Type document
Uittreksel document
Openbare behandeling van agendapunt
Stedenbouwkundige verordening groenvoorzieningen & - waarborg
Aanwezigen bij agendapunt
Aanwezige leden
- Tony Castermans (Gemeenteraadslid)
- Brecht Geurts (Gemeenteraadslid)
- Christel Gorissen (Gemeenteraadslid)
- Jean-Pierre Hermans (Gemeenteraadslid)
- Vera Jans (Gemeenteraadslid)
- Anita Jeurissen (Gemeenteraadslid)
- Leo Joosten (Gemeenteraadslid)
- Marino Keulen (Gemeenteraadslid)
- Sarah Loubele (Gemeenteraadslid)
- Jolein Martens (Gemeenteraadslid)
- Boris Mechels (Gemeenteraadslid)
- Rudi Mechels (Gemeenteraadslid)
- Jeroen Moors (Gemeenteraadslid)
- Pierre Nelissen (Gemeenteraadslid)
- Jasmine Neven (Gemeenteraadslid)
- Dirk Opsteyn (Gemeenteraadslid)
- Bert Paulissen (Gemeenteraadslid)
- Astrid Puts (Gemeenteraadslid)
- Alice Roemans (Gemeenteraadslid)
- Michel Stevens (Gemeenteraadslid)
- Freddy Stouten (Gemeenteraadslid)
- Dominique Terwingen (Gemeenteraadslid)
- Piet Van Berkel (Gemeenteraadslid)
- Noëlla Vanaubel (Gemeenteraadslid)
- Peter Verheyen (Gemeenteraadslid)
- Raf Withofs (Gemeenteraadslid)
Afwezige leden
- Denis Geurts (Gemeenteraadslid)
- Pieter Janssen (Gemeenteraadslid)
- Viviane Schellingen (Gemeenteraadslid)
Stemmingen bij agendapunt
De leden van de raad stemmen openbaar
Het voorstel van besluit
Aanwezigen tijdens de stemming
- Tony Castermans
- Brecht Geurts
- Christel Gorissen
- Jean-Pierre Hermans
- Vera Jans
- Anita Jeurissen
- Leo Joosten
- Marino Keulen
- Sarah Loubele
- Jolein Martens
- Boris Mechels
- Rudi Mechels
- Jeroen Moors
- Pierre Nelissen
- Jasmine Neven
- Dirk Opsteyn
- Bert Paulissen
- Astrid Puts
- Alice Roemans
- Michel Stevens
- Freddy Stouten
- Dominique Terwingen
- Piet Van Berkel
- Noëlla Vanaubel
- Peter Verheyen
- Raf Withofs
Effectieve stemmers
- Tony Castermans
- Brecht Geurts
- Christel Gorissen
- Jean-Pierre Hermans
- Vera Jans
- Anita Jeurissen
- Leo Joosten
- Marino Keulen
- Sarah Loubele
- Jolein Martens
- Boris Mechels
- Rudi Mechels
- Jeroen Moors
- Pierre Nelissen
- Jasmine Neven
- Dirk Opsteyn
- Bert Paulissen
- Astrid Puts
- Alice Roemans
- Michel Stevens
- Freddy Stouten
- Dominique Terwingen
- Piet Van Berkel
- Noëlla Vanaubel
- Peter Verheyen
- Raf Withofs
Totaal aantal voorstanders: 14
Totaal aantal tegenstanders: 0
Totaal aantal onthoudingen, blanco of ongeldig: 12
Voorstanders
- Tony Castermans
- Christel Gorissen
- Anita Jeurissen
- Marino Keulen
- Sarah Loubele
- Jolein Martens
- Jeroen Moors
- Pierre Nelissen
- Jasmine Neven
- Dirk Opsteyn
- Astrid Puts
- Michel Stevens
- Dominique Terwingen
- Peter Verheyen
Onthoudingen, blanco of ongeldig
- Brecht Geurts
- Jean-Pierre Hermans
- Vera Jans
- Leo Joosten
- Boris Mechels
- Rudi Mechels
- Bert Paulissen
- Alice Roemans
- Freddy Stouten
- Piet Van Berkel
- Noëlla Vanaubel
- Raf Withofs
Met als gevolg,
Willy Stöcker neemt deel aan de stemming. Goedgekeurd met 15 stemmen akkoord (Open Vld/Vooruit-Groen) en 12 onthoudingen (CD&V, N-VA en Vlaams Belang) (27).
Openbare titel besluit:
Stedenbouwkundige verordening groenvoorzieningen & - waarborg
Korte openbare beschrijving:
Het aangepast ontwerp van verordening werd van 27 februari 2023 tot en met 27 maart 2023 onderworpen aan het openbaar onderzoek.
Er werden in het kader van het openbaar onderzoek geen bezwaren ingediend, zodat de verordening ter goedkeuring aan de gemeenteraad wordt voorgelegd.
De gemeenteraad,
Bevoegdheid
Het decreet over het lokaal bestuur, Artikel 40.
Het decreet over het lokaal bestuur, Artikel 41.
Het begrip dagelijks bestuur zoals vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 24 juni 2019.
Juridische context
Art.2.3.2 § 2 VCRO bepaalt dat de gemeenteraad een stedenbouwkundige verordeningen kan vaststellen voor de materie omschreven in artikel 2.3.1 (oa. 10° aanleg van groen en beplantingen), in artikel 4.2.5 en in artikel 4.4.1, § 3, tweede lid, voor het gehele grondgebied van de gemeente of voor een deel waarvan hij de grenzen bepaalt met naleving van de door de Vlaamse Regering en de provincieraad vastgestelde stedenbouwkundige verordeningen.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen kunnen de aanvrager van een omgevingsvergunning technische en financiële lasten opleggen. Alle lasten die in artikel 75 tot en met 77 van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning vermeld worden, kunnen door middel van een gemeentelijke stedenbouwkundige verordening op algemene wijze opgelegd worden.
Op 7 juli 2022 keurde het College van Burgemeester en Schepenen het ontwerp van gemeentelijke stedenbouwkundige verordening inzake groenbuffer &- waarborg principieel goed. Daarbij werd de opstart van een plan-MER-screening, nodig ingevolge uitspraak Europees Hof Justitie dd. 7/06/18, goedgekeurd.
Op 24 november 2022 keurde het College van Burgemeester en Schepenen principieel het ontwerp van gemeentelijke stedenbouwkundige verordening inzake groenbuffer &- waarborg na plan mer-adviezen goed.
Op 16 februari 2023 keurde het College van Burgemeester en Schepenen principieel het aangepast ontwerp van stedenbouwkundige verordening inzake groenvoorzieningen en –waarborg goed, rekening houdende met de formele adviezen van het departement Omgeving, de provincie en de Gecoro.
Feitelijke context en argumentatie
Het departement Omgeving, afdeling GOP gaf op 20 december 2022 gunstig advies zonder bijkomende aanvullingen.
De provincie Limburg gaf op 20 december 2022 een gunstig advies met inhoudelijke aanvullingen en/of vragen die door het College van Burgemeester en Schepenen dd. 16 februari 2023, deels weerhouden, dan wel gemotiveerd niet weerhouden werden.
De Gecoro gaf op 5 januari 2023 een gunstig advies met inhoudelijke aanvullingen en/of vragen die door het College van Burgemeester en Schepenen dd. 16 februari 2023, deels weerhouden, dan wel gemotiveerd niet weerhouden werden.
De Minaraad gaf op 7 maart 2023 een gunstig advies met inhoudelijke aanvullingen die door het College van Burgemeester en Schepenen dd. 6 april 2023 deels weerhouden, dan wel gemotiveerd niet weerhouden werden.
Beslissing
Enig artikel : De gemeenteraad keurt navolgende stedenbouwkundige verordening inzake groenvoorzieningen en –waarborg goed : Gemeentelijke stedenbouwkundige verordening groenvoorzieningen & - waarborg Artikel 1 : opzet In het kader van het Lokaal Energie- en Klimaatpact slaan Vlaanderen en lokale besturen de handen in elkaar om samen de nodige transitie in het energie- en klimaatbeleid waar te maken. Het pact wil de Vlaamse steden en gemeenten ondersteunen in het behalen van concrete doelstellingen en bouwt voort op bestaande initiatieven zoals het Burgemeestersconvenant 2030. De focus ligt op vier punten : vergroening, energie, mobiliteit en regenwater. Het Pact omvat wederzijdse engagementen, waarbij van de gemeente onder meer wordt verwacht dat zij de burgers, bedrijven en verenigingen stimuleren om samen de concrete streefdoelen uit het Pact te behalen. Als gemeente zet Lanaken sterk in op klimaat en energie met de acties en doelstellingen opgenomen binnen het klimaatactieplan 2030 en het meerjarenplan 2020-2025. Naast de ontwikkeling van duurzame & klimaatvriendelijke bedrijventerreinen; het stimuleren van een klimaatreflex bij de industrie focust de gemeente Lanaken ook op ontharding van verharde oppervlaktes & vergroeningsprojecten, zoals aanplant van groenbuffers - & voorzieningen. Om een garantie in te bouwen voor een effectieve realisatie van groenbuffers en - voorzieningen zal aan de omgevingsvergunning een last worden verbonden door middel van het stellen van een financiële waarborg. Artikel 2 : toepassingsgebied De verordening is van toepassing op alle aanvragen op het grondgebied van Lanaken tot het verkrijgen van een omgevingsvergunning voor bedrijfsgebouwen en/of -terreinen en verkavelingen met aanleg van nieuwe wegenisinfrastructuur, waarbij vanuit landschappelijk oogpunt groenvoorzieningen dienen aangelegd te worden. Artikel 3 : definities Bedrijfsgebouwen en/of – terreinen Bedrijfsgebouw(en): de verzameling van alle percelen waarop zich minstens één bedrijfsgebouw bevindt, als één geheel te beschouwen en waar een economische activiteit heeft plaatsgevonden of plaatsvindt. Bedrijfsterreinen : alle percelen waar een economische activiteit plaatsvindt of zal plaats vinden.
Economische activiteit: Iedere industriële, ambachtelijke, handels-, diensten-, landbouw- of tuinbouw-, opslag of administratieve activiteit.
Verkavelingen met aanleg van nieuwe wegenisinfrastructuur. Verkaveling : een grond die vrijwillig verdeeld is in minimum 2 of meer kavels om tenminste één van deze kavels te verkopen of te verhuren voor meer dan 9 jaren, om er een recht van erfpacht of opstal op te vestigen, of om één van deze overdrachtsvormen aan te bieden, zélfs onder opschortende voorwaarde, zulks met het oog op woningbouw of de oprichting van constructies
Gegradeerde groenbuffer Een gegradeerde buffer bestaat uit laag- en hoogstammige dichtgroeiende gewassen. Deze buffer bestaat uit inheemse soorten, met uitzondering van de bomen en kruidachtigen. Hiervoor mogen ook soorten gekozen worden die aangepast zijn aan het veranderend klimaat. Het percentage aan siergras- en zeggesoorten mag maximaal 10% van de kruidlaag bedragen, de overige 90% wordt aangevuld met andere soorten.
Landschappelijk oogpunt De aard en samenstelling van de groenvoorziening is afhankelijk van de aard en de inplanting van het gebouw en dient een harmonisch geheel te vormen met het omringende landschap. Artikel 4 : groenvoorzieningen § 1. Algemeen De aanplanting van groenvoorzieningen dient uitgevoerd te worden in gradatie met standplaatsgerichte, klimaatbestendige soorten overeenkomstig de plannen en opgelegde voorwaarden in de omgevingsvergunning. Op verzoek van de aanvrager kan een soortenlijst ter schikking gesteld worden. De infiltratievoorzieningen mogen geen deel uitmaken van de groen- voorziening. De aan te planten bomen hebben een minimale stamomtrek van 10-12 cm en worden aangeplant met een onderlinge plantafstand van maximaal 6 meter. Hoogstammige bomen moeten op minstens twee meter van de perceelsgrens ingepland worden. Hagen hebben een plantafstand van 4 tot 5 stuks per lopende meter. Heesters hebben een plantdichtheid van 1 tot 2 stuks per vierkante meter. De plantdichtheid van kruidachtigen is afhankelijk van de aan te planten soort. Het aanplanten van invasieve soorten is verboden.
§ 2. Specifiek Bij bedrijfsgebouwen en/of - terreinen dient de aanplanting over een breedte van minimaal 2,00m gerealiseerd te worden. Bij bedrijven die activiteiten uitvoeren zoals opgenomen in rubriek 2 van VLAREM II dient de groenbuffer opgetrokken te worden tot minimaal 5,00m. Aan de voorzijde van het bedrijfsperceel dient het zicht van het bedrijfsgebouw door middel van de groenvoorziening doorbroken te worden. Bij verkavelingen met aanleg van nieuwe wegenisinfrastructuur gelden de voorschriften uit § 1 van dit artikel met uitzondering van de gradatie en de infiltratievoorzieningen. Artikel 5 : inplantingsplan met overzicht beplanting en kostenraming §1 Bij het indienen van de omgevingsvergunning dient het inplantingsplan een overzicht van de te voorziene beplanting of groenvoorziening met bijhorende marktconforme kostprijsraming, incl. eenheidsprijzen, te bevatten. §2 Het inplantingsplan dient minstens volgende gegevens te bevatten: de inplanting van de gebouwen, infrastructuur en groenvoorziening en ligging t.o.v. de gebouwen, een plantenlijst met de juiste locatie van de planten, de volledige Latijnse naam van de planten en de variëteit, het aantal planten per soort per m², het type beplanting (bomen, vrij groeiende heester, kruidachtigen en ev. hagen), de plantmaat, de plantafstand of het aantal rijen. §3 Bij een uitbreiding of aanpassing van een bestaand gebouw moet er eveneens een inplantingsplan voor de bestaande én nieuwe inrichting opgemaakt worden. Artikel 6 : stedenbouwkundige voorschriften Voor omgevingsvergunningsaanvragen die zich situeren binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan, een bijzonder plan van aanleg, een inrichtingsplan of verkavelingsplan gelden de voorschriften van de respectievelijke plannen.
Artikel 7 : omvang & tijdstip groenwaarborg De bouwheer dient op basis van de kostprijsraming van de te voorziene beplanting of groenvoorziening een financiële waarborg te stellen. Deze groenwaarborg wordt door de gemeente vastgesteld op 1,3 keer voormelde kostprijsraming. Als het totaal bepaalde bedrag voor de groenwaarborg minder dan € 1000 bedraagt, dient dit bedrag als een minimale forfaitaire waarborg gesteld te worden. Het volledige bedrag van de groenwaarborg dient binnen een termijn van 30 kalenderdagen ná de bekendmaking van de vergunning en uiterlijk vóór de aanvang van de vergunde werken aan de gemeente te zijn overgemaakt door storting op rekeningnummer van de gemeente met vermelding dossiernummer en naam van de aanvrager of door het stellen van een bankwaarborg voor het vastgestelde bedrag ten voordele van de gemeente met vermelding dossiernummer en naam van de aanvrager. Deze bankwaarborg dient een clausule te bevatten waarbij de gemeente voor wie de waarborg is bestemd, over de borgsom zal kunnen beschikken zodra ze hierom verzoekt om de lasten te kunnen verwezenlijken, wanneer vastgesteld werd dat deze gedeeltelijk of helemaal niet uitgevoerd werden. Bij gebreke hieraan zullen de aangevatte werken door de gemeente gedwongen stil gelegd worden, met alle onnodige kosten en risico’s hieraan voor de bouwheer verbonden. Artikel 8 : groenaanleg conform omgevingsvergunning De groenaanleg dient te gebeuren conform de verleende omgevingsvergunning. Na de uitvoering van de groenwerken dient de bouwheer de gemeente Lanaken, dienst Omgeving, hiervan schriftelijk of per email in kennis te stellen. De vrijgave van de waarborgsom of de melding voor het opheffen van een bankwaarborg gebeurt na vaststelling door de bevoegde ambtenaar van de gemeente Lanaken, dat de beplanting is uitgevoerd conform de omgevingsvergunning. De gemeente neemt de beslissing tot terugbetaling uiterlijk 3 maanden na de aanvraag tot vrijgave van de waarborgsom. Een vervroegde of gedeeltelijke terugbetaling is niet mogelijk. Bij vrijgave van de waarborg kunnen geen interesten worden gevorderd. Bij een weigering van de vergunning (in laatste aanleg) kan de waarborg ook teruggevraagd worden aan de gemeente.
Artikel 9 : handhaving bij gebreke aan groenaanleg conform omgevingsvergunning Het niet naleven van de opgelegde voorwaarde tot groenaanleg maakt dat de werken niet conform de omgevingsvergunning zijn uitgevoerd en bijgevolg kunnen de voorziene handhavingsmaatregelen, zoals opgenomen in het Decreet van 25 april 2014 betreffende de handhaving van de omgevingsvergunning, worden toegepast. Indien er geen spontaan herstel gebeurt of geen regularisatievergunning wordt afgeleverd en ook geen minnelijke schikking wordt afgesloten, wordt het herstel gevraagd via de bestuurlijke herstelmaatregelen, last onder dwangsom of bestuursdwang. Bij last onder dwangsom zal bij besluit van de burgemeester een dwangsom opgelegd worden, inhoudende een bedrag per tijdseenheid waarin de last niet is uitgevoerd. Bij bestuursdwang zal de gemeente de vergunde groenvoorzieningen op kosten van de in gebreke blijvende bouwheer uitvoeren. De waarborg die na het tweede plantseizoen na de ingebruikname nog niet vrijgegeven is, wordt als verworven beschouwd voor de gemeente. De gemeente engageert zich om de verworven waarborgen te herinvesteren in algemeen openbaar groenaanleg. Het niet aanplanten van de groenaanleg binnen deze termijn ontlast de bouwheer niet van de voorwaarde opgelegd in de omgevingsvergunning. Artikel 10 : inwerkingtreding Deze gemeentelijke verordening gaat in voege op 1 juni 2023, indien de schorsingstermijn verlopen is en de publicatie in het Belgisch Staatsblad heeft plaats gevonden. |