Type document
Uittreksel document

Gelet op het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, zoals gewijzigd;

Gelet op de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, zoals gewijzigd, inzonderheid Titel II, hoofdstuk II, afdeling 4 en gelet op de uitvoeringsbesluiten;

Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 23 september 1997 houdende de definitieve vaststelling van het ruimtelijk structuurplan Vlaanderen, bekrachtigd bij het decreet van 17 december 1997 wat de bindende bepalingen betreft;

Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 12 december 2003 houdende de definitieve vaststelling van een herziening van het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen, bekrachtigd bij het decreet van 19 maart 2004 wat de bindende bepalingen betreft;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 17 december 2010 houdende de definitieve vaststelling van een tweede herziening van het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen, bekrachtigd bij het decreet van 25 februari 2011 wat de bindende bepalingen betreft;

Gelet op het ministerieel besluit van 10 juli 2001 houdende de goedkeuring van het ruimtelijk structuurplan voor de provincie Antwerpen;

Gelet op het ministerieel besluit van 4 mei 2011 houdende de gedeeltelijke goedkeuring van de partiële herziening van het Ruimtelijk Structuurplan voor de provincie Antwerpen;

Gelet op het besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 10 juli 2014houdende de definitieve goedkeuring van het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan Baarle-Hertog;

Gelet op het koninklijk besluit van 30 september 1977 houdende de definitievevaststelling van het gewestplan Turnhout;

Overwegende dat in het Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan een visie met betrekking tot wonen en gemeenschapsvoorzieningen werd opgenomen;

Gelet op de beslissing van het GOB in plenaire samenstelling van 21 december 2010 betreffende de begroting 2011 van het Cultureel Centrum Baarle (CCB), om een werkgroep, bestaande uit de in de gemeenteraden van Baarle-Hertog en Baarle-Nassau vertegenwoordigde fracties, te formeren welke de toekomstige kaders moet bepalen waarbinnen het CCB moet fungeren (werkgroep Toekomst CCB);

Gelet op de gespreksnotitie, vastgesteld door voormelde werkgroep op 21 september 2011, welke vertrekt van de uitgangspunten en randvoorwaarden waarover in de werkgroep consensus bestaat, zoals de wens om ontmoeting te bevorderen, bundeling van activiteiten (clustering) en het beheersbaar houden van de kosten;

Overwegende dat voormelde werkgroep in dit verband opteerde om een onderzoek naar een toekomstbestendig cultureel- en ontmoetingscentrum te laten uitvoeren;

Overwegende dat voormeld onderzoek, in opdracht van de Stichting Cultureel Centrum Baarle (SCCB) i.o.m.de werkgroep, werd uitgevoerd door onderzoeksbureaus Zet en Complan;

Gelet op het eindrapport “Toekomst Cultureel Centrum Baarle” opgemaakt door Zet en Complan, dat op 18 september 2013 werd toegelicht aan het GOB in plenaire samenstelling;

Gelet op de beslissing van het GOB in plenaire samenstelling van 21 september 2015 betreffende de toekomstige huisvesting van het CCB, waarbij het GOB-plenair onder meer kennis nam van de conclusie van de kleine werkgroep Toekomst CCB (bestaande uit de portefeuillehouders en afvaardiging dagelijks bestuur CCB), met name dat een variant-scenario 2 (inpassen, uitbreiden en afstoten) als kans- en perspectiefrijk wordt beoordeeld, en waarbij aan het GOB-beperkt en de werkgroep Toekomst CCB opdracht wordt gegeven om essentiële elementen en aspecten – nodig om te komen tot besluitvorming over het al dan niet verder uitwerken/uitvoeren van variant-scenario 2 – gefaseerd nader uit te zoeken;

Gelet op de beslissing van het GOB in plenaire samenstelling van 15 december 2015 om voorbereidingskrediet ten bedrage van € 50.000,00 te verstrekken voor de opmaak van een voorstudie, welke moet resulteren in een plan van eisen bestaande uit onder meer een functioneel, ruimtelijk, technisch en financieel programma;

Overwegende dat in uitvoering van voormelde beslissing van het GOB in plenaire samenstelling een plan van eisen voor de opdracht “Advisering verbouwing cultureel centrum Baarle-Nassau-Hertog” is opgemaakt door de kleine werkgroep;

Overwegende dat de gemeente Baarle-Nassau middels een meervoudige onderhandse aanbesteding van voormelde opdracht voormelde opdracht gunde aan Laride B.V., Bastion 58, 5509 MJ Veldhoven (Nederland);

Gelet op het plan van eisen, opgeleverd door Laride B.V. op 10 april 2017;

Gelet op de beslissing van het GOB in plenaire samenstelling van 26 juni 2017 waarbij aan het GOB-beperkt de opdracht gegeven wordt om de opties ‘nieuwbouw elders’ en ‘totaalrenovatie’ op basis van het voorliggende Programma van Eisen te verkennen en daarover aan het GOB-plenair te rapporteren;

Gelet op beslissing van het GOB in plenaire samenstelling van 19 december 2017 waarbij ingestemd wordt met de keuze om het CCB te huisvesten in een nieuwbouw op een andere locatie en waarbij aan GOB-beperkt opdracht wordt gegeven om de verwerving van een locatie op te starten;

Gelet op de beslissing van het GOB in plenaire zitting van 19 december 2017 waarbijtoestemming wordt gegeven om voor de concrete uitwerking professionele begeleiding in te huren;

Gelet op het besluit van het college van burgemeester en schepenen van 18 juni 2018 betreffende de goedkeuring van de lastvoorwaarden, de raming en de plaatsingsprocedure voor de opdracht “Trajectbegeleiding en advies bij het PPS project CULTUREEL CENTRUM BAARLE-HERTOG / BAARLE-NASSAU”;

Gelet op de beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 3 december 2018 om de opdracht “Trajectbegeleiding en advies bij het PPS project CULTUREEL CENTRUM BAARLE-HERTOG / BAARLE-NASSAU” te gunnen aan Sweco Belgium nv, Stationsstraat 51 te 2800 Mechelen;

Overwegende dat op basis van het Programma van Eisen voor het nieuw cultureel centrum en de door Sweco Belgium nv uitgewerkte volumestudie een reële inschatting werd gemaakt van de benodigde aan te kopen gronden;

Overwegende dat voor de locatiekeuze rekening werd gehouden met de nadrukkelijke wens om de landsgrens door het nieuwe gebouw te laten lopen;

Gelet op de gemeenteraadsbeslissing van 7 mei 2020 houdende aankoop van navolgende onroerende goederen:

a) Een perceel grond, gelegen te Baarle-Hertog, ter streke De Boschovensche Akkers, kadastraal bekend volgens huidig kadaster sectie C, deel van nummers 241 L 3 P0000 en 241 V 3 P0000, met gereserveerde perceelidentificatie 241 Z 3 P0000, en met een oppervlakte volgens nagemelde meting zeventien are drieënzestig centiare (17a 63ca), zijnde lot B1 van het metingsplan opmetingsplan opgemaakt door de heer Karel Snoeckx, beëdigd landmeter-schatter, dd. 6 januari 2020;

b) Een perceel grond, gelegen te Baarle-Hertog, ter streke De Boschovensche Akkers, kadastraal bekend volgens huidig kadaster sectie C, deel van nummer 242 F 2 P0000, met gereserveerde perceelidentificatie 241 A 4 P0000, en met een oppervlakte volgens nagemelde meting van twaalf centiare (12ca), zijnde lot B2 van het metingsplan opmetingsplan opgemaakt door de heer Karel Snoeckx, beëdigd landmeter-schatter, dd. 6 januari 2020;

c) Een perceel grond, gelegen te Baarle-Nassau, kadastraal bekend sectie C nr. 3930/deel en 3931/deel, met een met een oppervlakte volgens nagemelde meting van zevenentwintig are negenentachtig centiare (27a89ca), zijnde lot NL1 van het metingsplan opmetingsplan opgemaakt door de heer Karel Snoeckx, beëdigd landmeter-schatter, dd. 6 januari 2020;

Overwegende dat de gemeente vermelde onroerende goederen heeft aangekocht om reden van openbaar nut, uitsluitend en alleen voor de bouw van een cultureel centrum en/of het oprichten van caritatieve constructies zoals seniorenresidenties;

Overwegende dat voor de realisatie van nieuw cultureel centrum op voormelde locatie het raadzaam wordt geacht om een gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan op te maken;

Overwegende dat inmiddels ook bekend werd dat aansluitend op de finaal beoogde locatie voor de nieuwe ontwikkeling van het CCB er op Nederlands grondgebied ook een ontwikkeling van een voorziening voor begeleid wonen van personen met een mentale handicap opgenomen wordt in het planinitiatief aan Nederlandse zijde; dat dit initiatief past binnen de visie van de gemeente Baarle-Hertog op de vooropgestelde ontwikkeling van een zone voor gemeenschaps- en openbare nutsvoorzieningen langsheen de Loswal, en hiervan een concrete invulling vormt en daarom werd gehonoreerd en verwerkt in het traject tot opmaak van het voorliggende RUP;

Gelet op de gemeenteraadsbeslissing van 15 april 2021 waarbij aan dienstverlenende vereniging IOK opdracht wordt gegeven tot opmaak van navolgende Gemeentelijke Ruimtelijke Uitvoeringsplannen (RUP’s)

• Opmaak van een RUP voor de realisatie van het nieuwe CCB: RUP CCB WUG Loswal – Burgemeester Van Gilsestraat,
• Opmaak van een RUP ter vervanging van een gedeelte van het BPA Gemeentehuis: RUP CCB Pastoor De Katerstraat;

Gelet op de beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 20 september 2021 houdende goedkeuring van de startnota en procesnota opgemaakt door IOK voor het RUP CCB WUG Loswal - Burgemeester van Gilsestraat, alsmede van de startnota en procesnota opgemaakt door IOK voor het RUP CCB Pastoor de Katerstraat;

Gelet op de eerste raadpleging georganiseerd over voormelde startnota’s en procesnota’s van 1 oktober 2021 tot en met 29 november 2021 alsmede het participatiemoment op maandag 11 oktober 2021;

Gelet op het verslag participatiemoment startnota ‘RUP CCB WUG Loswal – Burgemeester van Gilsestraat’ van 11 oktober 2021;

Overwegende dat volgende adviesinstanties naar aanleiding van de start- en procesnota advies hebben uitgebracht:

• GECORO Baarle-Hertog op datum van 18 oktober 2021

• Deputatie van de provincie Antwerpen, Departement Ruimte, Erfgoed en Mobiliteit, Dienst ruimtelijke planning op datum van 25 november 2021

• OVAM op datum van 13 oktober 2021

Overwegende dat volgende adviesinstanties geen advies uitgebracht hebben:

• Departement Omgeving van de Vlaamse Overheid

• Gemeentebestuur van Baarle-Nassau

• Provincie Noord-Brabant / Nederland

• Agentschap Wonen-Vlaanderen

• Vlaams Energieagentschap

Gelet op de beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 14 maart 2022 houdende goedkeuring van de scopingnota;

Overwegende dat in voormelde scopingsnota onder meer de ontvangen adviezen en inspraakreacties van de eerste raadplegingsronde verwerkt worden, en wordt bekeken hoe met deze adviezen en inspraakreacties wordt omgegaan;

Overwegende dat op 10 maart 2022 een RVR-toets werd doorlopen (met kenmerk RVR-AV-1599) en dat op basis hiervan werd geconcludeerd dat

• er geen bestaande Seveso-inrichting gelegen is binnen het plangebied,

• het plangebied niet gelegen is binnen de consultatiezone van een bestaande Seveso-inrichting,

• het inplanten van nieuwe Seveso-inrichtingen in het plangebied niet mogelijk is, aangezien er geen bedrijvigheid aanwezig of gepland is binnen het plangebied,

• er zich voor wat betreft het aspect externe mensveiligheid in dit geval geen probleem stelt: dat het RUP niet verder voorgelegd dient te worden aan het Team Externe Veiligheid en dat er geen ruimtelijk veiligheidsrapport dient te worden opgemaakt;

Overwegende dat startnota, de adviezen, de reacties, het verslag van het participatiemoment en de scopingnota op 18 maart 2022 bezorgd werden aan de bevoegde dienst MER; dat deze bevoegde dienst MER op 27 april 2022 bevestigde dat er geen plan-MER opgesteld moet worden voor het voorliggend RUP; dat deze beslissing verwerkt werd in een bijgewerkte versie van de scopingsnota;

Overwegende dat alle informatie werd gebundeld en verwerkt in een voorontwerp RUP dat, samen met de verplicht voorgeschreven adviezen en rapporten volgens artikel 2.2.20 Vlaamse Codex ruimtelijke Ordening voor een schriftelijk plenair advies werd voorgelegd;

Overwegende dat naar aanleiding van het schriftelijk plenair overleg volgende adviesinstanties advies hebben uitgebracht:

• Deputatie van de provincie Antwerpen, Departement Ruimte, Erfgoed en Mobiliteit op datum van 23 juni 2022,
• Gecoro op datum van 15 juni 2022;

Overwegende dat het studiebureau IOK de plannen en documenten heeft aangepast naar aanleiding van voormelde adviezen;

Overwegende dat voorgesteld wordt het ontwerp van gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan ‘RUP CCB WUG Loswal – Burgemeester van Gilsestraat’ voorlopig vast te stellen. Dit ontwerp bestaat uit volgende documenten:

• Procesnota

• Toelichtingsnota

• Grafisch plan

• Stedenbouwkundige voorschriften

Gelet op het decreet van 15 juni 2018 betreffende het integraal waterbeleid;

Overwegende dat in toepassing van artikel 1.3.1.1 van het gecoördineerd decreet van 15 juni 2017 betreffende het integraal waterbeleid het plan dient onderworpen te worden aan de watertoets; 

Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 20 juli 2006 tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets, tot aanwijzing van de adviesinstanties en tot vaststelling van nadere regels voor de adviesprocedure bij de watertoets, vermeld in artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018, zoals gewijzigd in het bijzonder artikel 2 en 4 en de in bijlage 1 opgenomen kaarten;

Overwegende dat het plan werd getoetst aan de kenmerken van het watersysteem en aan de relevante doelstellingen en beginselen van artikel 1.2.2, 1.2.3 en 1.2.4 van het waterwetboek (gecoördineerde decreten betreffende het integraal waterbeleid);

Overwegende dat in de milieueffectenbespreking, als onderdeel van de start- en scopingsnota, onderzoek werd gevoerd naar de waterhuishouding van het gebied, de mogelijke impact bij de uitvoering van het RUP en maatregelen die daarbij zijn aangewezen; dat een bespreking hiervan is opgenomen onder hoofdstuk 8 van de toelichtingsnota: 

Overwegende dat hierdoor geoordeeld kan worden dat de planinhoud geen aanleiding geeft tot een significant nadelig of schadelijk effect op het watersysteem; dat het plan verenigbaar is met de doelstellingen en beginselen van het decreet integraal waterbeleid, dat de doelstellingen zoals bedoeld in artikel 1.2.2 van het waterwetboek in acht werden genomen bij de opmaak van het plan en dat daarbij werd uitgegaan van de relevante beginselen zoals geformuleerd in artikel 1.2.3.

Overwegende dat op basis hiervan geconcludeerd kan worden dat het plan de doelstellingen en beginselen, vermeld in artikel 1.2.2, 1.2.3 en 1.2.4 van het waterwetboek (gecoördineerde decreten betreffende het integraal waterbeleid), in acht heeft genomen.