of meer ambtenaren van de gemeente op voorstel van de algemeen directeur.

De bijeenroeping gebeurt door de voorzitter overeenkomstig de procedure zoals bepaald voor de bijeenroeping van de raad.

Op vraag van een derde van de leden van de commissie is de voorzitter verplicht de commissie bijeen te roepen op dag en uur door deze leden bepaald, met dien verstande dat de verplichte termijn van 8 dagen tussen oproeping en vergadering door de voorzitter kan gerespecteerd worden. 

In hun schriftelijke vraag moeten deze leden de agenda vermelden vergezeld van een verklarende nota.

De leden van het college/vast bureau en de raadsleden kunnen, zonder stemrecht, de commissies waarvan zij geen deel uitmaken bijwonen en mogen er eveneens het woord voeren. 

Voor elke bijeenkomst zal er een aanwezigheidslijst getekend worden door de leden. 

De installatie van de commissies dient te gebeuren uiterlijk binnen de twee maanden na de installatie van de gemeenteraad.

De installatievergadering van elke commissie wordt bijeengeroepen en voorgezeten door de burgemeester.

 

 

FRACTIES

 

Artikel 38

Op de installatievergadering van de gemeenteraad worden de fracties vastgesteld.

Eén of meerdere leden van de gemeenteraad kunnen verklaren niet meer te behoren tot de fractie.  Zij dienen dit schriftelijk te doen, gericht aan de voorzitter van de raad. In voorkomend geval zetelen ze als onafhankelijk raadslid en kan dat lid niet meer zetelen, noch als lid van deze fractie noch als lid van een andere fractie.  Alleen aan fracties zoals vastgesteld in de gemeenteraad van 2 december 2024, wordt een fractietoelage toegekend, berekend op het aantal raadsleden dat er deel van uitmaakt op die datum, ongeacht latere wijzigingen. 

Op 2 december 2024 zijn de volgende fracties vastgesteld :

Team Burgemeester (15 leden)

CD&V (7 leden)

N-VA (3 leden)

Vlaams Belang (2 leden)

Vooruit (1 lid)

Groen (1 lid) 

Elke fractie heeft een vrije keuze tot aanstelling van een fractieleider.

 

 

PRESENTIEGELD

 

Artikel 39. 

Aan de raadsleden, met uitzondering van de burgemeester en de schepenen/leden vast bureau, wordt presentiegeld verleend voor elke vergadering van de raad waarop zij aanwezig zijn. Het presentiegeld wordt voor de legislatuur 2025-2030 vastgesteld op 200 euro per zitting. De voorzitter van de raad ontvangt een dubbel presentiegeld. Voor één gemeenteraad en aansluitende OCMW-raad wordt slechts één presentiegeld toegekend.

Dit presentiegeld wordt alleen uitbetaald indien een raadslid minstens de behandeling van de helft van de agendapunten van de gemeenteraad en OCMW-raad (tezamen) heeft bijgewoond, zoals blijkt uit de notulen van de raad.

Presentiegelden worden ook toegekend aan de raadsleden, aanwezig voor de verdaging van de raadszitting wegens een onvoldoende quorum om geldig te beraadslagen en te beslissen, ongeacht of er op die raadzitting enige beraadslaging of stemming plaats had of enige beslissing werd genomen.

De stemgerechtigde leden in de commissies, met uitzondering van de burgemeester en de schepenen/leden vast bureau, ontvangen eveneens een presentiegeld dat voor de legislatuur 2025-2030 vastgesteld wordt op 100 euro per zitting. De voorzitter van een commissie ontvangt geen dubbel presentiegeld

 

Artikel 40.

Buiten voormeld presentiegeld hebben de raadsleden geen recht op terugbetaling van gemaakte kosten.

 

Artikel 41.

Bij afzonderlijk besluit kan de gemeenteraad beslissen een fractietoelage toe te kennen.

 

Artikel 42.

De bepalingen van het decreet lokaal bestuur hebben voorrang op de bepalingen opgenomen in onderhavig huishoudelijk reglement en bij onduidelijkheden primeren de bepalingen van het decreet lokaal bestuur.