Nieuwe pagina: bestuurseenheid.zittingen.zitting.uittreksels.detail.index

Vlaanderen

publicatie.gelinkt-notuleren.vlaanderen.be Naar de hoofdinhoud

Uittreksel van Gemeenteraad Kortenberg , zitting van 12 september 2022, 18:00

Datum publicatie: 16 september 2022

Openbare behandeling van agendapunt

10. Algemene bestuurlijke politieverordening: Overtreding begaan met een motorvoertuig bij afwezigheid van de bestuurder en Verbod oneigenlijk gebruik van schadelijke middelen zoals lachgas (gepland)

Aanwezigen bij agendapunt

Aanwezige leden

  • René De Becker (Gemeenteraadslid)
  • Walter De Brouwer (Gemeenteraadslid)
  • Melody Debaetselier (Gemeenteraadslid)
  • Axel Degreef (Gemeenteraadslid)
  • Carla Demaertelaere (Gemeenteraadslid)
  • David Haelterman (Gemeenteraadslid)
  • Gabriëla Langmans (Gemeenteraadslid)
  • Thomas Malisart (Gemeenteraadslid)
  • Wim Moons (Gemeenteraadslid)
  • Bart Nevens (Gemeenteraadslid)
  • Francis Peeters (Gemeenteraadslid)
  • Jonas Piot (Gemeenteraadslid)
  • Stef Ryckmans (Gemeenteraadslid)
  • Alexandra Thienpont (Gemeenteraadslid)
  • Ann Van de Casteele (Gemeenteraadslid)
  • Mia Vandervelde (Gemeenteraadslid)
  • Wim Vangoidsenhoven (Gemeenteraadslid)
  • Harold Vanheel (Gemeenteraadslid)
  • Hans Vanhoof (Gemeenteraadslid)
  • Ann Vannerem (Gemeenteraadslid)
  • Tine Vanneste (Gemeenteraadslid)
  • Maarten Willems (Gemeenteraadslid)

Afwezige leden

  • Kristien Goeminne (Gemeenteraadslid)
  • Sabine Ledens (Gemeenteraadslid)
  • Hendrik Trappeniers (Gemeenteraadslid)
  • Chris Wynants (Gemeenteraadslid)
  • Marinus van Greuningen (Gemeenteraadslid)

Voorzitter: Ann Van de Casteele

Secretaris: Leen Ceuppens

Stemmingen bij agendapunt

De leden van de raad stemmen openbaar

De gemeenteraad besliste om in de Algemene Bestuurlijke Politieverordening een paragraaf toe te voegen m.b.t. overtredingen met motorvoertuigen bij afwezigheid van identificatie van de bestuurder, en om een extra artikel toe te voegen houdende het verbod op oneigenlijk gebruik van schadelijke middelen zoals lachgas.

Aanwezigen tijdens de stemming

  • René De Becker
  • Walter De Brouwer
  • Melody Debaetselier
  • Axel Degreef
  • Carla Demaertelaere
  • David Haelterman
  • Gabriëla Langmans
  • Thomas Malisart
  • Wim Moons
  • Bart Nevens
  • Francis Peeters
  • Jonas Piot
  • Stef Ryckmans
  • Alexandra Thienpont
  • Ann Van de Casteele
  • Mia Vandervelde
  • Wim Vangoidsenhoven
  • Harold Vanheel
  • Hans Vanhoof
  • Ann Vannerem
  • Tine Vanneste
  • Maarten Willems

Effectieve stemmers

  • René De Becker
  • Walter De Brouwer
  • Melody Debaetselier
  • Axel Degreef
  • Carla Demaertelaere
  • David Haelterman
  • Gabriëla Langmans
  • Thomas Malisart
  • Wim Moons
  • Bart Nevens
  • Francis Peeters
  • Jonas Piot
  • Stef Ryckmans
  • Alexandra Thienpont
  • Ann Van de Casteele
  • Mia Vandervelde
  • Wim Vangoidsenhoven
  • Harold Vanheel
  • Hans Vanhoof
  • Ann Vannerem
  • Tine Vanneste
  • Maarten Willems

Goedgekeurd, met eenparigheid van stemmen

Openbare titel besluit:

10. Algemene bestuurlijke politieverordening: Overtreding begaan met een motorvoertuig bij afwezigheid van de bestuurder en Verbod oneigenlijk gebruik van schadelijke middelen zoals lachgas

Korte openbare beschrijving:

De gemeenteraad besliste om in de Algemene Bestuurlijke Politieverordening een paragraaf toe te voegen m.b.t. overtredingen met motorvoertuigen bij afwezigheid van identificatie van de bestuurder, en om een extra artikel toe te voegen houdende het verbod op oneigenlijk gebruik van schadelijke middelen zoals lachgas.


Gemeenteraad, 


  • Gelet op het decreet over het lokaal bestuur, meer bepaald artikel 40§3;

  • Gelet op de nieuwe gemeentewet, meer bepaald artikel 119 en 135 §2 waarin bepaald wordt dat de bevoegdheid voor het nemen van politieverordeningen is toegewezen aan de lokale besturen;

  • Gelet op de wet betreffende de gemeentelijke administratieve sancties;

  • Gelet op de Algemene Bestuurlijke Politieverordening goedgekeurd door de gemeenteraad op 10 oktober 2021;

  • Overwegende dat de Algemene Bestuurlijke Politieverordening geen statisch document is, maar geregeld geactualiseerd moet worden om de gemeentelijke overheid blijvend in staat te stellen een gepast antwoord te bieden op het vlak van bestuurlijke handhaving;

  • Overwegende dat Herent en Kortenberg tot dezelfde politiezone behoren;

  • Overwegende dat om een optimale identificatie van een dader én bestraffing mogelijk te maken, volgende paragraaf moet worden toegevoegd aan artikel 108 van de Algemene Bestuurlijke Politieverordening:

    “Wanneer een overtreding van een bepaling is begaan met een motorvoertuig wordt bij afwezigheid van de identificatie van de bestuurder de administratieve geldboete ten laste gelegd van de houder van de kentekenplaat van het voertuig. De houder van de kentekenplaat mag met alle middelen aantonen wie op het ogenblik van de feiten met het voertuig reed. Zo de door de houder van de kentekenplaat

    aangeduide persoon de inbreuk niet afdoend weerlegt of ontkent, wordt de administratieve geldboete hem ten laste gelegd.“;

  • Gelet op de noodzaak om te voorzien in een reglementering rond overlast specifiek veroorzaakt door oneigenlijk gebruik van "lachgas";

  • Overwegende dat het gebruik hiervan schadelijke gevolgen met zich mee kan brengen en zelfs heel gevaarlijk kan zijn voor de gezondheid;

  • Overwegende dat het past deze inbreuken te voorzien binnen de GAS-regelgeving en daarom volgend artikel toe te voegen onder “Titel 2 Openbare netheid en gezondheid”, meer bepaald in “Hoofdstuk 2 Openbare gezondheid” van de Algemene Bestuurlijke Politieverordening: 

    “Artikel 27bis Schadelijke middelen

    §1 Het is verboden om schadelijke middelen zoals lachgas te verhandelen en/of te bezitten indien deze handel en/of bezit gericht zijn op het oneigenlijk gebruik van het middel, zijnde het bekomen van een roeseffect.

    §2 Eveneens is het verboden om voorwerpen te verkopen en/of te bezitten die de menselijke consumptie van schadelijke middelen zoals lachgas faciliteren, met inbegrip van het voeren van reclame.

    §3 Het is verboden om op het publieke domein en in private maar voor het publiek toegankelijke plaatsen schadelijke middelen zoals lachgas te gebruiken met het oog op het opwekken van een roeseffect.

    §4 Onverminderd de gemeentelijke administratieve sancties en maatregelen zoals voorzien in dit reglement, kan de politie bij inbreuken op §1, §2 en §3 van dit artikel de schadelijke middelen in beslag nemen. De kosten die verbonden zijn aan deze inbeslagname en de eventuele vernietiging kunnen verhaald worden op de overtreder.”;



Beslist,

Artikel 1

De Algemene Bestuurlijke Politieverordening wordt als volgt goedgekeurd:

Titel 1. Algemene bepalingen

Hoofdstuk 1. Toepassingsgebied

Artikel 1. Dit reglement is opgemaakt in toepassing van artikel 119 van de Nieuwe Gemeentewet en geldt met behoud van andere wetgeving. Iedereen moet de bevelen van de burgemeester, gegeven krachtens artikels 133 tot en met 135 van de Nieuwe Gemeentewet, naleven.

Hoofdstuk 2. Definities

Artikel 2. §1 Voor de toepassing van onderhavig reglement, verstaat men onder «openbare plaats»: 

de openbare weg, te weten de wegen en doorgangen die in hoofdorde bestemd zijn voor alle verkeer van personen en voertuigen, met inbegrip van de bermen, voetpaden en de ruimten aangelegd als aanhorigheden van de verkeerswegen en voornamelijk bestemd voor het parkeren van voertuigen. De berm is de ruimte of het gedeelte van de weg dat niet in de rijweg begrepen is; 

de groene ruimten: de parken, openbare tuinen, pleinen en speelterreinen en alle stukken van de openbare plaats, buiten de openbare weg, die open staan voor het verkeer van personen en in hoofdorde bestemd zijn voor wandelen en ontspanning. 

§2 Onder een «voor het publiek toegankelijke plaats» verstaat men in onderhavig reglement elke plaats waar andere personen dan de beheerder en de personen die er werkzaam zijn toegang hebben ofwel omdat ze geacht worden gewoonlijk toegang te hebben tot die plaats, ofwel omdat ze er toegelaten zijn zonder individueel te zijn uitgenodigd. 

Hoofdstuk 3. Precair en herroepbaar karakter van de vergunning en modaliteiten voor het gebruik ervan

Artikel 3. §1. De in onderhavig reglement beoogde vergunningen worden precair en herroepbaar afgegeven, in de vorm van een persoonlijke en onoverdraagbare titel, die de gemeente niet aansprakelijk stelt. 

Het precaire karakter van de vergunning houdt in dat deze op ieder moment kan ingetrokken worden wanneer het algemeen belang het vereist. 

Ze kunnen ook geschorst of ingetrokken worden door het college van burgemeester en schepenen wanneer de houder een overtreding begaat tegen onderhavig reglement, overeenkomstig de wet van 24 juni 2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties. 

§2. De begunstigden moeten zich strikt houden aan de voorschriften van de vergunningsakte en erover waken dat diens voorwerp geen schade kan berokkenen aan anderen, noch de openbare veiligheid, rust of netheid en gezondheid in het gedrang kan brengen. 

De gemeente is niet aansprakelijk voor de schade die kan voortvloeien uit de - al dan niet foutieve - uitoefening van de bij de vergunning beoogde activiteit. 

Artikel 4. Wanneer de openbare veiligheid, netheid, gezondheid of rust in het gedrang komen door situaties waarvan de oorzaak bij privaat domein ligt, kan de burgemeester de nodige besluiten nemen. 

De eigenaars, huurders, bezetters of zij die er op een of andere manier verantwoordelijk voor zijn, moeten zich schikken naar de besluiten van de burgemeester. 

In geval van weigering of vertraging in de uitvoering van de bij voornoemde besluiten voorgeschreven maatregelen, alsook indien het onmogelijk is ze aan de betrokkenen te betekenen, kan de burgemeester er ambtshalve toe doen overgaan, op risico van de in gebreke blijvende partijen die de kosten hoofdelijk moeten dragen. 

Artikel 5. De persoon die de voorschriften van de bepalingen van onderhavig reglement niet naleeft, is burgerlijk aansprakelijk voor de schade die daaruit kan voortvloeien. 

De gemeente is niet aansprakelijk voor de schade die zou voortvloeien uit de niet-naleving door een derde van de bij dit reglement voorgeschreven bepalingen.

Artikel 6. Ieder die zich op de openbare plaats bevindt of in een voor het publiek toegankelijke plaats, moet zich onmiddellijk schikken naar de verzoeken of bevelen van de politie met het oog op: 

1. de vrijwaring van de openbare veiligheid, rust, netheid of gezondheid; 

2. de vereenvoudiging van de taken van de hulpdiensten en de bijstand aan personen in gevaar. 

3. het doen naleven van de wetten, decreten, reglementen en besluiten. 

Deze verplichting is tevens van toepassing op personen die zich in een privaat domein bevinden, wanneer de politie of een gemachtigde ambtenaar er is binnengegaan op verzoek van de bewoners of in geval van brand, overstroming of hulpoproep. 

Artikel 7. Als de overtreder de zaken niet onmiddellijk in orde brengt, kan de gemeente zich het recht voorbehouden dat te doen op kosten en op risico van de overtreder. 

Het stelsel van de administratieve sancties doet geen afbreuk aan de toepassing van een herstelbelasting en/of aan het vorderen van de door het gemeentebestuur gemaakte kosten voor rekening van de overtreder. 

Titel 2. Openbare netheid en gezondheid

Hoofdstuk 1. Netheid van de openbare plaats

Afdeling 1. Algemeen verbod op het bevuilen en beschadigen van de openbare plaats

Artikel 8. Het is verboden de openbare plaats, andermans privédomein, publiek toegankelijke plaatsen of ieder voorwerp op de openbare of publiek toegankelijke plaats te bevuilen op gelijk welke manier, door eigen toedoen of door toedoen van de personen, dieren of zaken waarop men toezicht of waarover men zeggenschap heeft. 

Eenieder die werkzaamheden uitvoert waarbij de openbare plaats wordt benut, is verplicht de benutte openbare plaats in dezelfde netheid als vóór de aanvang van de werkzaamheden en zonder enige beschadiging achter te laten. In geval van bevuiling moet de bevuiler de zaken onmiddellijk reinigen. 

Om te vermijden dat er schade of bevuiling aan de openbare weg of onevenredige hinder veroorzaakt wordt, kan de burgemeester een bepaalde reisweg opleggen aan zwaar vervoer (+3,5 ton). 

Artikel 9. Werkzaamheden die stof of afval in de omgeving kunnen verspreiden, mogen pas aangevat worden nadat alle maatregelen werden genomen om schade of bevuiling te voorkomen. Zo nodig wordt de omgeving beschermd met een doek of scherm. 

Voor de toepassing worden in dit artikel de werkzaamheden bedoeld die buiten de openbare weg uitgevoerd worden en die de weg kunnen bevuilen of de veiligheid of de gemakkelijkheid van doorgang kunnen belemmeren.

Artikel 10. De verkopers van voedingsproducten die onmiddellijk en buiten worden verbruikt, dienen het nodige te doen opdat hun klanten de openbare plaats rond hun handel niet vervuilen. 

De verkopers evenals de houders van kramen op foren en markten, moeten hun voertuigen of hun kramen derhalve voorzien van een korf uit onbrandbaar materiaal bestemd voor papier en afval. 

Zij moeten ervoor instaan dat in de onmiddellijke omgeving van hun voertuig, kraam of inrichting, alle papier of om het even welk voorwerp dat door hun klanten op de grond wordt gegooid, wordt weggenomen. 

Zij moeten ervoor zorgen dat hun toestellen geen overdreven reuk noch rook verspreiden die de voorbijgangers of bewoners van de buurt kunnen hinderen. 

Diegene die deze bepaling overtreedt, moet de zaken onmiddellijk reinigen. 

Artikel 11. Het is verboden te urineren of uitwerpselen achter te laten op openbare plaatsen en voor het publiek toegankelijk plaatsen, elders dan in de daartoe bestemde voorzieningen. 

Het is verboden het huishoudelijk afvalwater evenals alle andere vloeistoffen uit de bebouwde en onbebouwde eigendommen op de openbare weg te laten afvloeien.

Diegene die deze bepaling overtreedt, moet de door hem bevuilde plaats onmiddellijk reinigen.

Afdeling 2. Voetpaden, bermen en onderhoud eigendommen

Artikel 12. De voetpaden, straatgoten en bermen van al dan niet bewoonde gebouwen en terreinen dienen te worden onderhouden en proper gehouden. Deze verplichtingen berusten: 

1) voor bewoonde gebouwen: op de bewoner en bij diens tekortkoming op de eigenaar, de mede-eigenaars, vruchtgebruikers of de huurders van het gebouw of de personen die belast zijn met het dagelijks onderhoud van de gebouwen; 

2) voor gebouwen zonder woonfunctie: op de conciërges, portiers, bewakers of de personen die belast zijn met het dagelijks onderhoud van de gebouwen en bij diens tekortkoming op de eigenaar, de mede-eigenaars, vruchtgebruikers of de huurders van het gebouw;

3) voor leegstaande gebouwen of onbebouwde terreinen: op iedere houder van een reëel recht op het goed met name eigenaars, vruchtgebruikers, erfpachters, opstalhouders, titularis van een gebruiksrecht, recht van bewoning, erfdienstbaarheid of huurders. 

4) Voor flatgebouwen: op de personen die speciaal belast zijn met het dagelijks onderhoud ervan of deze aangeduid door een binnenhuisreglement. Bij gebreke hiervan of indien deze persoon in gebreke blijft, rust de verplichting op de bewoners van de gelijkvloerse verdieping en eerst op diegenen die aan de straatkant wonen. Indien er geen bewoners zijn op de gelijkvloerse verdieping valt de verplichting op de bewoners van de eerste verdieping, enzovoort. 

Deze verplichtingen omvatten onder andere de verwijdering van onkruid en hinderlijke begroeiing, vervuilende producten of materialen.

Artikel 13. De goede staat van onbebouwde terreinen, braakgronden en onbebouwde gedeelten van eigendommen moet op ieder moment verzekerd zijn. Dit houdt in dat erover dient gewaakt te worden dat de begroeiing noch de openbare plaats noch de openbare veiligheid bedreigt. 

Het is verboden vuilnis, puin of welke stoffen dan ook op de voormelde gronden te deponeren of te bewaren. 

Deze verplichting rust op iedere houder van een reëel recht op bovenvermelde braakgronden, terreinen of eigendommen, met name eigenaars, vruchtgebruikers, erfpachters, opstalhouders, titularis van een gebruiksrecht, recht van bewoning, erfdienstbaarheid of huurders. 

Afdeling 3. Wateroppervlakten, waterwegen, kanaliseren, afvloeiingen

Artikel 14. Het is verboden de leidingen bestemd voor de afvoer van hemel- of afvalwater te versperren of enig voorwerp of vloeistof in te gooien waardoor ze kunnen verstoppen of bevuilen. 

Artikel 15. Behoudens vergunning is het verboden om de riolen in de openbare plaats te ontstoppen, schoon te maken, te herstellen of er aansluitingen op aan te brengen. 

Het verbod is niet van toepassing op de vrijmaking van kolken als de minste vertraging de aangrenzende eigendommen schade zou kunnen berokkenen en voor zover er niets wordt gedemonteerd of uitgegraven. 

Afdeling 4. Sluikstorten en openbare netheid[1]

Artikel 16. Het is verboden gelijk welk voorwerp achter te laten op plaatsen andere dan in de vuilnisbakken, die daartoe op openbare plaatsen aangebracht zijn. Dit wordt beschouwd als sluikstorten.

Artikel 17. Enkel klein, los en ongevaarlijk afval mag in de publieke vuilnisbakken langs de openbare weg gedeponeerd worden. Het deponeren van ander afval in de vuilnisbakken wordt aanzien als sluikstorten.

Het deponeren van vuilnis naast de vuilnisbak of glasbol wordt eveneens aanzien als sluikstorten.

Wanneer afval wordt achtergelaten op een wijze of een plaats in strijd met dit reglement, is de gemeente gemachtigd op kosten van de daders de betrokken afvalstoffen op te (laten) ruimen. Indien de identiteit van de overtreder niet gekend is, kan de burgemeester naar aanleiding van een ambtshalve verwijdering de gemeentelijke ambtenaren de opdracht geven het afval grondig te onderzoeken teneinde de identiteit van de overtreder te achterhalen.

Artikel 18. De afvalcontainers en anders aangeboden afvalstoffen mogen ten vroegste de dag voor de ophaling om 20u op de openbare weg geplaatst worden. De geledigde afvalcontainers moeten terug binnen gezet worden de dag zelf van de ophaalronde.

Hetzelfde geldt voor de afvalcontainers die niet geledigd werden en de afvalstoffen die niet opgehaald werden op de geplande dag.

Artikel 19. Waar bestratingswerken worden uitgevoerd, zal gedurende 8 dagen het zand dat op de openbare weg werd uitgestrooid, niet mogen worden weggenomen.

Afdeling 5. Onderhoud van voertuigen

Artikel 20. Het is verboden op de openbare plaats het onderhoud, de smering, olieverversing of herstelling van voertuigen of stukken van deze voertuigen te doen, met uitzondering van het depanneren vlak na het zich voordoen van het defect voor zover het gaat om zeer beperkte interventies teneinde het voertuig in staat te stellen zijn weg voort te zetten of weggesleept te worden. 

Afdeling 6. Aanplakking[2]

Artikel 21. §1 Aanplakbrieven, plakkaten, opschriften, affiches, zelfklevers of spandoeken mogen slechts op de openbare plaats aangebracht worden, op die plaatsen aangeduid door de gemeentelijke overheid. 

§2 De aanplakkers moeten in het bezit zijn van een toelating tot aanplakken, afgeleverd door de burgemeester en dienen deze toelating bij zich te hebben. Zij moet vertoond worden op verzoek van de politie of de gemachtigde ambtenaar. Voor het aanbrengen van een aanplakbiljet of soortgelijk opschrift, moet vooraf een exemplaar voorgelegd worden aan de bevoegde dienst van het gemeentebestuur. 

De burgemeester is bevoegd om een algemene vrijstelling te verlenen aan door het gemeentebestuur erkende verenigingen.

De bepalingen van §2 zijn niet van toepassing op: 

1) de aanplakbiljetten die betrekking hebben op openbare verkopen, de verkoop en het verhuren van gebouwen, de voorstellingen, de concerten, vermakelijkheden en allerhande vergaderingen, voor zover hun oppervlakte geen 2 m² overschrijdt en dat zij geplaatst zijn op het gebouw waar de gebeurtenis plaatsvindt, tijdens de maand die eraan voorafgaat; 

2) de aanplakbiljetten aangeplakt door de Staat, de gewesten, de gemeenschappen, de provincies, de gemeenten, de autonome provinciebedrijven, de autonome gemeentebedrijven, de polders en wateringen en de openbare instellingen; de plakbrieven van het Nationaal Instituut voor oorlogsinvaliden, oudstrijders en oorlogsslachtoffers; 

3) de plakbrieven in kieszaken 

4) de plakbrieven van de bedienaars der erediensten erkend door de Staat, betreffende de oefeningen, plechtigheden en diensten van de eredienst; 

§3 De aanplakkers mogen gebruikmaken van de gemeentelijke aanplakplaatsen op voorwaarde dat per activiteit en per aanplakplaats er slechts 1 exemplaar (A1-formaat), of verschillende exemplaren die samen het A1-formaat niet overschrijden, wordt aangeplakt. 

§4 De affiches e.a. die niet conform werden aangebracht, dienen op verzoek van de politie of de gemachtigde ambtenaar verwijderd te worden. 

Bij de overtreding van dit artikel is in eerste instantie de aanbrenger van de aanplakbrieven, plakkaten, opschriften, zelfklevers, affiches of spandoeken verantwoordelijk. Indien de aanbrenger niet gekend is, is de verantwoordelijke uitgever aansprakelijk voor het niet reglementair aanbrengen van de affiche en dergelijke of het niet reglementair plaatsen van het plakkaat of spandoek. 

Artikel 22. Het is verboden opschriften, affiches, beeld- en fotografische voorstellingen, vlugschriften en plakbriefjes aan te brengen of te plaatsen op de openbare plaats op bomen, aanplantingen, plakborden, voor- en zijgevels, muren, omheiningen, pijlers, palen, zuilen, bouwwerken, monumenten en andere langs de openbare weg of in de onmiddellijke nabijheid ervan liggende opstanden of op andere plaatsen dan die welke door de gemeenteoverheden voor aanplakking zijn bestemd, tenzij hiervoor schriftelijke toestemming van het college van burgemeester en schepenen werd gegeven voor wat betreft de openbare plaats, of van de eigenaar of de gebruiker, voor zover de eigenaar ook zijn akkoord schriftelijk en vooraf heeft gegeven. 

De overtreder moet de zaken onmiddellijk in orde brengen. Als de daders van de in onderhavig artikel beschreven feiten nalaten aan het politiebevel of het verzoek van de gemachtigde ambtenaar gevolg te geven, zal de gemeente ambtshalve overgaan tot de verwijdering, op kosten en risico van de overtreder. 

Bij de overtreding van dit artikel is in eerste instantie de aanbrenger van de opschriften en dergelijke verantwoordelijk. Indien de aanbrenger niet gekend is, is de verantwoordelijke uitgever aansprakelijk voor het niet reglementair aanbrengen ervan. 

Artikel 23. Het is verboden wettig aangebrachte aanplakbiljetten af te trekken, te scheuren of op enigerlei wijze onleesbaar te maken. 

Afdeling 7. Overnachten en kamperen

Artikel 24. Behoudens schriftelijke toelating door het college van burgemeester en schepenen is het verboden op de openbare plaats:

langer dan 24 uur achtereen te verblijven of te slapen in een tent, wagen, een caravan of een daartoe ingericht voertuig

te kamperen.

Het is eveneens verboden meer dan 24 uur achtereen op een privaat domein te verblijven in een mobiel onderkomen zoals een woon- en aanhangwagen, een caravan of een mobilhome, behoudens schriftelijke toelating door het college van burgemeester en schepenen. 

Hoofdstuk 2. Openbare gezondheid

Artikel 25. Het is verboden vuur te maken op de openbare wegen, in weiden en in bossen. Het is verboden de buurt te storen met rook, geuren of uitwasemingen van welke bron dan ook, alsook met stof of projectielen van allerlei aard. 

Onverminderd de toepassing van het veldwetboek en het bosdecreet is de vernietiging door verbranding in open lucht van welke afvalstoffen ook, verboden behoudens wanneer het gaat om (cfr. art. 6.11.1. VLAREM II): 

1) het maken van vuur in open lucht indien nodig bij het beheer van bossen, als beheersmaatregel, als fytosanitaire maatregel[3] of als onderdeel van een wetenschappelijk experiment, in overeenstemming met de bepalingen van het Bosdecreet. 

2) het maken van vuur in open lucht in natuurgebieden, als beheersmaatregel wanneer afvoer of verwerking ter plaatse van het biomassa-afval niet mogelijk is, of als fytosanitaire maatregel. 

Deze activiteit mag slechts plaatsvinden mits schriftelijke toelating van de gemeentelijke overheid en wanneer dit als uitzonderlijke beheersmaatregel is opgenomen in het goedgekeurd beheersplan. 

3) de verbranding in open lucht van plantaardige afvalstoffen afkomstig van eigen bedrijfslandbouwkundige werkzaamheden, wanneer afvoer of verwerking ter plaatse van het biomassa-afval niet mogelijk is, of indien dit vanuit fytosanitair oogpunt noodzakelijk is. 

4) het verbranden van droog natuurlijk stukhout bij het maken van een open vuur. Deze activiteit mag slechts plaatsvinden mits schriftelijke toelating van de gemeentelijke overheid. 

5) het verbranden van droog natuurlijk stukhout of een vaste fossiele brandstof in een sfeerverwarmer. 

6) het verbranden van dierlijk afval, in overeenstemming met de bepalingen uit artikel 7 van het besluit van de Vlaamse Regering van 21 juni 2013 betreffende dierlijke bijproducten en afgewerkte producten. Deze activiteit mag slechts plaatsvinden mits schriftelijke toelating van de toezichthouder. 

7) het verbranden van droog onbehandeld hout en onversierde, niet uit kunststof bestaande kerstbomen in het kader van folkloristische evenementen. Deze activiteit mag slechts plaatsvinden mits schriftelijke toelating van de gemeentelijke overheid, en mits de activiteit plaatsvindt op een afstand van meer dan 100 meter van bewoning. 

8) het verbranden van droog onbehandeld hout of een vaste fossiele brandstof voor het gebruik van een barbecuetoestel. 

Artikel 26. §1 Het is verboden goederen op te slaan, die van aard zijn geurhinder of luchtverontreiniging te veroorzaken. 

§2 Men mag geen activiteiten uitoefenen waarbij rook, stof, geuren, dampen, giftige of bijtende gassen die buren kunnen hinderen of de lucht kunnen verontreinigen, ontstaan. 

§3 Iedereen is ertoe gehouden zijn aalput, beerput en/of septische put op regelmatige basis te doen ruimen. Men is ertoe gehouden alle mogelijke maatregelen te treffen om bij het ruimen geurhinder te vermijden of zoveel mogelijk te beperken. De ruiming mag niet gebeuren op zon- en wettelijke feestdagen. 

§4 De eigenaars van een mest-, afval-, composthoop, compostvat e.d. zijn ertoe gehouden alle mogelijke maatregelen te nemen om geurhinder te vermijden. 

Artikel 27. Schouwen en de luchtafvoeropening van dampkappen moeten zodanig geplaatst worden dat de geurhinder voor buren tot een minimum wordt beperkt.

Artikel 27bis. Schadelijke middelen

§1 Het is verboden om schadelijke middelen zoals lachgas te verhandelen en/of te bezitten indien deze handel en/of bezit gericht zijn op het oneigenlijk gebruik van het middel, zijnde het bekomen van een roeseffect.

§2 Eveneens is het verboden om voorwerpen te verkopen en/of te bezitten die de menselijke consumptie van schadelijke middelen zoals lachgas faciliteren, met inbegrip van het voeren van reclame.

§3 Het is verboden om op het publieke domein en in private maar voor het publiek toegankelijke plaatsen schadelijke middelen zoals lachgas te gebruiken met het oog op het opwekken van een roeseffect.

§4 Onverminderd de gemeentelijke administratieve sancties en maatregelen zoals voorzien in dit reglement, kan de politie bij inbreuken op §1, §2 en §3 van dit artikel de schadelijke middelen in beslag nemen. De kosten die verbonden zijn aan deze inbeslagname en de eventuele vernietiging kunnen verhaald worden op de overtreder.

TITEL 3. OPENBARE VEILIGHEID EN VLOTTE DOORGANG

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen ter bevordering van de openbare veiligheid en vlotte doorgang

Afdeling 1. Algemene bepalingen

Artikel 28. Het is verboden op de openbare plaats, op plaatsen die voor het publiek toegankelijk zijn en op privé-eigendom, een activiteit uit te oefenen die de openbare veiligheid of de veilige en vlotte doorgang in het gedrang kan brengen. 

Artikel 29. Het is verboden op de openbare plaats:

1) takken, knoppen, bloemen of planten te beschadigen 

2) palen of andere voorwerpen voor de bescherming van aanplantingen uit te rukken

3) wegen en dreven te beschadigen 

4) zich te begeven in bloemperken en -tapijten, ze te vernietigen of te beschadigen 

5) op plaatsen te komen waar dit volgens de opschriften verboden is.

Artikel 30. Kunnen gestraft worden met de respectieve straffen bepaald in het strafwetboek (art. 537 SWB) of met een administratieve geldboete van maximum 350 euro, hij die kwaadwillig een of meer bomen omhakt of zodanig snijdt, verminkt of ontschorst dat zij vergaan, of een of meer enten vernielt. (dit betreft een gemengde GAS-inbreuk)

Afdeling 2. Samenscholingen, betogingen en optochten

Artikel 31. Samenscholingen, betogingen, optochten en alle andere manifestaties op de openbare plaats en op voor het publiek toegankelijke plaatsen zijn enkel toegelaten mits voorafgaande schriftelijke toelating van de burgemeester. 

Onder manifestatie verstaat men een georganiseerde samenscholing met als doel een overtuiging of een eis kenbaar te maken.

Artikel 32. Iedere aanvraag voor een samenscholing, betoging, optocht of andere manifestatie moet schriftelijk geschieden, ten minste 10 werkdagen vóór de voorziene datum van de samenscholing, betoging of optocht. Deze aanvraag moet volgende inlichtingen bevatten:

de naam, het adres en het telefoonnummer van de organisator(en)

het voorwerp van het evenement

de datum en het tijdstip voor de bijeenkomst

de geplande route

de voorziene plaats en tijdstip voor het einde van het evenement en in voorkomend geval de ontbinding van de optocht

of er een meeting wordt gehouden bij de afsluiting van het evenement

de raming van het aantal deelnemers en de beschikbare vervoermiddelen

de door de organisatoren voorziene ordemaatregelen

De burgemeester kan bepaalde voorwaarden opleggen of kan bij gewichtige redenen (zoals gevaar voor verstoring van de openbare rust, gevaar of belemmering van het verkeer,…) de samenscholing, betoging, optocht of andere manifestatie verbieden.

Het dragen of voorhanden hebben van enig voorwerp dat gebruikt kan worden om te slaan, te steken of te verwonden, is gedurende hogervermelde manifestaties verboden.

Elke persoon die deelneemt aan een samenscholing op de openbare plaats en op voor het publiek toegankelijke plaatsen dient zich te schikken naar de bevelen van de politie. 

Het is verboden de openbare plaats te versperren of te belemmeren zodat het vrije verkeer van het publiek gehinderd wordt.

Afdeling 3. Evenementen

Onderafdeling 1. Algemene bepalingen

Artikel 33. Het is verboden op gelijk welke wijze een concert, spektakel, evenement, sportieve bijeenkomst of gelijk welke bijeenkomst die voor het publiek toegankelijk is, te verstoren of de veiligheid in het gedrang te brengen.

Artikel 34. De organisatoren en de uitbaters van evenementen verlenen voor en tijdens het evenement de toegang aan de bestuurlijke overheid, de brandweer en de politie teneinde de veiligheid en de eventueel opgelegde maatregelen te controleren. 

Artikel 35. De organisatoren en de uitbaters van evenementen moeten de nodige voorzorgsmaatregelen nemen om letsels aan personen en schade aan goederen te voorkomen en opdat de veiligheid niet in het gedrang komt (het gaat om een algemeen zorgvuldigheidsprincipe dat elke goede huisvader in acht zou nemen).

Artikel 36. De organisator van een evenement moet de nodige maatregelen nemen, opdat het afval zich niet buiten het terrein of het gebouw, waarop/-in het evenement plaatsheeft, kan verspreiden.

Onderafdeling 2. Vergunning voor evenementen in open lucht of in tenten

Artikel 37. Behoudens een voorafgaande schriftelijke vergunning van de burgemeester is elk evenement in open lucht of in een tent op het grondgebied van de gemeente verboden. De houders van deze vergunning zijn verplicht zich te schikken naar de opgelegde voorwaarden. 

Artikel 38. De aanvraag dient tijdig te gebeuren via het e-formulier beschikbaar op de gemeentelijke website, volgens de voorziene aanvraagtermijnen die rekening houden met de aard, de omvang en de impact van het evenement. In uitzonderlijke omstandigheden kan de burgemeester afwijkingen toestaan op deze termijn. 

Het dossier moet volledig zijn vooraleer de burgemeester een beslissing kan nemen. De burgemeester kan, na een beslissing of risicoanalyse van de politie- en/of hulpdiensten, aan de organisator vragen een veiligheidsdossier in te dienen. 

De burgemeester zal rekening houden met de eventueel in het verleden vastgestelde onregelmatigheden bij evenementen ingericht door of onder verantwoordelijkheid van dezelfde organisator of vereniging. 

De burgemeester kan bijkomende voorwaarden koppelen aan elke toelating in verband met de openbare orde, rust, veiligheid en gezondheid. 

Artikel 39. De organisatoren van het evenement zijn ertoe gehouden de voorwaarden na te leven en erover te waken dat het voorwerp van de vergunning geen schade kan berokkenen aan anderen, noch de openbare orde in het gedrang kan brengen. 

Wanneer het algemeen belang dit vereist of indien blijkt dat de verstrekte inlichtingen in de aanvraag niet correct zijn, kan de vergunning worden ingetrokken. Het evenement kan onmiddellijk worden stopgezet als wordt vastgesteld dat de voorwaarden zoals opgelegd in de toegekende vergunning, niet worden nageleefd. 

De burgemeester stelt de aanvrager zo spoedig mogelijk na de aanvraag in kennis van de toelating of van zijn gemotiveerde weigering. 

Artikel 40. De organisator moet deze vergunning onmiddellijk kunnen tonen op verzoek van de politie of de gemachtigde ambtenaar.

Artikel 41. De gemeente is niet aansprakelijk voor de schade die kan voortvloeien uit de – al dan niet foutieve – uitoefening van de activiteit waarvoor een vergunning werd afgeleverd. 

Onderafdeling 3. Meldingsplicht voor openbare bijeenkomsten in besloten plaatsen

Artikel 42. Elk evenement of elke activiteit in een besloten plaats waar elektronische muziek geproduceerd wordt, een optreden plaatsvindt of waar gelijktijdig meer dan 500 personen kunnen aanwezig zijn dient te worden gemeld aan de burgemeester met uitzondering van Vlarem II goedgekeurde feestzalen die over een geldige vergunning beschikken.

Artikel 43. De melding dient tijdig te gebeuren via het e-formulier beschikbaar op de gemeentelijke website, volgens de voorziene aanvraagtermijnen die rekening houden met de aard, de omvang en de impact van het evenement. In uitzonderlijke omstandigheden kan de burgemeester afwijkingen toestaan op deze termijn. 

De burgemeester kan, na een beslissing of risicoanalyse van de politie- en/of hulpdiensten, aan de organisator vragen een veiligheidsdossier in te dienen. 

De burgemeester stelt de organisator zo spoedig mogelijk na de melding in kennis van de eventuele maatregelen in verband met openbare orde, rust en veiligheid en gezondheid welke hij oplegt voor de activiteit en die deel uitmaken van een vergunning. 

Artikel 44. Wanneer het algemeen belang dit vereist of indien blijkt dat de verstrekte inlichtingen in de aanvraag niet correct zijn, kan de vergunning worden ingetrokken. Het evenement kan onmiddellijk worden stopgezet als wordt vastgesteld dat de voorwaarden zoals opgelegd in de toegekende vergunning, niet worden nageleefd. 

Artikel 45. De organisator moet deze vergunning onmiddellijk kunnen tonen op verzoek van de politie of de gemachtigde ambtenaar.

Afdeling 4. Gebruik van de groene ruimte

Artikel 46. De openingsuren van de openbare parken en tuinen worden aangeplakt op een of meerdere ingangen ervan.

Indien de openingsuren ontbreken, zijn de parken en tuinen toegankelijk op eigen risico van de bezoekers van zonsondergang tot -opgang.

De gemeentelijke overheid kan indien nodig de openingsuren aanpassen of de sluiting bevelen.

Artikel 47. Niemand mag zich toegang verschaffen tot openbare parken en tuinen buiten de openingsuren of bij sluiting.

Artikel 48. Niemand mag in de groene ruimten overgaan tot activiteiten die de gebruikers kunnen hinderen of de rust van de plaats of van de bezoekers kunnen verstoren zonder voorafgaande toestemming van de gemeentelijke overheid.

Artikel 49. Het is verboden de plaatsen die voor welbepaalde spelen of sporten voorbehouden zijn, voor andere doeleinden te gebruiken zonder voorafgaande toestemming van de gemeentelijke overheid. 

Artikel 50. Het is verboden het ijs dat gevormd is op het water in groene ruimten, te vervuilen door er voorwerpen of substanties op te werpen of te gieten.

Het is verboden te baden in het water van groene ruimten of er wat dan ook in te wassen of onder te dompelen.

Afdeling 5. Hinderlijke of gevaarlijke activiteiten in openbare plaatsen

Artikel 51. Het is verboden op openbare plaatsen en in voor het publiek toegankelijke plaatsen, behoudens vergunning van de gemeentelijke overheid, over te gaan tot:

1) het gooien, stoten, schieten of lanceren van een voorwerp dat iemand kan verwonden, hinderen of bevuilen of dat andermans eigendom kan beschadigen of vernielen. Deze bepaling is niet van toepassing op de sportdisciplines en spelen die in de daarvoor voorziene installaties worden verricht;

2) het beklimmen van afsluitingen en palen en het betreden of beklimmen van constructies of allerhande installaties;

Artikel 52. Het is verboden op openbare plaatsen en in voor het publiek toegankelijke plaatsen over te gaan tot het gebruiken van wapens met samengeperste lucht, uitgezonderd in schietstanden die daartoe een vergunning hebben of in schietkramen op kermissen en onverminderd de wettelijke en reglementaire bepalingen betreffende de jacht.

Wapens en munitie, gebruikt in strijd met bovenvermelde bepalingen, worden in beslag genomen.

Afdeling 6. Het gebruik van gevels van gebouwen

Artikel 53. Iedere eigenaar van een gebouw is verplicht het door de gemeente toegekende huisnummer goed zichtbaar aan de straatkant aan te brengen.

Artikel 54. Eigenaars, vruchtgebruikers, huurders, bewoners of om het even welke verantwoordelijken van een gebouw, dienen, zonder dat dit voor hen enige schadeloosstelling teweegbrengt, op de gevel of topgevel van hun gebouw, ook wanneer dit zich buiten de rooilijn bevindt, en in dit geval eventueel langs de straatkant, het aanbrengen toe te staan van:

1° een plaat met de aanduiding van de straatnaam van het gebouw;

2° alle verkeerstekens;

3° aansluitpunten voor nutsvoorzieningen

Artikel 55. De eigenaars, huurders, bewoners of verantwoordelijken van een gebouw moeten zich ervan verzekeren dat de staat van het gebouw de openbare veiligheid niet in het gedrang brengt.

Afdeling 7. Spelen op de openbare plaats

Artikel 56. Spelen op de openbare plaats is toegelaten. Op de openbare plaats (met uitzondering van de openbare weg waar de wegcode geldt) zijn enkel die spelen verboden, die klaarblijkelijk door de aard van het spel of de omstandigheden waarin het spel gespeeld wordt, gevaarlijk zijn voor goederen of de gebruikers van de openbare plaats.

Onverminderd de wegcode, is het gebruik van steps, rolschaatsen of skateboards en dergelijke enkel toegelaten op voorwaarde dat de openbare veiligheid niet in het gedrang wordt gebracht. De gemeentelijke overheid kan het echter verbieden op de plaatsen die zij bepaalt.

Afdeling 8. Bedelverbod

Artikel 57. Het is verboden zowel op openbare plaatsen als in elke voor het publiek toegankelijke plaats: 

te bedelen door het op een opdringerige of agressieve wijze aanklampen van voorbijgangers;

door het bedelen de vlotte doorgang van het voetgangers- en andere verkeer te hinderen of belemmeren.

Hoofdstuk 2. Openbare veiligheid

Afdeling 1. Algemene maatregelen ter voorkoming van schendingen van de openbare veiligheid

Artikel 58. Onbevoegde personen mogen zich geen toegang verschaffen tot voor het publiek niet toegankelijke constructies of installaties. De eigenaar is verplicht gepaste maatregelen te nemen om de toegang tot de onbezette gebouwen te voorkomen. 

Afdeling 2. Feitelijkheden - Lichte gewelddaden

Artikel 59. Kunnen gestraft worden met de respectieve straffen bepaald in het strafwetboek (art. 563.3 SWB) of met een administratieve geldboete van maximum 350 euro, daders van feitelijkheden of lichte gewelddaden, mits zij niemand gewond of geslagen hebben en mits de feitelijkheden niet tot de klasse van de beledigingen behoren; in het bijzonder zij die opzettelijk, doch zonder het oogmerk om te beledigen, enig voorwerp op iemand werpen dat hem kan hinderen of bevuilen. (dit betreft een gemengde GAS-inbreuk)

Afdeling 3. Het opzettelijk beschadigen of vernielen van andermans eigendommen

Artikel 60. Kunnen gestraft worden met de respectieve straffen bepaald in het strafwetboek (art 559, 1° SWB) of met een administratieve geldboete van maximum 350 euro zij die zich – buiten de gevallen omschreven in boek II, Titel IX, hoofdstuk III van het SWB[4], schuldig maken aan het opzettelijk beschadigen of vernielen van andermans roerende eigendom. (dit betreft een gemengde GAS-inbreuk)

Artikel 61. Kunnen gestraft worden met de respectieve straffen bepaald in het strafwetboek (art. 526 SWB) of met een administratieve geldboete van maximum 350 euro zij die zich schuldig maken aan het vernielen, neerhalen, verminken of beschadigen van grafsteden, gedenktekens of grafstenen; van monumenten, standbeelden of andere voorwerpen die tot algemeen nut of tot openbare versiering bestemd zijn en door de bevoegde overheid of met haar machtiging zijn opgericht; van monumenten, standbeelden, schilderijen of welke kunstvoorwerpen ook, die in kerken, tempels of andere openbare gebouwen zijn geplaatst. (dit betreft een gemengde GAS-inbreuk)

Artikel 62. Kunnen gestraft worden met de respectieve straffen bepaald in het strafwetboek (563.2° SWB) of met een administratieve geldboete van maximum 350 euro zij die zich schuldig maken aan het opzettelijk beschadigen van hetzij landelijke of stedelijke afsluitingen, uit welke materialen ook gemaakt. (dit betreft een gemengde GAS-inbreuk)

Afdeling 4. Gebruik en verkoop van alcohol 

Artikel 63. §1De burgemeester kan naar aanleiding van bepaalde risicodragende evenementen in een vastgelegde tijdsperiode en ruimtelijke omschrijving (perimeter) een verbod uitvaardigen om alcoholhoudende dranken (gedistilleerde of gegiste dranken al dan niet in gemixte vorm) te verkopen, aan te bieden, zelfs kosteloos, en te verbruiken op de openbare plaats buiten de vergunde horecazaken (inclusief terrassen en aanhorigheden) in de vastgestelde perimeter. Het bezit van geopende recipiënten die alcoholhoudende dranken bevatten op de openbare plaats wordt gelijkgesteld met het gebruik bepaald in onderhavig artikel. Dit artikel is van toepassing op minderjarigen vanaf de leeftijd van 14 jaar.

§2 Een uitzondering kan door de burgemeester toegestaan worden aan de organisatoren van activiteiten waarbij de inname van een afgebakende zone van de openbare plaats voorafgaandelijk werd toegestaan. De uitzondering heeft enkel uitwerking binnen de toegestane afbakening van de openbare plaats.

§3 De alcohol die wordt aangetroffen binnen de vastgestelde perimeter, kan door de politie in beslag genomen worden.

§4 De organisator van het evenement wordt gelijktijdig met de goedkeuring van het evenementendossier geïnformeerd over een dergelijk besluit van de burgemeester. De organisator is ertoe gehouden deze maatregel kenbaar te maken aan de bezoekers van het evenement.

Artikel 64. §1De burgemeester kan naar aanleiding van bepaalde risicodragende evenementen de verantwoordelijke exploitanten of de door hen aangestelde personen van handelszaken, uitbatingen en aanhorigheden die al dan niet tegen betaling voor het publiek toegankelijk zijn, ook al is de toegang beperkt tot bepaalde categorieën van personen, verbieden om op bepaalde dagen tussen 20u00 en 08u00, alcoholhoudende dranken waarvan het effectieve alcoholgehalte hoger is dan 6% volume alcohol, te verkopen en/of aan te bieden, zelfs gratis en in welke hoeveelheid ook. Dit verbod geldt niet voor vergunde horecazaken (inclusief terrassen en aanhorigheden), in de mate dat de aangeboden of verkochte alcoholische dranken bestemd zijn voor onmiddellijke consumptie in de vergunde horecazaak zelf (inclusief terrassen en aanhorigheden).

§2 Een uitzondering kan door de burgemeester toegestaan worden aan de organisatoren van activiteiten waarbij de inname van een afgebakende zone van de openbare plaats voorafgaandelijk werd toegestaan. De uitzondering heeft enkel uitwerking binnen de toegestane afbakening van de openbare plaats.

§3 Vaststelling van een overtreding op dit verbod kan aanleiding geven tot het bestuurlijk sluiten van de inrichting onder de voorwaarden zoals bepaald door artikel 134ter en quater van de nieuwe gemeentewet.

§4 De exploitanten bedoeld in artikel 64 worden minstens twee weken op voorhand geïnformeerd over een dergelijk besluit van de burgemeester. Zij moeten de maatregel zichtbaar uithangen in hun handelszaak en kenbaar maken aan hun klanten.

Artikel 65. §1 De verkoop van alcoholhoudende dranken – waarvan het effectieve alcoholgehalte hoger is dan 6% volume alcohol – via drankautomaten, opgesteld op de openbare plaats of in publiek toegankelijke plaatsen die niet onder permanent toezicht staan, wordt verboden. Onder permanent toezicht wordt verstaan de permanente aanwezigheid van een natuurlijk persoon.

§2 Vaststelling van een overtreding op dit verbod kan aanleiding geven tot het bestuurlijk sluiten van de inrichting onder de voorwaarden zoals bepaald door artikel 134ter en quater van de nieuwe gemeentewet.

Afdeling 5. Ongepast gebruik van speeltoestellen

Artikel 66. De toestellen ter beschikking gesteld van het publiek op gemeentelijke speelterreinen of speeltuinen moeten zo gebruikt worden dat de openbare veiligheid niet in het gedrang komt.

De toestellen mogen enkel gebruikt worden waarvoor ze ontworpen zijn en alleen door personen die er de geschikte leeftijd voor hebben.

Afdeling 6. Maatregelen ter preventie van brand en ontploffing

Artikel 67. Alle handelingen die de toegang tot, de signalisatie of het gebruik van de watervoorraden voor het blussen van branden hinderen, zijn verboden.

Artikel 68. §1. Voor evenementen dienen de normen gerespecteerd te worden van het “Zonaal reglement houdende maatregelen ter preventie van brand en ontploffing bij evenementen” zoals bepaald in bijlage 2.

§2. Als een evenement zoals een fuif, een dansfeest of andere bijeenkomst georganiseerd wordt in een voor het publiek toegankelijke plaats waarvan de organisatoren niet kunnen bewijzen dat de plaats beantwoordt aan de veiligheidsvoorschriften, met name in toepassing van de regelgeving inzake brandveiligheid, kan de burgemeester het evenement verbieden en kan de politie in voorkomend geval het etablissement doen evacueren en sluiten.

Artikel 69. §1. Voor publiek toegankelijke inrichtingen dienen de normen gerespecteerd te worden van het “Zonaal reglement houdende maatregelen ter preventie van brand en ontploffing in publiek toegankelijke inrichtingen” zoals bepaald in bijlage 1.

§2. Onverminderd de wettelijke bepalingen die van kracht zijn, is het verboden op plaatsen die voor het publiek toegankelijk zijn, gelijk welke voorwerpen te plaatsen, te bevestigen of op te hangen die de doorgang in de trappen, uitgangen of nooduitgangen alsook in de gangen die erheen leiden, hinderen of die op gelijk welke wijze hun breedte of hoogte beperken.

Afdeling 7.Toegangsverbod tot fuifaccommodaties met het safe party zone label.

Artikel 69bis.

§1. De burgemeester kan een toegangsverbod opleggen tot alle evenementen die werken met het safe party zone-label aan personen die in een fuifaccommodatie, op een evenemententerrein of in een opgelegde alcoholperimeter (cfr. artikel 63) de openbare orde hebben verstoord of openbare overlast hebben veroorzaakt.

§2. Dit toegangsverbod kan slechts worden opgelegd na een schriftelijke uitnodiging door middel van een aangetekend schrijven, ten gevolge van de vaststelling van een inbreuk zoals in §1 vermeld. De uitnodiging tot een gesprek voorziet in de kennisgeving van de vaststelling en de mededeling dat het opleggen van een toegangsverbod wordt overwogen. 

De uitnodiging vermeldt:

1° dag en uur waarop de overtreder kan gehoord worden in zijn verweermiddelen;

2° het recht om beroep te doen op een raadsman;

3° de mogelijkheid tot het inzien van het dossier binnen een redelijke termijn voordat de hoorzitting plaatsvindt.

§3. Het toegangsverbod geldt voor alle evenementen die werken met het safe party zone-label op het grondgebied van de gemeente Kortenberg.

§4. Het verbod geldt voor een door de burgemeester te bepalen periode, die maximum één jaar mag bedragen.

§5. De kennisgeving van het verbod bevat de mededeling van de beroepsmogelijkheden bij de Raad van State en geschiedt hetzij bij aangetekend schrijven, hetzij door overhandiging tegen ontvangstbewijs.

§6. Het niet naleven van het opgelegde toegangsverbod wordt bestraft met een administratieve geldboete en is van toepassing op minderjarigen van de leeftijd van 14 jaar.

Hoofdstuk 3. Vlotte doorgang

Afdeling 1. Privatief gebruik van de openbare plaats

Artikel 70. Behoudens schriftelijke vergunning van de gemeentelijke overheid en onverminderd de wettelijke en reglementaire bepalingen inzake stedenbouw is het volgende verboden:

1. Ieder privatief gebruik van de openbare plaats die de veiligheid of het gemak van doorgang in het gedrang kan brengen.

2. Het plaatsen op hoge delen van gebouwen of tegen de gevels van huizen, van voorwerpen die gevaar kunnen veroorzaken door hun val, ook al steken ze niet uit over de openbare plaats. 

De voorwerpen die in strijd met dit artikel zijn geplaatst, vastgehecht of opgehangen, dienen op verzoek van de politie of van een gemachtigde ambtenaar verwijderd te worden. Zo niet zal daar ambtshalve toe worden overgegaan op kosten en risico van de overtreder.

Het college van burgemeester en schepenen kan de administratieve schorsing of de administratieve intrekking van de vergunning uitspreken als diens houder de daaraan verbonden voorwaarden niet naleeft.

Artikel 71. Behoudens schriftelijke vergunning van de gemeentelijke overheid is het verboden op de openbare plaats:

terrassen, stoelen, banken, tafels, windschermen, uitstalramen, reclameborden, beplantingen of andere voorwerpen te plaatsen 

koopwaren uit te stallen

De voorwerpen die in strijd met dit artikel geplaatst of uitgestald zijn, dienen op verzoek van de politie of van een gemachtigd ambtenaar verwijderd te worden, zoniet kan ambtshalve worden overgegaan tot de verwijdering ervan, op kosten en risico van de overtreder.

Onverminderd de bepalingen inzake stedenbouw, kan het college van burgemeester en schepenen de administratieve intrekking of de administratieve schorsing bevelen van de toelating die het verleend had aan de uitbater indien deze laatste de voorwaarden niet respecteert die gesteld werden bij de toekenning van de voormelde toelating.

Artikel 72. De gebruikers en bij gebrek van dezen de eigenaars van private eigendommen gelegen langs de openbare weg moeten ervoor zorgen dat bomen, beplantingen, afsluitingen en andere voorwerpen 

het verkeer niet kunnen hinderen;

de zichtbaarheid van de verkeerstekens niet in het gedrang brengen;

het normale uitzicht op de openbare weg, in de nabijheid van bochten en kruispunten niet belemmeren;

op een andere manier een gevaar kunnen vormen voor de openbare weggebruikers. 

Bomen en beplantingen op private domeinen moeten zodanig gesnoeid worden zodat geen takken over de openbare weg hangen tenzij ze zich op minstens 4 meter hoogte van de grond bevinden.

Artikel 73. De verkeersborden en signalisatieborden geplaatst bij inname van de openbare plaats mogen geen anderstalige vermeldingen bevatten. Signalisatie met anderstalige vermeldingen dient op verzoek van de politie of van een gemachtigd ambtenaar te worden verwijderd en vervangen door ééntalig Nederlandstalige borden, zoniet zal de gemeente ambtshalve overgaan tot de verwijdering en de vervanging op kosten en risico van de overtreder.

Artikel 74. Iedere signalisatie aangebracht op de openbare plaats, moet conform de signalisatievergunning geplaatst zijn. Alle in de signalisatievergunning opgenomen voorwaarden moeten worden nageleefd. 

Afdeling 2. Inzamelen, verkopen, uitdelen en samplen op de openbare plaats

Artikel 75. §1 Het is verboden zonder schriftelijke vergunning van de burgemeester op openbare plaatsen:

publiciteit of propaganda te voeren door middel van daartoe ingerichte voertuigen of door middel van draagbare borden en doeken

inzamelingen te houden

goederen uit te stallen

producten, voorwerpen, drukwerken of diensten zonder winstoogmerk te koop aan te bieden

met commerciële doeleinden kosteloos producten, voorwerpen, drukwerken of geschriften op de openbare plaats uit te delen of te verspreiden

een bedrijf of beroep uit te oefenen

§2 Het is verboden voor omroepers, verkopers of verdelers van kranten, documenten, drukwerken of reclame voorbijgangers aan te klampen, te volgen of lastig te vallen.

§3 Het college van burgemeester en schepenen kan de administratieve schorsing of de administratieve intrekking van de toelating uitspreken als diens houder de daaraan verbonden voorwaarden niet naleeft of als hij een bepaling van onderhavig artikel schendt.

Indien de overtreder van deze bepalingen geen toelating heeft, moet hij de zaken onmiddellijk reinigen of wegnemen, zo niet houdt de gemeente zich het recht voor het te doen op kosten en op risico van de overtreder.

Afdeling 3. Bijzondere bepalingen die in acht dienen te worden genomen bij sneeuw, vrieskou, ijs of ijzel

Artikel 76. De met sneeuw, ijs of ijzel bedekte voetpaden of, bij afwezigheid van een voetpad, de gemengde fiets-/voetpaden moeten vrijgemaakt of slipvrij gemaakt worden over minimaal twee derde van hun breedte of tot een vrijgemaakte ruimte van minimum 1,50 meter breedte. Deze verplichting berust:

voor bewoonde gebouwen: op de bewoner en bij diens tekortkoming de eigenaar, de mede-eigenaars, vruchtgebruikersof de huurders van het gebouw of andere personen die belast zijn met het dagelijks onderhoud van de gebouwen;

voor gebouwen zonder woonfunctie: op de conciërges, portiers, bewakers of de personen die belast zijn met het dagelijks onderhoud van de gebouwen en bij diens tekortkoming de eigenaar, de mede-eigenaars, vruchtgebruikersof de huurders van het gebouw;

voor leegstaande gebouwen of onbebouwde terreinen: op iedere houder van een reëel recht op het goed met name eigenaars, vruchtgebruikers, erfpachters, opstalhouders, titularis van een gebruiksrecht, recht van bewoning, erfdienstbaarheid of huurders;

voor flatgebouwen, op de personen die speciaal belast zijn met het dagelijks onderhoud ervan of deze aangeduid door een binnenhuisreglement. Bij gebreke hiervan of indien deze persoon in gebreke blijft rust de verplichting op de bewoners van de gelijkvloerse verdieping en eerst op diegenen die aan de straatkant wonen. Indien er geen bewoners zijn op de gelijkvloerse verdieping valt de verplichting op de bewoners van de eerste verdieping, enzovoort.

De sneeuw moet aan de rand van het voetpad opgehoopt worden en mag niet op de rijweg gegooid worden. De rioolkolken en straatgoten moeten vrij blijven.

Artikel 77. Het is verboden op openbare plaatsen:

water te gieten of te laten vloeien bij vriesweer;

glijbanen aan te leggen;

sneeuw of ijs te storten dat afkomstig is van privé-eigendommen.

Artikel 78. Het strooien van zand of andere producten met het oog op het doen smelten van sneeuw of ijs op de treden van buitentrappen, op voetpaden of bermen of op de openbare weg, ontheft de personen die daartoe overgaan niet van hun verplichting tot onderhoud van voetpaden of bermen.

Artikel 79. Het is verboden zich op het ijs te begeven van kanalen, vijvers, beken, grachten, waterbekkens en waterlopen, zonder toelating van de bevoegde autoriteiten.

TITEL 4. DE OPENBARE RUST

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen

Afdeling 1. Geluidsoverlast

Artikel 80. Kunnen gestraft worden met de respectieve straffen bepaald in het strafwetboek (art. 561,1° SWB) of met een administratieve geldboete van maximum 350 euro zij die zich schuldig maken aan nachtgerucht of nachtrumoer waardoor de rust van de inwoners kan worden verstoord. (dit betreft een gemengde GAS-inbreuk). Dit artikel is van toepassing tussen 22u en 7u.

Artikel 81. Iedereen is verplicht zich zodanig te gedragen dat anderen niet meer dan noodzakelijk door geluid gehinderd worden. Elk gerucht of rumoer bij dag of bij nacht is verboden, wanneer het zonder noodzaak wordt veroorzaakt, wanneer het te wijten is aan een gebrek aan voorzorg en wanneer het van aard is de rust van de inwoners te verstoren.

Afdeling 2. Niet-hinderlijk geluid

Artikel 82. In beginsel wordt een geluid als niet-hinderlijk beschouwd wanneer dit het gevolg is van (niet-limitatieve opsomming):

- werken aan de openbare weg of voor het aanleggen van openbare nutsvoorzieningen, uitgevoerd met toestemming van de daartoe bevoegde overheid of in opdracht van die overheid;

- van werken die vanaf 7u tot 22u op werkdagen en zaterdagen aan private eigendommen worden uitgevoerd, waarvoor de bevoegde overheid een vergunning heeft verleend, en van verbeterings-, verbouwings- of onderhoudswerken aan dergelijke eigendommen die zonder vergunning kunnen worden uitgevoerd, en waarbij de nodige voorzorgen worden getroffen om overdreven of niet noodzakelijk lawaai te voorkomen;

- van werken of handelingen die dringend of zonder verder uitstel moeten worden uitgevoerd ter bescherming van personen of eigendommen, of ter voorkoming van rampen;

- van een door het gemeentebestuur vergunde manifestatie of activiteit, voor zover de in de vergunning opgelegde voorwaarden worden nageleefd;

- veldwerkzaamheden in het kader van land- en tuinbouwactiviteiten door land- en tuinbouwwerktuigen op het veld of het weghalen en aanleveren van veldproducten, met dien verstande dat bij nachtgerucht, het de normale uitoefening van het beroep betreft, dat de activiteiten noodwendig zijn en er redenen zijn waarom die bezigheid niet evengoed overdag kan uitgevoerd worden;

- klokgelui.

Artikel 83. Het geluid van spelende kinderen kan tussen 7u en 22u niet als hinderlijk beschouwd worden.

Afdeling 3. Elektronisch versterkte en niet-elektronisch versterkte geluidsgolven

Artikel 84. Zonder de schriftelijke toelating van de burgemeester is verboden op openbare plaatsen alsmede buiten en binnen gebouwen wanneer de uitzending bestemd is om op de openbare weg gehoord te worden:

het geven van stemopvoeringen, instrumentale of muzikale uitvoeringen

het gebruik van geluidsversterkers, luidsprekers, muziekinstrumenten of andere geluidsinstallaties en dit in de openbare ruimte.

Het college van burgemeester en schepenen kan de administratieve schorsing of de administratieve intrekking van de vergunning uitspreken als diens houder de daaraan verbonden voorwaarden niet naleeft. 

Hoofdstuk 2. Specifieke bepalingen

Afdeling 1. Geluidsgolven vanuit voertuigen

Artikel 85. Het is de bestuurder van een voertuig verboden elektronisch versterkte muziek die hoorbaar is buiten het voertuig te produceren of toe te laten dat dergelijke muziek wordt geproduceerd. De overtredingen tegen deze bepaling, die aan boord van voertuigen worden begaan, worden verondersteld door de persoon op wiens naam het voertuig staat ingeschreven te zijn begaan, tot bewijs van het tegendeel.

Afdeling 2. Vuurwerk, feest- en kanongeschut

Artikel 86. Met behoud van de toepassing van de wettelijke en reglementaire bepalingen is het verboden om, zowel op de openbare plaats als op private eigendommen, binnenplaatsen en op alle plaatsen die palen aan de openbare weg, om het even welk vuurwerk af te steken, vreugdeschoten af te vuren of voetzoekers, thunderflashes, knal- en rookbussen of andere zaken te laten ontploffen en wensballonnen op te laten. De burgemeester is ertoe gemachtigd toestemming te verlenen om geluidsarm feestvuurwerk af te steken. 

Het afsteken van geluidsarm feestvuurwerk is toegestaan op private eigendom zonder toelating van de burgemeester op Nieuwjaarsnacht van 31 december om 23.45u tot 1 januari om 00.45u van het daaropvolgende jaar, mits dit gebeurt op meer dan 100 meter van bebouwing en met inachtname van alle nodige veiligheidsmaatregelen. 

Afdeling 3. Gebruik van grasmaaiers en andere machines voor het tuinieren

Artikel 87. Het gebruik in de open lucht van houtzagen, grasmaaiers of andere werktuigen aangedreven door ontploffings- en/of elektrische motoren, is alleen toegestaan tussen 8 en 21 uur. Op zondagen en wettelijke feestdagen is enkel het gebruik van grasmaaiers toegestaan en dit tussen 10 en 12 uur. 

Dit artikel is niet van toepassing voor de normale exploitatie van landbouwgronden.

Afdeling 4. Vogelschrikkanonnen

Artikel 88. Het gebruik van vogelschrikkanonnen of soortgelijke toestellen voor het verjagen van vogels bij het beschermen van de akkerbouw, tuinbouw en fruitteelt, is enkel toegestaan na schriftelijke toelating van de burgemeester. 

De toelating kan worden geschorst of ingetrokken indien de voorwaarden van de toelating niet worden nageleefd. 

Afdeling 5. Laden en lossen - verhuizingen

Artikel 89. Er mogen geen meubels of andere goederen geladen of gelost worden tussen 22u en 7u zonder toelating van de gemeentelijke overheid. 

Afdeling 6. Kermissen

Artikel 90. Volgend einduur geldt voor de muziek én activiteiten van kermissen:

22u op een dag voorafgaand aan een weekdag

24u op een dag voorafgaand aan een weekenddag of feestdag

De standplaatsen ingenomen ter gelegenheid van kermissen mogen niet langer bezet worden dan de vermelde periodes in het besluit van het college van burgemeester en schepenen.

Afdeling 7. Lichtvervuiling en lichthinder

Artikel 91. Behoudens schriftelijke toelating van de burgemeester is het verboden gebruik te maken van het luchtruim boven het grondgebied van de gemeente voor het voortbrengen of projecteren, hetzij rechtstreeks, hetzij door weerkaatsing van lichtbundels van laserlicht of gelijkaardig licht. 

Onverminderd andere wettelijke bepalingen en de milieureglementering (VLAREM) moet elke uitbater de nodige maatregelen nemen om lichthinder te voorkomen. Klemtoonverlichting mag uitsluitend gericht zijn op de inrichting of de onderdelen ervan. Lichtreclame mag de normale intensiteit van de openbare verlichting niet overtreffen. 

TITEL 5. DIEREN

Afdeling 1. Algemene bepalingen

Artikel 92. Uitgezonderd de door het college van burgemeester en schepenen afgeleverde toelatingen is het verboden op de openbare plaats zwervende dieren of vogels te voederen, met uitzondering van vogels bij vriesweer.

Artikel 93. Het is verboden dieren op de openbare plaats te verstoren, ze te vangen of hun nesten te vernielen, zonder voorafgaande machtiging van de burgemeester.

Afdeling 2. Loslopende dieren

Artikel 94. De eigenaars of begeleiders van honden en andere dieren (met uitzondering van katten) moeten deze aangelijnd laten rondlopen op een openbare plaats, tenzij in de daartoe aangeduide gebieden.

Deze verplichting geldt niet voor honden die gebruikt worden tijdens de jacht, die een kudde begeleiden, die voor een reddingsoperatie ingezet worden en voor politiehonden.

De begeleiding dient zodanig te zijn dat de begeleider de hond elk ogenblik kan beletten om personen of dieren te intimideren of lastig te vallen, voertuigen te bespringen of private eigendommen te betreden.

Artikel 95. Het is verboden honden en andere dieren te laten begeleiden door personen die het dier niet onder controle kunnen houden.

Artikel 96. Het is de eigenaars of begeleiders van dieren verboden de dieren die onder hun hoede staan te laten rondzwerven en daardoor de dood of verwondingen te veroorzaken van andere dieren of van vee.

Artikel 97. Het is verboden dieren (met uitzondering van katten) op een privédomein te laten lopen, zonder toelating van de eigenaar van dat privéterrein.

Artikel 98. De eigenaars of begeleiders van dieren zijn ertoe gehouden alle maatregelen te nemen om te voorkomen dat de dieren ontsnappen.

Artikel 99. De eigenaars of begeleiders van dieren die in weiden grazen, zijn gehouden de afsluitingen van de weiden waar de dieren grazen, te onderhouden en alle voorzorgen te nemen die beletten dat dieren uit de weiden ontsnappen.

Artikel 100. De burgemeester kan ontsnapte dieren, op kosten van de eigenaar of de begeleider van deze dieren, laten verwijderen en onderbrengen in een asiel, in afwachting dat de eigenaar de nodige maatregelen heeft genomen om een nieuwe ontsnapping te voorkomen en dit binnen de door de burgemeester gestelde termijn. Indien de eigenaar nalaat de nodige maatregelen te nemen binnen deze termijn, beslist de burgemeester over de definitieve bestemming van het dier.

Artikel 101. Onbewaakte loslopende dieren aangetroffen op openbare plaatsen, worden door de bevoegde personen of in opdracht van de bevoegde personen, gevangen en overgebracht naar het dierenasiel of andere geschikte locaties, onverminderd de bepalingen van artikel 30 van de wet op het politieambt en de wet op het dierenwelzijn.

Alle hieraan verbonden kosten vallen ten laste van de eigenaar of begeleider van het dier.

Afdeling 3. Overlast

Artikel 102. De eigenaars of begeleiders van honden moeten ervoor zorgen dat hun hond(en) de openbare plaats en andermans privédomein niet bevuilen met hun uitwerpselen. Op die plaatsen moeten de eigenaars of begeleiders in het bezit zijn van een zakje (poepzakje) voor het opruimen van de hondenpoep. Een poepzakje moet op het eerste verzoek van de politie of de gemachtigde ambtenaar worden vertoond.

Een uitzondering op deze verplichting wordt gemaakt voor blinden met geleidehond of andere personen met een handicap die zelf fysiek niet in staat zijn om de uitwerpselen te verwijderen.

Indien de overtreder de uitwerpselen niet verwijdert, worden de kosten voor het opruimen en reinigen door de gemeente aan de overtreder aangerekend.

De bepalingen van dit artikel ontslaan de aangelanden (vermeld in artikel 11) niet van hun verplichting inzake het onderhouden en proper houden van de voetpaden en bermen.

Artikel 103. De eigenaars of begeleiders van paarden moeten ervoor zorgen dat hun paard(en) de openbare weg, met name dat gedeelte dat exclusief voorbehouden is voor voetgangers en fietsers, niet bevuilen met hun uitwerpselen. 

Artikel 104. Honden of andere dieren mogen geen abnormale hinder veroorzaken voor de omwonenden door aanhoudend geblaf, geschreeuw of gekrijs of een ander aanhoudend geluid.

Artikel 105. Onverminderd de toepassing van artikel 135 van de nieuwe gemeentewet kan de burgemeester passende maatregelen nemen zoals het laten overgaan tot de inbeslagname van het dier en het laten plaatsen in een dierenasiel, of te verplichten tot het dragen van een blafband zo de eigenaar of de begeleider van het dier na een eerste waarschuwing geen passende maatregelen zou genomen hebben en de abnormale hinder zou aanhouden waarbij de openbare rust verstoord wordt.

Alle hieraan verbonden kosten vallen ten laste van de eigenaar of de begeleider van het dier.

Artikel 106. Bijterige honden moeten een muilkorf dragen op de openbare plaats. Een hond wordt als bijterig beschouwd als er in het verleden zich al een bijtincident heeft voorgedaan.

TITEL 6. SANCTIES, PROCEDURE EN SLOTBEPALINGEN

Hoofdstuk 1. Sancties

Artikel 107. In geval van overtreding van deze verordening kan de politie de overtreder aanmanen om de niet-reglementaire toestand ongedaan te maken. De politieambtenaren aangeduid in artikel 20 van de wet van 24 juni 2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties zijn bevoegd voor de vaststelling van alle overtredingen vervat in deze politieverordening.

Ingevolge de wet van 24 juni 2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties kunnen inbreuken die uitsluitend bestraft worden met een administratieve sanctie eveneens het voorwerp uitmaken van een vaststelling door de hiernavolgende personen: de gemeenteambtenaren die voldoen aan de door de Koning vastgestelde minimumvoorwaarden, bij een besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad inzake de selectie, aanwerving, opleiding en bevoegdheid en die daartoe door de gemeenteraad worden aangewezen. In geval van een meergemeentepolitiezone, kunnen deze gemeenteambtenaren-vaststellers vaststellingen verrichten op het grondgebied van alle gemeenten die deel uitmaken van deze politiezone, en desgevallend van de gemeenten van een of meer andere zones, op voorwaarde dat er een voorafgaande overeenkomst daartoe werd afgesloten tussen de betrokken gemeenten van de politiezone van oorsprong van de ambtenaar en, in voorkomend geval, de gemeente die tot een andere politiezone behoort.

Artikel 108. Voor zover bij wetten, decreten, besluiten, algemene of provinciale verordeningen geen straffen of sancties zijn voorzien, kunnen de inbreuken op de bepalingen van deze politieverordening gestraft worden met:

1° een administratieve geldboete van maximum 350 euro;

2° een administratieve schorsing van een verleende toestemming of vergunning;

3° een administratieve intrekking van een verleende toestemming of vergunning;

4° een tijdelijke of definitieve sluiting van een instelling.

Indien de dader een minderjarige is, die de volle leeftijd van 16 jaar heeft bereikt op het tijdstip van de feiten, bedraagt het maximum van de administratieve geldboete 175 euro.

Artikel 63 van deze algemene bestuurlijke politieverordening, betreffende het gebruik van alcohol bij risicodragende evenementen én artikel 69bis betreffende toegangsverbod tot fuifaccommodaties met het safe party zone label zijn van toepassing op minderjarigen die de volle leeftijd van 14 jaar hebben bereikt op het tijdstip van de feiten

De in het eerste lid bedoelde schorsing, intrekking of sluiting worden opgelegd door het college van burgemeester en schepenen. De administratieve geldboete wordt opgelegd door de sanctionerende ambtenaar.

Wanneer een overtreding van een bepaling is begaan met een motorvoertuig wordt bij afwezigheid van de identificatie van de bestuurder de administratieve geldboete ten laste gelegd van de houder van de kentekenplaat van het voertuig. De houder van de kentekenplaat mag met alle middelen aantonen wie op het ogenblik van de feiten met het voertuig reed. Zo de door de houder van de kentekenplaat

aangeduide persoon de inbreuk niet afdoend weerlegt of ontkent, wordt de administratieve geldboete hem ten laste gelegd.

Artikel 109. Er is sprake van herhaling wanneer de overtreder reeds werd gesanctioneerd voor eenzelfde inbreuk binnen de 24 maanden voorafgaand aan de nieuwe vaststelling van de inbreuk.

In geval van herhaling bedraagt de administratieve geldboete ten minste het dubbele van de geldboete die bij de eerste overtreding werd opgelegd, met een maximum van 350 euro.

In geval van een nieuwe herhaling bedraagt de administratieve geldboete ten minste het drievoudige van de geldboete die bij de eerste overtreding werd opgelegd, met een maximum van 350 euro.

Het maximumbedrag van 350 euro vermeld in de voorgaande leden wordt tot een maximum van 175 euro verminderd indien de dader op het ogenblik van de vaststelling van de herhaalde feiten, de volle leeftijd van 16 jaar (of de volle leeftijd van 14 jaar heeft bereikt op het tijdstip van de feiten indien het gaat over de toepassing van artikel 63 betreffende het gebruik van alcohol bij risicodragende evenementen) heeft bereikt en nog geen 18 jaar is geworden.

Artikel 110. §1. De sanctionerende ambtenaar kan zowel voor minderjarige als voor meerderjarige overtreders volgende alternatieve maatregel voor de administratieve geldboete opleggen: de lokale bemiddeling, gedefinieerd als zijnde een maatregel die het voor de overtreder mogelijk maakt om door tussenkomst van een bemiddelaar, de geleden schade te herstellen of schadeloos te stellen of om het conflict te doen bedaren. 

§2. De sanctionerende ambtenaar dient verplicht het aanbod tot bemiddeling aan de minderjarige over te maken, de sanctionerende ambtenaar oordeelt facultatief over het aanbod tot bemiddeling aan de meerderjarige. Artikel 120 en verder bepalen het verloop van de bemiddelingsprocedure.

In geval van weigering van het aanbod of falen van de bemiddeling kan de sanctionerende ambtenaar een administratieve geldboete opleggen.

Artikel 111. Elke overtreding die aanleiding kan geven tot het opleggen van een administratieve sanctie dient te worden vastgesteld door middel van een proces-verbaal of een bestuurlijk verslag. Dit proces-verbaal of dit bestuurlijk verslag wordt binnen de twee maanden na de vaststelling bezorgd aan de sanctionerende ambtenaar, zoals bepaald in artikel 22 van de wet van 24 juni 2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties. Als de overtreding wordt vastgesteld bij heterdaad wordt het proces-verbaal of het bestuurlijk verslag binnen de maand overgemaakt aan de sanctionerende ambtenaar.

Indien het proces-verbaal of het bestuurlijk verslag onvoldoende gegevens zou bevatten, kan de sanctionerende ambtenaar de politiediensten verzoeken die gegevens, eventueel na bijkomend onderzoek, nog toe te voegen aan het dossier.

Artikel 112. Indien de feiten zowel een strafrechtelijke als een administratiefrechtelijke inbreuk vormen, wordt het proces-verbaal binnen de voormelde termijnen na de vaststelling, toegestuurd aan de Procureur des Konings. Een afschrift wordt verzonden aan de sanctionerende ambtenaar.

Indien de feiten enkel met een administratieve sanctie kunnen bestraft worden, wordt het origineel proces-verbaal of bestuurlijk verslag aan de sanctionerende ambtenaar toegestuurd.

Van feiten lastens minderjarigen die enkel met een administratieve sanctie kunnen bestraft worden, wordt steeds een afschrift van het proces-verbaal of van het bestuurlijk verslag overgemaakt aan de Procureur des Konings.

Artikel 113. De administratieve sanctie is proportioneel naar gelang van de ernst van de feiten die haar verantwoorden en van de eventuele recidive. Wanneer de sanctionerende ambtenaar vaststelt dat de gemeenschapsdienst/ lokale bemiddeling correct werd uitgevoerd, respectievelijk geslaagd is, kan hij geen administratieve geldboete meer opleggen.

Artikel 114. De vaststelling van meerdere samenlopende inbreuken op dezelfde reglementen of verordeningen, geeft aanleiding tot één enkele administratieve sanctie, in verhouding tot de ernst van het geheel van de feiten.

Artikel 115. De sanctionerende ambtenaar kan geen administratieve geldboete opleggen na het verstrijken van een termijn van zes maanden, te rekenen vanaf de dag van de vaststelling van de feiten. De eventuele beroepsprocedures zijn niet in deze termijn begrepen.

In afwijking van voormeld lid moet de beslissing van de sanctionerende ambtenaar binnen een termijn van twaalf maanden vanaf de dag van de vaststelling van de feiten, genomen worden en aan de betrokkenen ter kennis gebracht, indien er een gemeenschapsdienst en/of bemiddeling tussenkomt.

Artikel 116. De beslissing wordt door de sanctionerende ambtenaar aan de overtreder ter kennis gebracht door een aangetekend schrijven.

In het geval van een minderjarige overtreder wordt de beslissing op dezelfde wijze ter kennis gebracht aan de minderjarige, evenals aan zijn vader en moeder, zijn voogden of de personen die de minderjarige onder hun hoede hebben.

De sancties opgelegd door het college van burgemeester en schepenen worden eveneens ter kennis gebracht aan de overtreder per aangetekend schrijven.

Beslissingen inzake feiten die tevens met een strafsanctie zijn bekleed worden eveneens toegestuurd aan de Procureur des Konings.

Artikel 117. Wanneer deze politieverordening overtreden wordt, kan de bevoegde overheid van ambtswege de noodzakelijke maatregelen laten uitvoeren op kosten en risico van de overtreder die heeft verzuimd op te treden.

Artikel 118. Bevelen van de burgemeester, gegeven in uitvoering van de artikelen 133 tot en met 135 van de Nieuwe Gemeentewet, dienen te worden nageleefd. De niet-naleving van deze bevelen is strafbaar overeenkomstig artikel 108 van deze politieverordening. Iedere persoon, op de openbare weg alsook in alle openbare plaatsen, moet zich voegen naar de bevelen en/of vorderingen hem door de bevoegde overheid in de uitvoering van zijn ambt gegeven.

In geval van niet-naleving van een tijdelijk plaatsverbod opgelegd overeenkomstig artikel 134sexies nieuwe gemeentewet kan de dader of kunnen de daders van die gedragingen gestraft worden met een administratieve geldboete overeenkomstig de voorgaande bepalingen.

Artikel 119. Alle vergunningen, toelatingen en machtigingen vermeld in deze politieverordening moeten worden voorgelegd op het eerste verzoek van de bevoegde personen.

Hoofdstuk 2. Bemiddelingsprocedure

Artikel 120. De sanctionerend ambtenaar is verplicht een bemiddelingsprocedure op te starten vóór het opleggen van een administratieve geldboete aan minderjarigen die de volle leeftijd van 16 jaar – of de leeftijd van 14 jaar indien het gaat over de toepassing van artikel 63 betreffende het gebruik van alcohol bij risicodragende evenementen én artikel 69bis betreffende toegangsverbod tot fuifaccommodaties met het safe party zone label - hebben bereikt op het tijdstip van de feiten.

Artikel 121. De sanctionerend ambtenaar kan in alle andere gevallen waarin hij dit nuttig acht een bemiddelingsprocedure voorstellen vooraleer hij een administratieve boete oplegt.

Artikel 122. Voor de bemiddeling kan de sanctionerend ambtenaar beroep doen op de bemiddelaar voor het gerechtelijk arrondissement Leuven.

Artikel 123. Het verloop van de bemiddelingsprocedure wordt gecoördineerd door de sanctionerend ambtenaar.

Artikel 124. Voor elke bemiddeling gelden volgende beginselen:

- vrijwilligheid van deelname aan de bemiddeling;

- vertrouwelijkheid van de opdracht van de bemiddelaar;

- onafhankelijkheid en onpartijdigheid van de bemiddelaar.

Artikel 125. De bemiddelaar tracht de betrokkenen (dader en slachtoffer) te bewegen tot een herstel of vergoeding van de schade in de meest brede betekenis van het woord.

Artikel 126. Als er door de sanctionerend ambtenaar een bemiddeling wordt aangeboden aan de dader wordt daarvan melding gemaakt in de aangetekende brief waarmee de procedure in het kader van de gemeentelijke administratieve geldboete wordt opgestart en dewelke gericht is aan de dader.

Artikel 127. De bemiddelaar wordt door de sanctionerend ambtenaar op de hoogte gebracht van de relevante feiten van de zaak.

Elk bemiddelingsaanbod gaat gepaard met voldoende informatie over wat bemiddeling is, hoe zij verloopt, wat van de betrokkenen verwacht wordt en welke hun rechten en plichten zijn.

Artikel 128. Wanneer een akkoord over het herstel van de schade wordt bereikt, wordt dit door de bemiddelaar schriftelijk meegedeeld aan de sanctionerend ambtenaar.

Indien een akkoord onmogelijk blijkt, wordt de bemiddelingsprocedure stopgezet. Dit wordt eveneens schriftelijk meegedeeld aan de sanctionerend ambtenaar.

Artikel 129. De sanctionerend ambtenaar houdt bij het opleggen van de administratieve geldboete rekening met de resultaten van de bemiddeling.

Hoofdstuk 3. Slotbepalingen

Artikel 130. Onderhavige politieverordening wordt bekend gemaakt overeenkomstig artikel 186 en 187 van het Gemeentedecreet en de wet van 24 juni 2013, meer specifiek art. 15 met betrekking tot minderjarigen. Dit gebeurt door publicatie op de gemeentelijke website.

Artikel 131. Een afschrift van deze verordening zal conform art. 119 NGW worden toegestuurd aan de deputatie van de provincieraad, aan de griffie van de rechtbank van eerste aanleg, aan de griffie van de politierechtbank van het gebied, aan de aangewezen ambtenaar, de juridische dienst van de provincie en aan de voorzitter van het politiecollege.

Bijlage 1: Zonaal reglement houdende maatregelen ter preventie van brand en ontploffing in publiek toegankelijke inrichtingen

Bijlage2: Zonaal reglement houdende maatregelen ter preventie van brand en ontploffing bij evenementen


[1] Het niet respecteren van deze bepalingen kan niet enkel leiden tot een gemeentelijke administratieve sanctie, maar ook tot het opleggen van een belasting wegens het weghalen door het gemeentebestuur van het sluikstorten. Meer informatie hierover vindt u op de website van de gemeente. 

[2] Het niet respecteren van deze bepalingen kan niet enkel leiden tot een gemeentelijke administratieve sanctie, maar ook tot het opleggen van een belasting wegens het verwijderen van aangeplakte affiches op niet daartoe bestemde plaatsen. Meer informatie hierover vindt u op de website van de gemeente.

[3] Een fytosanitaire maatregel is een maatregel ter bescherming van leven of gezondheid van mens, dier of plant tegen het binnenbrengen van a) ziekten en plagen, b) additieven, contaminanten, toxines,… ,c) zieke dieren en planten, d) andere schade.

[4] Dit omvat volgende gevallen: brandstichting; vernieling van bouwwerken, stoommachines en telegraaftoestellen; vernieling of beschadiging van graven, monumenten, kunstvoorwerpen, titels, bescheiden, of andere papieren; vernieling of beschadiging van eetwaren, koopwaren of andere roerende eigendommen; vernieling of verwoesting van veldvruchten, planten, bomen, enten, granen en voeder, vernieling van landbouwgereedschappen; ombrengen van dieren; vernieling van afsluitingen, verplaatsing of verwijdering van grenspalen en hoekbomen; vernieling en schade door overstroming veroorzaakt. 

Artikel 
Dit besluit treedt in werking met onmiddellijke ingang.