Nieuwe pagina: bestuurseenheid.zittingen.zitting.uittreksels.detail.raw

Vlaanderen

publicatie.gelinkt-notuleren.vlaanderen.be Naar de hoofdinhoud

Type document
Uittreksel document

Openbare behandeling van agendapunt

02. Deontologische code voor lokale mandatarissen (gepland)

Aanwezigen bij agendapunt

Aanwezige leden

  • René De Becker (Lid van de Raad voor Maatschappelijk Welzijn)
  • Walter De Brouwer (Lid van de Raad voor Maatschappelijk Welzijn)
  • Melody Debaetselier (Lid van de Raad voor Maatschappelijk Welzijn)
  • Carla Demaertelaere (Lid van de Raad voor Maatschappelijk Welzijn)
  • Kristien Goeminne (Lid van de Raad voor Maatschappelijk Welzijn)
  • David Haelterman (Lid van de Raad voor Maatschappelijk Welzijn)
  • Gabriëla Langmans (Lid van de Raad voor Maatschappelijk Welzijn)
  • Sofie Lapiere (Lid van de Raad voor Maatschappelijk Welzijn)
  • Wim Moons (Lid van de Raad voor Maatschappelijk Welzijn)
  • Bart Nevens (Lid van de Raad voor Maatschappelijk Welzijn)
  • Francis Peeters (Lid van de Raad voor Maatschappelijk Welzijn)
  • Stef Ryckmans (Lid van de Raad voor Maatschappelijk Welzijn)
  • Alexandra Thienpont (Lid van de Raad voor Maatschappelijk Welzijn)
  • Hendrik Trappeniers (Lid van de Raad voor Maatschappelijk Welzijn)
  • Ann Van de Casteele (Lid van de Raad voor Maatschappelijk Welzijn)
  • Mia Vandervelde (Lid van de Raad voor Maatschappelijk Welzijn)
  • Wim Vangoidsenhoven (Lid van de Raad voor Maatschappelijk Welzijn)
  • Hans Vanhoof (Lid van de Raad voor Maatschappelijk Welzijn)
  • Ann Vannerem (Lid van de Raad voor Maatschappelijk Welzijn)
  • Tine Vanneste (Lid van de Raad voor Maatschappelijk Welzijn)
  • Maarten Willems (Lid van de Raad voor Maatschappelijk Welzijn)

Afwezige leden

  • Axel Degreef (Lid van de Raad voor Maatschappelijk Welzijn)
  • Sabine Ledens (Lid van de Raad voor Maatschappelijk Welzijn)
  • Thomas Malisart (Lid van de Raad voor Maatschappelijk Welzijn)
  • Jonas Piot (Lid van de Raad voor Maatschappelijk Welzijn)
  • Harold Vanheel (Lid van de Raad voor Maatschappelijk Welzijn)
  • Chris Wynants (Lid van de Raad voor Maatschappelijk Welzijn)

Stemmingen bij agendapunt

De leden van de raad stemmen openbaar

Stemming over het subamendement

Aanwezigen tijdens de stemming

  • René De Becker
  • Walter De Brouwer
  • Melody Debaetselier
  • Carla Demaertelaere
  • Kristien Goeminne
  • David Haelterman
  • Gabriëla Langmans
  • Sofie Lapiere
  • Wim Moons
  • Bart Nevens
  • Francis Peeters
  • Stef Ryckmans
  • Alexandra Thienpont
  • Hendrik Trappeniers
  • Ann Van de Casteele
  • Mia Vandervelde
  • Wim Vangoidsenhoven
  • Hans Vanhoof
  • Ann Vannerem
  • Tine Vanneste
  • Maarten Willems

Effectieve stemmers

  • René De Becker
  • Walter De Brouwer
  • Melody Debaetselier
  • Carla Demaertelaere
  • Kristien Goeminne
  • David Haelterman
  • Gabriëla Langmans
  • Sofie Lapiere
  • Wim Moons
  • Bart Nevens
  • Francis Peeters
  • Stef Ryckmans
  • Alexandra Thienpont
  • Hendrik Trappeniers
  • Ann Van de Casteele
  • Mia Vandervelde
  • Wim Vangoidsenhoven
  • Hans Vanhoof
  • Ann Vannerem
  • Tine Vanneste
  • Maarten Willems

Totaal aantal voorstanders: 20

Totaal aantal tegenstanders: 0

Totaal aantal onthoudingen, blanco of ongeldig: 1

Voorstanders

  • René De Becker
  • Walter De Brouwer
  • Melody Debaetselier
  • Carla Demaertelaere
  • Kristien Goeminne
  • David Haelterman
  • Gabriëla Langmans
  • Wim Moons
  • Bart Nevens
  • Francis Peeters
  • Stef Ryckmans
  • Alexandra Thienpont
  • Hendrik Trappeniers
  • Ann Van de Casteele
  • Mia Vandervelde
  • Wim Vangoidsenhoven
  • Hans Vanhoof
  • Ann Vannerem
  • Tine Vanneste
  • Maarten Willems

Onthoudingen, blanco of ongeldig

  • Sofie Lapiere

Met als gevolg,

Goedgekeurd

De leden van de raad stemmen openbaar

De raad voor maatschappelijk welzijn heeft een nieuwe deontologische code goedgekeurd.

Aanwezigen tijdens de stemming

  • René De Becker
  • Walter De Brouwer
  • Melody Debaetselier
  • Carla Demaertelaere
  • Kristien Goeminne
  • David Haelterman
  • Gabriëla Langmans
  • Sofie Lapiere
  • Wim Moons
  • Bart Nevens
  • Francis Peeters
  • Stef Ryckmans
  • Alexandra Thienpont
  • Hendrik Trappeniers
  • Ann Van de Casteele
  • Mia Vandervelde
  • Wim Vangoidsenhoven
  • Hans Vanhoof
  • Ann Vannerem
  • Tine Vanneste
  • Maarten Willems

Effectieve stemmers

  • René De Becker
  • Walter De Brouwer
  • Melody Debaetselier
  • Carla Demaertelaere
  • Kristien Goeminne
  • David Haelterman
  • Gabriëla Langmans
  • Sofie Lapiere
  • Wim Moons
  • Bart Nevens
  • Francis Peeters
  • Stef Ryckmans
  • Alexandra Thienpont
  • Hendrik Trappeniers
  • Ann Van de Casteele
  • Mia Vandervelde
  • Wim Vangoidsenhoven
  • Hans Vanhoof
  • Ann Vannerem
  • Tine Vanneste
  • Maarten Willems

Totaal aantal voorstanders: 20

Totaal aantal tegenstanders: 0

Totaal aantal onthoudingen, blanco of ongeldig: 1

Voorstanders

  • René De Becker
  • Walter De Brouwer
  • Melody Debaetselier
  • Carla Demaertelaere
  • Kristien Goeminne
  • David Haelterman
  • Gabriëla Langmans
  • Wim Moons
  • Bart Nevens
  • Francis Peeters
  • Stef Ryckmans
  • Alexandra Thienpont
  • Hendrik Trappeniers
  • Ann Van de Casteele
  • Mia Vandervelde
  • Wim Vangoidsenhoven
  • Hans Vanhoof
  • Ann Vannerem
  • Tine Vanneste
  • Maarten Willems

Onthoudingen, blanco of ongeldig

  • Sofie Lapiere

Met als gevolg,

Goedgekeurd

Openbare titel besluit:

02. Deontologische code voor lokale mandatarissen


Korte openbare beschrijving:

De raad voor maatschappelijk welzijn heeft een nieuwe deontologische code goedgekeurd.


Raad voor maatschappelijk welzijn,


  • Gelet op het decreet over het lokaal bestuurinzonderheid de artikels 71 en 74 dat stelt dat de artikels 10, 27 en 39 eveneens van toepassing zijn voor de raad voor maatschappelijk welzijn;

  • Gelet op artikel 39 van het decreet over het lokaal bestuur dat stelt dat de raad voor maatschappelijk welzijn een deontologische code dient aan te nemen en dat zij eveneens een deontologische commissie dient op te richten waarvan de samenstelling – deze bestaat uit minstens één vertegenwoordiger per fractie uit de raad voor maatschappelijk welzijn - , de werking en bevoegdheid dient geregeld te worden in de deontologische code;

  • Overwegende dat een deontologische code de lokale mandatarissen een kader geeft waarbinnen ze  hun mandaat moeten uitoefenen. De samenleving stelt, terecht, hoge eisen aan mandatarissen. Als lokaal geëngageerd politicus is men kwetsbaar. De deontologische code is in de eerste plaats dan ook niet gemaakt om te bestraffen, maar om een veilige omgeving te creëren waarbinnen de lokale mandatarissen moeten werken. De code is  een algemene leidraad voor lokale mandatarissen om deontologisch zorgvuldig te kunnen handelen bij de uitoefening van het mandaat. Dit handelen steunt op de volgende waarden: dienstbaarheid, functionaliteit, onafhankelijkheid, openheid, vertrouwelijkheid en zorgvuldigheid;

  • Overwegende dat een deontologische code maar werkt wanneer de politici de draagwijdte van de inhoud goed begrijpen;

  • Overwegende dat de deontologische code, zoals goedgekeurd door de raad voor maatschappelijk welzijn op 6 februari 2013, niet meer up-to-date is en dient vervangen te worden door een nieuwe code conform het decreet over het lokaal bestuur;

  • De voorzitter dient 1 subamendement in:

    Subamendement: Artikel 32 §2 en 3 conform de samenstelling van de raadscommissies

     

    De commissie bestaat uit 8 leden en de mandaten in de deontologische commissie worden evenredig verdeeld, conform het systeem D’Hondt toegepast op basis van het stemmenaantal, over de fracties waaruit de gemeenteraad werd samengesteld tijdens de installatievergadering.

     

    Niet vertegenwoordigde fracties kunnen een lid met raadgevende stem voordragen. Dit aantal wordt in mindering gebracht bij de voordrachten van de fracties die wel vertegenwoordigd zijn.

     

    De NVA-fractie dient 2 amendementen in om het agendapunt te wijzigen:

     

    Amendement 1: Voorgesteld geamendeerd Artikel 32 §2

    De commissie bestaat uit 9 leden en de mandaten in de deontologische commissie worden evenredig verdeeld, conform het systeem D’Hondt toegepast op basis van het stemmenaantal, over de fracties waaruit de gemeenteraad werd samengesteld tijdens de installatievergadering.

     

    Amendement 2: Voorgesteld geamendeerd Artikel 32 §3

    Niet vertegenwoordigde fracties kunnen een lid met raadgevende stem voordragen. Dit aantal wordt in mindering gebracht bij de voordrachten van de fracties die wel vertegenwoordigd zijn.

     

    Verklaring bij Amendementen op Artikel 32

    In artikel 32 (“Naleving en handhaving van de deontologische code”) wordt de samenstelling van de op te richten deontologische commissie beschreven.

    • Er wordt verwezen naar verdeling conform systeem D’Hondt. Het lijkt logisch te verduidelijken of dit slaat dan wel op het zetelaantal dan wel op het behaalde stemmenaantal (amendement 1).

    • Hierbij wordt – naar analogie met de raadscommissies -  ook aangegeven dat niet vertegenwoordigde fracties een lid met raadgevende stem kunnen voordragen. Er wordt echter toegevoegd dat dit het aantal stemgerechtigde leden naar beneden zou halen, wat niet alleen zeer vreemd is, maar waarbij ook niet vermeld wordt bij welke fractie er dan een mandaat zou vervallen? Wordt dit opnieuw volgens systeem D’Hondt herberekend (en dan volgens welke criteria, ttz stemmen dan wel zetels)? En wat als er meerdere fracties in dergelijke situatie zouden verkeren? Vandaar lijkt het logisch om de analogie met raadscommissies gewoon door te trekken.

     

    Het subamendement wordt goedgekeurd.

     

    Aangezien het subamendement werd goedgekeurd met 20 stemmen voor en 1 onthouding werd er niet gestemd over de amendementen die ingediend werden door de NVA-fractie.

Beslist,

Artikel 1

De deontologische code, integraal opgenomen in artikel 2 van deze beslissing, wordt goedgekeurd.

Artikel 2

De tekst van de deontologische code luidt als volgt:

Deontologische code voor lokale mandatarissen

Toepassingsgebied

 

Artikel 1:

De deontologische code  is van toepassing op de lokale mandatarissen, hieronder wordt begrepen:

de voorzitter van de raad voor maatschappelijk welzijn, de leden van de raad voor maatschappelijk welzijn, de voorzitter van het vast bureau, de leden van het vast bureau, de voorzitter van het bijzonder comité voor de sociale dienst, de leden van het bijzonder comité voor de sociale dienst.

Deze code is bij uitbreiding eveneens van toepassing op de medewerkers van de lokale mandatarissen, welke ook hun statuut of hoedanigheid is (kabinets- en fractiemedewerkers), en op de vertrouwenspersonen.

Lokale mandatarissen die namens de het OCMW andere mandaten bekleden, zijn in die hoedanigheid eveneens ertoe gehouden de bepalingen van de deontologische code na te leven. Dit geldt zowel voor de mandaten die rechtstreeks in verband staan met hun ambt als voor alle hiervan afgeleide mandaten.

Indien een mandaat namens de het OCMW wordt opgenomen door een extern persoon, dus niet vermeld onder de eerste paragraaf van dit artikel, zal bij diens aanstelling gevraagd worden deze deontologische code te onderschrijven.

Zij zullen er tevens over waken dat zij, ook buiten het kader van deze mandaten, geen dienstverlenende activiteiten ontplooien die afbreuk doen aan de eer en de waardigheid van hun ambt.

 

Belangenvermenging

Artikel 2:

Een lokale mandataris mag zijn/haar invloed en stem niet gebruiken voor het eigen persoonlijk belang. Dat mag ook niet voor het persoonlijk belang van een ander persoon of het belang van een organisatie bij wie hij/zij een directe of indirecte betrokkenheid heeft.

Artikel 3:

Een lokale mandataris gaat actief en uit zichzelf alle vormen van belangenvermenging tegen. Een lokale mandataris neemt geen deel aan de bespreking en de stemming wanneer er sprake is van een beslissing waarbij belangenvermenging speelt.

Artikel 4:

Een lokale mandataris beseft dat mogelijke belangenvermenging niet beperkt is tot de bespreking en stemming. Daarom zorgt een lokale mandataris dat er ook geen enkele beïnvloeding is tijdens de andere fases van het besluitvormingsproces.

Artikel 5:

Een lokale mandataris zorgt dat bij contacten met de burger nooit de schijn gewekt wordt dat particuliere belangen begunstigd (kunnen) worden.

Artikel 6:

Een lokale mandataris mag de in artikel 10 van het Decreet Lokaal Bestuur genoemde functies niet uitoefenen.

Artikel 7:

Een lokale mandataris mag de in artikel 27 §2 van het Decreet Lokaal Bestuur genoemde overeenkomsten en handelingen niet aangaan.

Artikel 8:

Ter bevordering van de transparantie en om schijn van partijdigheid te voorkomen, meldt een lokale mandataris aan de algemeen directeur welke betaalde en onbetaalde mandaten hij/zij vervult naast het politiek mandaat bij het lokaal bestuur.

Artikel 9:

Een lokale mandataris meldt aan de algemeen directeur wanneer hij/zij substantiële financiële belangen heeft (bijvoorbeeld aandelen of opties) in een onderneming waarmee het OCMW zaken doet of waarin het OCMW een belang heeft.

Artikel 10:

De door een lokale mandataris gemelde mandaten en substantiële financiële belangen zijn openbaar en worden ter inzage gelegd. Ook een tussentijds ontstaan mandaat of belang moet meegedeeld worden. De algemeen directeur of een personeelslid dat daartoe door de algemeen directeur werd aangewezen, draagt zorg voor een geactualiseerde openbare lijst van gemelde mandaten en belangen.

 

Corruptie

 

Artikel 11:

Een lokale mandataris mag zijn/haar invloed en stem niet laten kopen of beïnvloeden door geld, goederen, diensten of andere gunsten die hem/haar gegeven of beloofd werden.

Artikel 12:

Een lokale mandataris moet actief en uit zichzelf corruptie tegengaan.

 

Het aannemen van geschenken

Artikel 13:

Een lokale mandataris neemt geen geschenken aan die hem/haar door zijn/haar functie worden aangeboden. Eventueel uitgezonderd zijn de incidentele, kleine attenties (zoals een bloemetje of een fles wijn) waarbij de schijn van corruptie en beïnvloeding minimaal is én waarbij minstens aan één van de onderstaande voorwaarden voldaan wordt:

-           Het weigeren of teruggeven van het geschenk zou de gever ernstig kwetsen of bijzonder in verlegenheid brengen.

-           De overhandiging van het geschenk vindt in het openbaar plaats.

-           Het terugbezorgen van het geschenk is praktisch onwerkbaar.

-           Het gaat om een prijs die door de lokale mandataris gewonnen wordt bij een tombola of activiteit.

Artikel 14:

Als geschenken (die niet onder artikel 13 van deze code vallen) in het bezit komen van een lokale mandataris, wordt dit door de lokale mandataris gemeld aan de algemeen directeur.

Afhankelijk van de aard van het geschenk en de omstandigheden waarin het gegeven werd, wordt het ofwel alsnog terugbezorgd, ofwel eigendom van het OCMW. De algemeen directeur registreert deze giften en geeft ze in alle transparantie een OCMW bestemming.

Artikel 15:

De raad voor maatschappelijk welzijn kan in concrete gevallen afwijken van de regels die gelden over het aannemen van geschenken. Dit kan enkel in volledige openbaarheid.

Het aannemen van persoonlijke geschenken, voordelen en diensten

Artikel 16:

Een lokale mandataris accepteert geen persoonlijke geschenken, voordelen of diensten van anderen, die hem/haar uit door zijn/haar functie worden aangeboden, ontvangen, tenzij aan alle onderstaande voorwaarden voldaan wordt:

-           Het weigeren ervan maakt het raadswerk onmogelijk of onwerkbaar.

-           Het gaat niet om corruptie of beïnvloeding.

Het aannemen van uitnodigingen (voor bijvoorbeeld diners of recepties)

Artikel 17:

Een lokale mandataris accepteert uitnodigingen (lunches, diners, recepties en andere) die door anderen betaald of gefinancierd worden enkel wanneer aan alle onderstaande voorwaarden voldaan wordt:

-           De uitnodiging behoort tot de uitoefening van het raadswerk.

-           De aanwezigheid kan worden beschouwd als functioneel (protocollaire taken, formele vertegenwoordiging van het OCMW, …).

-           De schijn van corruptie of beïnvloeding is minimaal.

Het accepteren van reizen, verblijven en werkbezoeken

Artikel 18:

Een lokale mandataris accepteert werkbezoeken, waarbij reis- en verblijfkosten door anderen betaald worden alleen bij hoge uitzondering. Een dergelijke invitatie dient altijd besproken te worden op de raad voor maatschappelijk welzijn of een fractievoorzittersoverleg. De invitatie kan alleen geaccepteerd worden wanneer het bezoek aantoonbaar van belang is voor het OCMW en de schijn van corruptie of beïnvloeding minimaal is. Van een dergelijk werkbezoek wordt altijd (schriftelijk) verslag gedaan aan de raad.

Het gebruik van faciliteiten en middelen van het lokaal bestuur

Artikel 19:

Een lokale mandataris houdt zich aan de regels die vastgelegd zijn over het gebruik van faciliteiten en middelen van het lokaal bestuur.

Artikel 20:

Een lokale mandataris houdt zich aan de regels die vastgesteld zijn voor het gebruik van interne voorzieningen die voor het raadswerk worden voorzien zoals opgenomen in het huishoudelijk reglement.

Omgaan met informatie

Artikel 21:

De raad voor maatschappelijk welzijn werkt onder het principe van principiële openbaarheid. Zij ziet erop toe dat het vast bureau alle relevante informatie aangaande dossiers, stukken en akten openbaar toegankelijk maakt.

Artikel 22:

Een lokale mandataris communiceert eerlijk over de redenen en motieven op basis waarvan hij/zij individueel gestemd heeft. Daarnaast communiceert een lokale mandataris eerlijk over de reden en motieven op basis waarvan de raad als geheel de beslissing genomen heeft.

Artikel 23:

Een lokale mandataris is gebonden aan het beroepsgeheim wanneer hij/zij door de functie van lokale mandataris kennis krijgt van geheimen die door personen aan het OCMW zijn toevertrouwd. Bekendmaking van deze geheimen is verboden, behalve wanneer de wet de openbaring oplegt of mogelijk maakt.

Artikel 24:

Naast het strenge beroepsgeheim geldt eveneens een geheimhoudingsplicht voor lokale mandatarissen. Deze plicht beschermt wat besproken wordt tijdens een besloten vergadering (feiten, meningen, overwegingen…).

Artikel 25:

Een lokale mandataris heeft een algemene discretieplicht. Hij/zij gaat op discrete en voorzichtige wijze om met de informatie die hem/haar toekomt in de uitoefening van zijn/haar functie.

Artikel 26:

Een lokale mandataris gebruikt de informatie die hij/zij kreeg door de uitoefening van zijn/haar functie enkel voor zijn/haar raadswerk en niet voor zijn/haar persoonlijk belang of voor het persoonlijk belang van anderen.

Artikel 27:

Een lokale mandataris maakt brieven niet openbaar en stuurt e-mails niet door wanneer het niet zeker is dat de afzender daarmee zou instemmen. Bij twijfel over de bedoeling van de afzender wordt de expliciete toestemming gevraagd.

Onderlinge omgang en afspraken over vergaderingen

Artikel 28:

Raadsleden gaan respectvol om met elkaar, de voorzitter en de leden van het vast bureau, de voorzitter en de leden van het bijzonder comité voor de sociale dienst en de personeelsleden van het OCMW.

Artikel 29:

Raadsleden richten zich tot elkaar, de leden van het college/het vast bureau en de leden van het bijzonder comité, de algemeen directeur en de andere personeelsleden op een correcte wijze en dit zowel verbaal, non-verbaal als schriftelijk, inclusief de elektronische communicatie.

Artikel 30:

Lokale mandatarissen houden zich aan het huishoudelijk reglement en volgen tijdens de vergaderingen van de politieke organen de aanwijzingen van de voorzitter op.

Artikel 31:

Lokale mandatarissen onthouden zich in het openbaar, dus ook in openbare raads- en commissievergaderingen, van negatieve uitlatingen over individuele personeelsleden.

Naleving en handhaving van de deontologische code

 

Artikel 32:

De raad voor maatschappelijk welzijn richt een deontologische commissie op.

De commissie bestaat uit 8 leden en de mandaten in de deontologische commissie worden evenredig verdeeld, conform het systeem D’Hondt toegepast op basis van het stemmenaantal, over de fracties waaruit de gemeenteraad werd samengesteld tijdens de installatievergadering.

Niet vertegenwoordigde fracties kunnen een lid met raadgevende stem voordragen.

Onafhankelijke raadsleden vormen geen fractie en zijn niet vertegenwoordigd in de deontologische commissie.

De voorzitter van de raad voor maatschappelijk welzijn is ook voorzitter van de deontologische commissie. Deze dient niet door de desbetreffende fractie te worden voorgedragen maar vermindert het aantal voor te dragen leden voor deze fractie met 1.

Elke fractie wijst haar mandaten in de commissie toe met een voordracht gericht aan de voorzitter van de raad voor maatschappelijk welzijn. Bij deze voordracht kunnen ook één of meer plaatsvervangers aangeduid worden die in opgesomde volgorde het commissielid vervangen bij afwezigheid of wanneer die betrokken partij is. Een plaatsvervanger is een raadslid voorgedragen door dezelfde fractie, tenzij de fractie maar één lid telt. . In dat geval kan ook een raadslid van een andere fractie voorgesteld worden. Een fractie kan tijdens de bestuursperiode steeds beslissen een ander lid aan te duiden en/of één of meer plaatsvervangers te vervangen of toe te voegen.
Gaat het om een mogelijke schending van de code door de voorzitter van de commissie, dan wordt tijdens de hele procedure daarover de voorzitter vervangen conform art. 7, §5, derde lid van het decreet over het lokaal bestuur.

Gaat het om een mogelijke schending van de code door een lid van de commissie, dan wordt tijdens de hele procedure daarover het lid vervangen door een plaatsvervanger in volgorde van hoe ze door de fractie werden voorgedragen.

Artikel 33:

De voorzitter van de deontologische commissie is verantwoordelijk voor de oproeping en stelt de agenda op.

De commissie wordt bijeengeroepen wanneer dat nodig is conform art. 39 van deze code. De voorzitter is daarenboven gehouden de commissie bijeen te roepen op aanvraag van minstens een derde van haar leden.

De oproepingen vermelden in elk geval de plaats, de dag, het tijdstip en de agenda van de vergadering en worden tenminste 8 dagen voor de vergadering aan de leden bezorgd. In geval van hoogdringendheid, te beoordelen door de voorzitter, wordt de bijeenroeping tenminste 3 dagen voor de vergadering bezorgd. De agendapunten moeten voldoende duidelijk omschreven zijn. Voor elk agendapunt wordt het dossier dat erop betrekking heeft, ter beschikking van de leden van de commissie vanaf de verzending van de agenda.

De bezorging van de oproeping, de agenda en de dossier gebeurt op dezelfde wijze als dat gebeurt in de raad, met als verschil dat enkel de leden van de deontologische commissie deze oproep, agenda en dossiers ontvangen.

De vergaderingen van de deontologische commissie zijn niet openbaar.

De leden van de commissie werken volgens volgende principes:

-           De handhaving is onpartijdig.

-           Men is terughoudend met publiciteit.

-           Men gaat zorgvuldig om met de vermeende schender.

Artikel 34:

De commissie is bevoegd voor:

-           Het formuleren van een gemotiveerd advies aan de raad over het vermoeden van een schending van deze code door personen die door deze code gevat worden zoals voorzien in de procedure van art. 38 tot 40 van deze code.

-           Het geven van adviezen en aanbevelingen aan de raad over de inhoud van deze code met het oog op het bijsturen ervan. Dat kan op eigen initiatief van de commissie of minstens één keer per bestuursperiode op vraag van de raad conform art. 41 van deze code.

-           …

Artikel 35:

De raad voor maatschappelijk welzijn ziet erop toe dat de fracties en de individuele lokale mandatarissen volgens de deontologische code handelen.

Er zijn verschillende fasen te onderscheiden die spelen bij het toezien op de naleving van de deontologische code, namelijk:

-           het voorkomen van mogelijke schendingen

-           het signaleren van vermoedens van schendingen van de deontologische code

-           het eventueel onderzoeken van vermoedens van schendingen van de deontologische code

-           het eventueel zich uitspreken over schendingen van de deontologische code

Het voorkomen van mogelijke schendingen

Artikel 36:

Wanneer een lokale mandataris twijfelt of een handeling die hij/zij wil verrichten een overtreding van de code zou kunnen zijn, wint het lid hierover advies in bij de algemeen directeur of het personeelslid dat door de algemeen directeur daartoe werd aangewezen.

Artikel 37:

Wanneer een lokale mandataris twijfelt over een nog niet uitgevoerde handeling van een andere lokale mandataris, dan waarschuwt hij/zij die persoon. De lokale mandataris verwoordt de twijfels en verwijst de betrokkene zo nodig door naar de algemeen directeur of het personeelslid dat door de algemeen directeur daartoe werd aangewezen.

Het signaleren van vermoedens van schendingen

(= start formele procedure binnen het lokaal bestuur)

Artikel 38:

Wanneer een lokale mandataris vermoedt dat een regel van de deontologische code is overtreden door een andere lokale mandataris, dan kan hij/zij dit aankaarten bij de algemeen directeur (of het personeelslid dat door de algemeen directeur daartoe werd aangewezen).

Al dan niet na het gesprek met de algemeen directeur (of het personeelslid dat door de algemeen directeur daartoe werd aangewezen), wanneer het vermoeden van een schending blijft bestaan, meldt de lokale mandataris dit aan de voorzitter van de raad voor maatschappelijk welzijn en aan de algemeen directeur die samen een vooronderzoek doen onder mandaat van de deontologische commissie. De algemeen directeur kan een personeelslid aanwijzen om dat in zijn/haar plaats te doen.

Het onderzoeken van vermoedens van schendingen

Artikel 39:

Wanneer de raadsvoorzitter en de algemeen directeur (of het daartoe aangewezen personeelslid) besluiten dat de melding onontvankelijk is dan betekent dit meteen het einde van de procedure die gestart werd naar aanleiding van dit vermoeden. De commissieleden worden hierover wel geïnformeerd.

Is de melding ontvankelijk dan onderzoekt de commissie de melding. De voorzitter van de deontologische commissie roept de commissie bijeen binnen de dertig dagen na de melding. De periode van dertig dagen wordt geschorst van 11 juli tot en met 15 augustus.

De commissie onderzoekt de melding en geeft zowel de melder als de vermeende schender de kans zich te laten horen. Ook mogelijke getuigen kunnen gehoord worden. Niemand kan daartoe verplicht worden.

Na het horen van betrokkenen bespreekt de commissie het vermoeden van schending en wordt een gemotiveerd advies overgemaakt aan de raad voor maatschappelijk welzijn.

 

Het zich uitspreken over schendingen

(= einde formele procedure binnen het lokaal bestuur)

Artikel 40:

Enkel de raad voor maatschappelijk welzijn kan zich uitspreken of een mandataris van het OCMW een schending heeft begaan. Dat kan op basis van het gemotiveerd advies van de deontologische commissie. Als de raad beslist om af te wijken van het advies dan moet de vermeende schender de kans krijgen om door de raad zelf gehoord te worden vooraleer de raad ten gronde besluit.

Wanneer de raad voor maatschappelijk welzijn vaststelt dat deze code geschonden werd door een mandataris van het OCMW, dan kan de raad:

-           zich uitdrukkelijk distantiëren van het gedrag van een raadslid.

-           vragen dat het raadslid zich verontschuldigt.

-           beslissen een melding te doen bij het parket of Audit Vlaanderen.

-           bij een kennelijk wangedrag of grove nalatigheid van of door de voorzitter of een lid van het vast bureau, de voorzitter of een lid van het bijzonder comité of de raadsvoorzitter een dossier overmaken aan de Vlaamse regering zodat die een tuchtonderzoek kan instellen.

-           …

 

Evalueren van de deontologische code

Artikel 41:

Minimaal één keer per bestuursperiode evalueert de raad de deontologische code. De raad vraagt daarvoor eerst advies aan de deontologische commissie. Daarbij wordt o.a. bekeken of de code nog actueel is, nog goed werkt en of ze nageleefd wordt.

Enkele algemene bepalingen

Artikel 42:

De lokale mandatarissen zullen voor de omschrijving van hun dienstverlenende activiteiten geen termen gebruiken die verwarring kunnen scheppen met officiële, door de overheden ingestelde instanties belast met het verstrekken van informatie of met de behandeling van klachten. Het gebruik van de termen ‘klachtendienst’ en andere afleidingen of samenstellingen is verboden.

Artikel 43:

De lokale mandatarissen maken in hun verkiezingscampagnes en -mailings die gericht zijn op individuen geen melding van de diensten die zij eventueel voor de betrokkenen hebben verricht. In geen geval mogen zij de indruk wekken dat zij om steun vragen in ruil voor bewezen diensten.

Artikel 44:

Bij hun optreden op en buiten het lokale bestuursniveau en in hun contacten met individuen, groepen, instellingen en bedrijven, geven de lokale mandatarissen principieel voorrang aan het algemeen boven het particulier belang.

Artikel 45:

Elke vorm van rechtstreekse dienstverlening, informatiebemiddeling, doorverwijzing of begeleiding gebeurt zonder enige materiële of geldelijke tegenprestatie van welke aard of omvang ook en mag geen vorm van cliëntenwerving inhouden.

Artikel 46:

De lokale mandatarissen staan op dezelfde gewetensvolle manier ten dienste van alle burgers zonder onderscheid van geslacht, huidskleur, afstamming, sociale stand, nationaliteit, filosofische en/of religieuze overtuiging, ideologische voorkeur of persoonlijke gevoelens.

Informatiebemiddeling

Artikel 47:

Het behoort tot de wezenlijke taken van de lokale mandataris informatie te ontvangen en te verstrekken, in het bijzonder over de diensten die instaan voor informatieverstrekking en over de manier waarop de burger zelf informatie kan opvragen in het kader van de openbaarheid van bestuur.

Artikel 48:

De lokale mandatarissen stellen informatie ter beschikking van de burger met betrekking tot de werking van de diensten die instaan voor de behandeling van klachten over het optreden of het niet-optreden van de overheid.

Artikel 49:

Informatie waarop de vraagsteller geen recht heeft, die de goede werking van de administratie kan doorkruisen of die de privacy van anderen in het gedrang kan brengen, mogen door de lokale mandatarissen niet worden doorgegeven.

Artikel 50:

De lokale mandatarissen verwijzen de vragensteller, waar mogelijk, naar de bevoegde administratieve dienst(en). Waar het gaat om de behandeling van klachten en/of conflicten, worden de belanghebbenden in eerste instantie doorverwezen naar de bevoegde klachtendienst.

Administratieve begeleiding en ondersteuning

Artikel 51:

De lokale mandatarissen kunnen de burgers ondersteunen en begeleiden in hun relatie met de administratie of met de betrokken instanties. Zij kunnen de burgers helpen om, via de daartoe geëigende kanalen en procedures, een aanvraag te richten tot de overheid, informatie te verkrijgen over de stand van zaken in een dossier, daarover nadere uitleg en toelichting te vragen en vragen te stellen over de administratieve behandeling van dossiers.

Artikel 52:

Bij de administratieve begeleiding en ondersteuning van de burgers respecteren de lokale mandatarissen de onafhankelijkheid van de diensten en van de personeelsleden, de objectiviteit van de procedures en de termijnen die als redelijk moeten worden beschouwd voor de afhandeling van soortgelijke dossiers.

Artikel 53:

De briefwisseling met de overheid, gevoerd in het kader van de administratieve begeleiding en ondersteuning, wordt uitsluitend op naam van de burger gesteld. Er wordt op geen enkele wijze melding gemaakt van de begeleidende en ondersteunende rol van de lokale mandataris.

Bespoedigings- en begunstigingstussenkomsten

Bespoedigingstussenkomsten

Artikel 54:

Bespoedigingstussenkomsten zijn tussenkomsten waarbij lokale mandatarissen een administratieve procedure proberen te bespoedigen in gevallen of in dossiers die zonder die tussenkomst een regelmatige afloop of resultaat zouden krijgen, maar dan na verloop van een langere verwerkings- of behandelingstermijn.

Dergelijke tussenkomsten, die een ongelijke behandeling van de betrokken burgers inhouden, zijn verboden.

Begunstigingstussenkomsten

Artikel 55:

Begunstigingstussenkomsten zijn tussenkomsten waarbij de lokale mandataris zijn voorspraak aanwendt om de afloop of het resultaat van een zaak of van een dossier te beïnvloeden in de door de belanghebbende burger gewenste zin.

Dergelijke tussenkomsten zijn verboden.

Artikel 56:

Tussenkomsten bij selectievoerende instanties, die tot doel hebben het verhogen van kansen op benoeming, aanstelling en bevordering in de administratie, zijn verboden.

Lokale mandatarissen die om steun gevraagd worden door of voor kandidaten die een functie, aanstelling of bevordering ambiëren, delen betrokkene mee dat de aanstelling, de benoeming of de bevordering gebeurt op basis van de geldende normen en procedures. Zij verwijzen de belanghebbende naar de bevoegde dienst of instantie.

Artikel 57:

Lokale mandatarissen mogen occasioneel en op eigen initiatief personen aanbevelen bij werkgevers in de particuliere sector. Ze mogen geen enkele tegenprestatie, van welke aard ook, beloven of leveren aan de betrokken werkgevers.

Artikel 58:

De algemeen directeur neemt de nodige maatregelen opdat de dossierbehandelende personeelsleden alle tussenkomsten opnemen in het desbetreffende administratieve dossier, wat ook de aard van de tussenkomst of de hoedanigheid van de tussenkomende persoon is.

Artikel 59:

Louter informatieve vragen van algemene of technische aard worden niet beschouwd als tussenkomsten die in het administratief dossier dienen te worden opgenomen.