Nieuwe pagina: bestuurseenheid.zittingen.zitting.uittreksels.detail.raw

Vlaanderen

publicatie.gelinkt-notuleren.vlaanderen.be Naar de hoofdinhoud

Type document
Uittreksel document

Openbare behandeling van agendapunt

22.  22. Personeel – rechtspositieregeling – wijzigen

Aanwezigen bij agendapunt

Aanwezige leden

  • Ann Brosens (Gemeenteraadslid)
  • Mark Bruurs (Gemeenteraadslid)
  • Philip Loots (Gemeenteraadslid)
  • Claudia Manders (Gemeenteraadslid)
  • Bart Mertens (Gemeenteraadslid)
  • Jeroen Raeijmaekers (Gemeenteraadslid)
  • Anja Van Gils (Gemeenteraadslid)
  • Leo Van Tilburg (Gemeenteraadslid)
  • Jef Van de Perre (Gemeenteraadslid)
  • Remco van Tilburg (Gemeenteraadslid)

Afwezige leden

  • Staf Braspenning (Gemeenteraadslid)

Stemmingen bij agendapunt

De leden van de raad stemmen openbaar

over het voorstel van besluit

Aanwezigen tijdens de stemming

  • Ann Brosens
  • Mark Bruurs
  • Philip Loots
  • Claudia Manders
  • Bart Mertens
  • Jeroen Raeijmaekers
  • Jef Van de Perre
  • Anja Van Gils
  • Remco van Tilburg
  • Leo Van Tilburg

Effectieve stemmers

  • Ann Brosens
  • Mark Bruurs
  • Philip Loots
  • Claudia Manders
  • Bart Mertens
  • Jeroen Raeijmaekers
  • Jef Van de Perre
  • Anja Van Gils
  • Remco van Tilburg
  • Leo Van Tilburg

goedgekeurd, met eenparigheid van stemmen

22. Personeel – rechtspositieregeling – wijzigen

Gelet op het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017;

Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 7 december 2007 en latere wijzigingen houdende de minimale voorwaarden voor de personeelsformatie, de rechtspositieregeling en het mandaatstelsel van het gemeentepersoneel en het provinciepersoneel en houdende enkele bepalingen betreffende de rechtspositie van de secretaris en de ontvanger van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn; 

Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 20 januari 2023 tot vaststelling van de minimale voorwaarden van de rechtspositieregeling van het personeel van lokale en provinciale besturen;

Gelet op de rechtspositieregeling voor het gemeentepersoneel van Baarle-Hertog, zoals vastgesteld bij gemeenteraadsbeslissing van 18 december 2008 en gewijzigd bij gemeenteraadsbeslissingen van 18 mei 2009, 8 maart 2010, 16 februari 2017, 15 maart 2018, 22 oktober 2020, 21 april 2022, 1 december 2022, 20 april 2023 en 21 september 2023;

Gelet op het voorstel om voormelde rechtspositieregeling te wijzigen met het oog op:

  1. het aanpassen van het aantal vakantiedagen m.i.v. 1 januari 2026

  2. het wijzigen van fietsleasemaatschappij m.i.v. 1 december 2025

Overwegende dat voormeld wijzigingsvoorstel m.b.t. punt a ertoe strekt de aantrekkelijkheid en derhalve de concurrentiepositie van het lokaal bestuur als werkgever te versterken;

Gelet op de beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 15 september 2025 houdende toetreding tot de “Raamovereenkomst voor het (individueel) leasen van fietsen ten behoeve van het personeel”;

Overwegende dat voormeld wijzigingsvoorstel m.b.t. punt b het resultaat is van de nieuwe groepsaankoop van IOK aangaande “Raamovereenkomst voor het (individueel) leasen van fietsen ten behoeve van het personeel”, met als voorwerp het leasen van fietsen aan het personeel van diverse besturen in de Antwerpse Kempen die lid zijn van de intergemeentelijke aankoopdienst van IOK , en dit voor een periode van 4 jaar met als voorziene startdatum 14 juli 2025;

Overwegende dat de raad van bestuur van IOK op 13 juni 2025 de opdracht met betrekking tot de groepsaankoop “raamovereenkomst voor het (individueel) leasen van fietsen ten behoeve van het personeel” gegund heeft aan en bij mededeling van 8 juli 2025 gesloten heeft met Cyclis Bike Lease NV, Kuringersteenweg 186 te 3500 Hasselt;

Gelet op het voorstel van het college van burgemeester en schepenen tot wijziging van de lokale rechtspositieregeling;

Gelet op de besprekingen ter zake in het onderhandelingscomité van 3 november 2025 welke beëindigd werden met een protocol van akkoord;

Besluit

Artikel 1.

De rechtspositieregeling voor het gemeentepersoneel van Baarle-Hertog, zoals vastgesteld bij gemeenteraadsbeslissing van 18 december 2008 en gewijzigd bij gemeenteraadsbeslissingen van 18 mei 2009, 8 maart 2010, 16 februari 2017, 15 maart 2018, 22 oktober 2020, 21 april 2022, 1 december 2022, 20 april 2023 en 21 september 2023, als volgt te wijzigen:

TITEL VII. DE TOELAGEN, VERGOEDINGEN EN SOCIALE VOORDELEN

Hoofdstuk II. De verplichte toelagen

Afdeling III. De eindejaarstoelage

Art. 194bis. §1. De eindejaarstoelage kan op vraag van het personeelslid geheel of gedeeltelijk worden omgezet in een theoretisch budget waarmee het personeelslid voordelen ter bevordering van fietsmobiliteit kan kiezen, die gelijkwaardig zijn aan die van een eindejaarstoelage in geld zoals omschreven in de rechtspositiebesluiten van 7 december 2007 en 12 november 2010. In voorkomend geval is er geen of gedeeltelijk geen recht meer op de eindejaarstoelage.

Het theoretisch budget waarvan sprake in voorgaande lid is niet opeisbaar. De voordelen die het personeelslid vrij kiest binnen de grenzen van dit theoretisch budget, worden wel opeisbaar van zodra ze opgenomen worden in een individueel akkoord tussen het personeelslid en zijn bestuur. Bij gebrek aan een individueel akkoord, blijft het recht op de eindejaarstoelage onverkort van toepassing.

Het personeelslid moet zijn keuze om de eindejaarstoelage geheel of gedeeltelijk om te zetten maken op een moment dat er nog geen verworven rechten op die eindejaarstoelage bestaan. Wanneer het personeelslid kiest voor een gedeeltelijke omzetting van de eindejaarstoelage, vermindert hiermee het bruto bedrag van de eindejaarstoelage.

Indien het theoretisch budget meer was dan nodig voor de gekozen voordelen, wordt het saldo aan het personeelslid overgemaakt na afhouding van de noodzakelijke bijdragen en uiterlijk op 15 december. In voorkomend geval worden die teruggestorte gelden beschouwd als een gewone premie in geld.

§2. De concrete modaliteiten over fietsmobiliteit zijn uitgewerkt in bijlagen VII en VIII van deze rechtspositieregeling.

Hoofdstuk VI. De sociale voordelen

Afdeling III. De vergoeding van de kosten voor het woon-werkverkeer

Art. 216ter. §1. Het personeelslid kan op vraag van het personeelslid het budget van fietsvergoeding zoals opgebouwd volgens deze rechtspositieregeling, geheel of gedeeltelijk inzetten voor de voordelen ter bevordering van fietsmobiliteit.

De in het eerste lid vermelde fietsvergoeding kan worden omgezet in een theoretisch budget waarmee het personeelslid andere voordelen ter bevordering van fietsmobiliteit kan kiezen, die gelijkwaardig zijn aan die van de fietsvergoeding zoals omschreven in de rechtspositiebesluiten van 7 december 2007 en van 12 november 2010.

Het personeelslid moet zijn keuze maken om zijn fietsvergoeding om te zetten ten laatste op de laatste werkdag van het kalenderjaar voorafgaand aan het jaar waarin de voordelen ter bevordering van fietsmobiliteit worden aangevraagd. 

§2. De concrete modaliteiten over fietsmobiliteit zijn uitgewerkt in bijlage VII van deze rechtspositieregeling

TITEL VIII. VERLOVEN EN AFWEZIGHEDEN

Hoofdstuk II. De jaarlijkse vakantiedagen

Afdeling I. Algemene bepalingen

Art. 229bis. §1. Het personeelslid kan op vraag van het personeelslid vakantiedagen, die per kalenderjaar boven het minimum van 28 dagen uitstijgen, omzetten naar een theoretisch budget welke aangewend kan worden ter bevordering van fietsmobiliteit. In voorkomend geval is er geen of gedeeltelijk geen recht meer op de bijkomende vakantiedagen.

De in het eerste lid vermelde vakantiedagen kunnen worden omgezet in een theoretisch budget waarmee het personeelslid andere voordelen ter bevordering van fietsmobiliteit kan kiezen, die gelijkwaardig zijn aan die van een vakantiedag zoals omschreven in de rechtspositiebesluiten van 7 december 2007 en van 12 november 2010.

Het personeelslid moet zijn keuze maken om een of meerdere bijkomende vakantiedagen om te zetten ten laatste op de laatste werkdag van het kalenderjaar voorafgaand aan het jaar waarin de voordelen ter bevordering van fietsmobiliteit worden aangevraagd. 

Het theoretisch budget waarvan sprake in voorgaande lid is niet opeisbaar. De voordelen die het personeelslid vrij kiest aan de hand van dit theoretisch budget, worden wel opeisbaar van zodra ze opgenomen worden in een individueel akkoord tussen het personeelslid en zijn bestuur. Bij gebrek aan een individueel akkoord, blijft het recht op de vakantiedagen onverkort van toepassing.

§2. De concrete modaliteiten over fietsmobiliteit zijn uitgewerkt in bijlage VII van deze rechtspositieregeling.

BIJLAGE VII – Fietsbeleid lokaal bestuur Baarle-Hertog (A)

(...)

Art. 11. De bepalingen van onderhavige bijlage VII zijn enkel van toepassing voor fietsleasecontracten afgesloten vóór 1 december 2025.

BIJLAGE VIII – Fietsbeleid lokaal bestuur Baarle-Hertog (B)

De bij onderhavige beslissing gevoegde 'Bijlage VIII – Fietsbeleid lokaal bestuur Baarle-Hertog (B) wordt aan de lokale rechtspositieregeling toegevoegd.

Art. 2.

De rechtspositieregeling voor het gemeentepersoneel van Baarle-Hertog, zoals vastgesteld bij gemeenteraadsbeslissing van 18 december 2008 en gewijzigd bij gemeenteraadsbeslissingen van 18 mei 2009, 8 maart 2010, 16 februari 2017, 15 maart 2018, 22 oktober 2020, 21 april 2022, 1 december 2022, 20 april 2023 en 21 september 2023, als volgt te wijzigen:

TITEL VIII. VERLOVEN EN AFWEZIGHEDEN

Hoofdstuk II. De jaarlijkse vakantiedagen

Afdeling I. Algemene bepalingen

Art. 226. §1. Een voltijds werkend personeelslid heeft recht op een aantal werkdagen betaalde vakantie voor een volledig dienstjaar overeenkomstig volgende tabel:

aantal jaar dienst                                    aantal vakantiedagen

minder dan 10 jaar                                        30 dagen 32 dagen

vanaf 10 jaar                                                   31 dagen 33 dagen

vanaf 15 jaar                                                   32 dagen 34 dagen

vanaf 20 jaar                                                  33 dagen 35 dagen

Onder aantal jaren dienst wordt begrepen de ononderbroken tewerkstelling in dienst van het eigen bestuur. Voor de berekening van aantal jaren ononderbroken tewerkstelling wordt geen pro rata berekening toegepast ingeval van deeltijdse prestaties. Ze worden dus voor 100 % meegerekend ongeacht of ze betrekking hebben op voltijdse dan wel deeltijdse prestaties.

Voor het bepalen van het aantal werkdagen betaalde vakantie wordt het aantal jaren in dienst dat het personeelslid bereikt in de loop van het jaar in aanmerking genomen.

Art. 3.

De overeenkomstig artikel 1 goedgekeurde wijziging van de rechtspositieregeling voor het gemeentepersoneel van Baarle-Hertog treedt in werking vanaf 1 december 2025.

Art. 4.

De overeenkomstig artikel 2 goedgekeurde wijziging van de rechtspositieregeling voor het gemeentepersoneel van Baarle-Hertog treedt in werking vanaf 1 januari 2026 en is van toepassing op alle (in dienst zijnde en toekomstige) personeelsleden.

Art. 5.

Onderhavige beslissing bekend te maken in toepassing van artikel 286 §1, 2° van het decreet over het lokaal bestuur.