Type document
Uittreksel document

Gelet op het verzoekschrift gericht aan de gemeenteraad ingediend door de heer J. Keustermans op datum van 4 november 2019met navolgende vragen cq. wensen in verband met de deontologische code van de gemeenteraad van Baarle-Hertog;

“1. De nieuwe deontologische modelcode van het VVSG als basis te nemen van de code voor de gemeente. Hierin staan een aantal belangrijke aanvullingen t.o.v. de vorige code, bv. op het gebied van omgaan met informatie (als voorbeeld: onder discretieplicht verstaan we de plicht om ten aanzien van derden voorzichtig om te gaan met informatie die een lokale mandataris heeft. Het gaat daarbij over bepaalde informatie niet verspreiden, maar ook over het plaatsen van bepaalde informatie in de juiste context en zich te realiseren dat informatie ook uit de context kan worden gehaald) en onderlinge omgang en afspraken voor vergaderingen).

2. In het hoofdstuk “omgaan met informatie” wil ik voorstellen om een extra artikel op te nemen, nl. "Een lokale mandataris zal de feiten juist weergeven en niet liegen.”

3. In het hoofdstuk “onderlinge omgang" wil ik voorstellen om de werkingssfeer uit te breiden tot vergaderingen van het GOB Plenair.

4. Het lijkt me zinvol om spelregels op te nemen over hoe men zich op de sociale media uit. Dezelfde richtlijnen als bij het hoofdstuk over vergadering lijken me hier aangewezen. Deze richtlijnen kunnen vanzelfsprekend ook van toepassing zijn op het gebruik van de meer traditionele media (bv. kranteninterviews, verslagen in lokale media, etc.). De Vlaamse overheid heeft een handreiking sociale media gepubliceerd die aanknopingspunten bevat om in de deontologische code op te nemen (bijlage 3). Een specifiek aspect van het internet waar de nodige jurisprudentie over bestaat, betreft identiteitsfraude. Ook dit lijkt me zinvol om op te nemen in de deontologische code en ik wil hierbij de volgende tekst voorstellen: “Lokale mandatarissen zullen duidelijk herkenbaar voor burgers hun standpunten vertegenwoordigen, en afzien van het gebruik van schuilnamen of fictieve identiteiten om commentaar op burgers, politieke situaties en mede mandatarissen te uiten.”.

5. Tot slot is het m.i. eveneens zinvol om alsnog een evaluatie te doen in hoeverre – sinds de invoering van de deontologische code in 2007 – geen overtredingen van de vorige code hebben plaatsgevonden.”;

Overwegende dat bij gemeenteraadsbeslissing van 21 november 2019 voormeld verzoekschrift ontvankelijk werd verklaard en aan het college van burgemeester en schepenen opdracht werd gegeven de wenselijkheid na te gaan tot herziening van de deontologische code voor de gemeenteraadsleden zoals goedgekeurd in zitting van 15 november 2007;

Overwegende dat het college van burgemeester en schepenen het belangrijk vond om de visie van elke fractie die deel uitmaakt van de gemeenteraad over een eventuele wijziging van de bestaande deontologische code voor de gemeenteraadsleden te kennen en daarom om advies heeft gevraagd aan de Commissie Algemeen Bestuurlijke Zaken;

Overwegende dat de heer J. Keustermans uitgenodigd werd voor de commissievergadering van 12 april 2022 doch op 5 april 2022 per mail heeft laten weten niet aanwezig te kunnen zijn wegens verblijf in buitenland maar dat hij er een bezwaar tegen had dat de commissie zonder hem zou vergaderen;

Overwegende dat in zitting van 12 april 2022 de leden van de leden van Commissie Algemeen Bestuurlijke Zaken kennis hebben genomen van:

-het verzoekschrift van gericht aan de gemeenteraad ingediend op 4 november 2019;

-voormelde gemeenteraadsbeslissing van 21 november 2019;

-voormelde mail van de heer Jef Keustermans van 5 april 2022;

Overwegende dat de commissie vindt dat de bestaande deontologische code zoals vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 15 november 2017 een goede algemene leidraad is voor onze lokale mandatarissen om deontologisch correct te handelen bij de uitoefening van hun mandaat en met eenparigheid van stemmen aan het college van burgemeester en schepenen adviseert om aan de gemeenteraad voor te stellen om de deontologische code van de gemeenteraad niet te wijzigen;

Overwegendedat volgens het decreet lokaal bestuur van 22 september 2017 een deontologische code moet worden opgesteld, maar aan de lokale besturen een grote autonomie laat om dit in te vullen ;

Overwegende dat het college burgemeester en schepenen zich aansluit bij voormeld advies van de Commissie Algemeen Bestuurlijke Zaken;