Notulen van de Gemeenteraad Baarle-Hertog, van 20/04/2023 20:00

Gelet op het feit dat de gemeente vennoot is van de dienstverlenende vereniging IOK;

Gelet op de statuten van IOK;

Gelet op het decreet over het lokaal bestuur;

Gelet op het schrijven van IOK van 29 maart 2023 waarbij de gemeente wordt opgeroepen om deel te nemen aan de algemene vergadering op 25 mei 2023;

Gelet op het dossier dat door IOK werd overgemaakt met voormeld schrijven;

Overwegende dat de agenda van voormelde algemene vergadering volgende agendapunten bevat:
1. Goedkeuring van het verslag van de raad van bestuur over het boekjaar 2022
2. Verslag van de commissaris-revisor over het boekjaar 2022
3. Resultaatsbestemming 2022
4. Goedkeuring van de jaarrekeningen over het boekjaar 2022, afgesloten per 31 december 2022
5. Kwijting te geven afzonderlijk aan de bestuurders en commissaris-revisor over de uitoefening van hun mandaat in 2022

6. Afwijkingsaanvraag conform artikel 7 regiodecreet Heist-op-den-Berg

7. Afwijkingsaanvraag conform artikel 7 regiodecreet Nijlen
8. Varia

Gelet op de toelichtende nota overgemaakt met voormeld schrijven;

Gelet op de bepalingen van het decreet over het lokaal bestuur, in het bijzonder op artikel 40 en artikel 41 inzake de bevoegdheid van de gemeenteraad;

Overwegende dat de gemeenteraad krachtens artikel 432 van het decreet over het lokaal bestuur het mandaat van de vertegenwoordiger vaststelt voor elke algemene vergadering;

Gelet op de beslissing van de gemeenteraad van 18 november 2021 houdende aanduiding van de vertegenwoordiger van de gemeente Baarle-Hertog om als volmachtdrager deel te nemen aan de algemene vergaderingen van IOK;

Gelet op het feit dat de gemeente vennoot is van de opdrachthoudende vereniging IOK Afvalbeheer;

Gelet op de statuten van IOK Afvalbeheer;

Gelet op het decreet over het lokaal bestuur;

Gelet op het schrijven van IOK Afvalbeheer van 29 maart 2023 waarbij de gemeente wordt opgeroepen om deel te nemen aan de algemene vergadering op 25 mei 2023;

Gelet op het dossier dat door IOK Afvalbeheer werd overgemaakt met voormeld schrijven;

Overwegende dat de agenda van voormelde algemene vergadering volgende agendapunten bevat:
1. Goedkeuring van het verslag van de raad van bestuur over het boekjaar 2022
2. Verslag van de commissaris-revisor over het boekjaar 2022
3. Resultaatsbestemming 2022
4. Goedkeuring van de jaarrekeningen over het boekjaar 2022, afgesloten per 31 december 2022
5. Kwijting te geven afzonderlijk aan de bestuurders en commissaris-revisor over de uitoefening van hun mandaat in 2022

6. Afwijkingsaanvraag conform artikel 7 regiodecreet Heist-op-den-Berg

7. Afwijkingsaanvraag conform artikel 7 regiodecreet Nijlen
8. Varia

Gelet op de toelichtende nota overgemaakt met voormeld schrijven;

Gelet op de bepalingen van het decreet over het lokaal bestuur, in het bijzonder op artikel 40 en artikel 41 inzake de bevoegdheid van de gemeenteraad;

Overwegende dat de gemeenteraad krachtens artikel 432 van het decreet over het lokaal bestuur het mandaat van de vertegenwoordiger vaststelt voor elke algemene vergadering;

Gelet op de beslissing van de gemeenteraad van 18 maart 2021 houdende aanduiding van de vertegenwoordiger van de gemeente Baarle-Hertog om als volmachtdrager deel te nemen aan de algemene vergaderingen van IOK Afvalbeheer;

Gelet op de gemeenteraadsbeslissing van 19 april 2018 houdende oprichting van een interlokale vereniging (ILV) zonder rechtspersoonlijkheid met benaming “Land van Mark en Merkske” en goedkeuring van de overeenkomst “Interlokale samenwerking Land van Mark en Merkske” tussen de gemeenten Baarle-Hertog, Baarle-Nassau, Hoogstraten en Merksplas;

Gelet op de gemeenteraadsbeslissing van 16 september 2021 houdende goedkeuring van de statutenwijziging van de ILV Land van Mark en Merkske;

Overwegende dat de ILV Land van Mark & Merkske tot doel heeft het toerisme en recreatie in Hoogstraten, Merksplas, Baarle-Hertog en Baarle-Nassau te ondersteunen, te promoten en te bevorderen. Door de krachten te bundelen wil de vereniging een toeristisch-recreatief beleid ontwikkelen dat optimaal inspeelt op de actieve en passieve recreatieve behoeften van eigen inwoners, bezoekers en toeristen en waarbij dag- en verblijfstoerisme in deze gemeenten actief wordt aangemoedigd;

Overwegende dat, om deze doelstellingen te behalen, de stad Hoogstraten als beherende gemeente van het samenwerkingsverband, een medewerker ter beschikking stelt voor één dag per week, met als taken de vormgeving van projecten, activiteiten en evenementen en de communicatie;

Gelet op het decreet over het lokaal bestuur, inzonderheid de artikels 393 en 394;

Overwegende dat voor deze personeelsinzet een bedrag van €10.000 op jaarbasis verschuldigd is door de deelnemers in de ILV Mark & Merkske aan de stad Hoogstraten. Het bedrag van € 10.000 is per 1/1/2022 en gebaseerd op de eigenlijke personeelskost van een personeelslid met tewerkstellingsbreuk 1/5 op B-niveau. Het salaris wordt gekoppeld aan het spilindexcijfer;

Gelet op de statuten van de ILV Land van Mark en Merkske, inzonderheid artikel 6, dat luidt als volgt:

"Artikel 6 – Personele inbreng

De deelnemers verbinden zich ertoe medewerkers en/of vrijwilligers te zullen afvaardigen voor werkgroepen en taken die worden ingesteld in het kader van het doel van de interlokale vereniging zoals vermeld in artikel 3 van deze samenwerkingsovereenkomst.

De beherende gemeente kan personeel inzetten voor de uitvoering van diverse opdrachten in het kader van het doel van de interlokale vereniging zoals vermeld in artikel 3 van deze samenwerkingsovereenkomst ten behoeve van de interlokale vereniging. Desgevallend wordt deze personeelsinzet en de daarbij horende inbreng van de deelnemers in een afzonderlijke overeenkomst geregeld en als addendum bij deze samenwerkingsovereenkomst gevoegd."

Gelet op het voorliggende ontwerp van samenwerkingsovereenkomst tussen de gemeenten Baarle-Hertog, Baarle-Nassau, Merksplas en stad Hoogstraten in het kader van personeelsinzet ten behoeve van het doe van de ILV Land van Mark en Merkske, om in toepassing van artikel 6 van voormelde statuten als addendum bij deze statuten gevoegd te worden;

Overwegende dat voormelde samenwerkingsovereenkomst (addendum) aanvangt op 1 januari 2022 en een looptijd heeft van 36 maanden;

Gelet op de gemeenteraadsbeslissing van 19 april 2018 houdende oprichting van een interlokale vereniging (ILV) zonder rechtspersoonlijkheid met benaming “Land van Mark en Merkske” en goedkeuring van de overeenkomst “Interlokale samenwerking Land van Mark en Merkske” tussen de gemeenten Baarle-Hertog, Baarle-Nassau, Hoogstraten en Merksplas;

Gelet op de gemeenteraadsbeslissing van 16 september 2021 houdende goedkeuring van de statutenwijziging van de ILV Land van Mark en Merkske;

Gelet op het decreet over het lokaal bestuur, inzonderheid de artikels 392 tot en met 395;

Gelet op de statuten van de ILV Land van Mark en Merkske, inzonderheid artikel 12;

Overwegende dat het beheerscomité van de ILV Land van Mark en Merkske de rekeningen van de interlokale vereniging vastlegt en ze ter goedkeuring voorlegt aan de raden van de deelnemende gemeenten; de jaarrekening is goedgekeurd indien de gewone meerderheid van de raden van de deelnemende lokale besturen ze goedkeurt;

Gelet op het voorliggende jaarverslag en de jaarrekening 2022 van de ILV Land van Mark en Merkske;

Gelet op het decreet over het lokaal bestuur;

Gelet op de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, zoals gewijzigd, inzonderheid Titel II, hoofdstuk II, afdeling 4 en gelet op de uitvoeringsbesluiten;

Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 23 september 1997 houdende de definitieve vaststelling van het ruimtelijk structuurplan Vlaanderen, bekrachtigd bij het decreet van 17 december 1997 wat de bindende bepalingen betreft;

Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 12 december 2003 houdende de definitieve vaststelling van een herziening van het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen, bekrachtigd bij het decreet van 19 maart 2004 wat de bindende bepalingen betreft;

Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 17 december 2010 houdende de definitieve vaststelling van een tweede herziening van het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen, bekrachtigd bij het decreet van 25 februari 2011 wat de bindende bepalingen betreft;

Gelet op het ministerieel besluit van 10 juli 2001 houdende de goedkeuring van het ruimtelijk structuurplan voor de provincie Antwerpen;

Gelet op het ministerieel besluit van 4 mei 2011 houdende de gedeeltelijke goedkeuring van de partiële herziening van het Ruimtelijk Structuurplan voor de provincie Antwerpen;

Gelet op het besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 10 juli 2014 houdende de definitieve goedkeuring van het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan Baarle-Hertog;

Gelet op het koninklijk besluit van 30 september 1977 houdende de definitieve vaststelling van het gewestplan Turnhout;

Overwegende dat in het Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan een visie met betrekking tot wonen en gemeenschapsvoorzieningen werd opgenomen;

Gelet op de beslissing van het GOB in plenaire samenstelling van 21 december 2010 betreffende de begroting 2011 van het Cultureel Centrum Baarle (CCB), om een werkgroep, bestaande uit de in de gemeenteraden van Baarle-Hertog en Baarle-Nassau vertegenwoordigde fracties, te formeren welke de toekomstige kaders moet bepalen waarbinnen het CCB moet fungeren (werkgroep Toekomst CCB);

Gelet op de gespreksnotitie, vastgesteld door voormelde werkgroep op 21 september 2011, welke vertrekt van de uitgangspunten en randvoorwaarden waarover in de werkgroep consensus bestaat, zoals de wens om ontmoeting te bevorderen, bundeling van activiteiten (clustering) en het beheersbaar houden van de kosten;

Overwegende dat voormelde werkgroep in dit verband opteerde om een onderzoek naar een toekomstbestendig cultureel- en ontmoetingscentrum te laten uitvoeren;

Overwegende dat voormeld onderzoek, in opdracht van de Stichting Cultureel Centrum Baarle (SCCB) i.o.m.de werkgroep, werd uitgevoerd door onderzoeksbureaus Zet en Complan;

Gelet op het eindrapport “Toekomst Cultureel Centrum Baarle” opgemaakt door Zet en Complan, dat op 18 september 2013 werd toegelicht aan het GOB in plenaire samenstelling;

Gelet op de beslissing van het GOB in plenaire samenstelling van 21 september 2015 betreffende de toekomstige huisvesting van het CCB, waarbij het GOB-plenair onder meer kennis nam van de conclusie van de kleine werkgroep Toekomst CCB (bestaande uit de portefeuillehouders en afvaardiging dagelijks bestuur CCB), met name dat een variant-scenario 2 (inpassen, uitbreiden en afstoten) als kans- en perspectiefrijk wordt beoordeeld, en waarbij aan het GOB-beperkt en de werkgroep Toekomst CCB opdracht wordt gegeven om essentiële elementen en aspecten – nodig om te komen tot besluitvorming over het al dan niet verder uitwerken/uitvoeren van variant-scenario 2 – gefaseerd nader uit te zoeken;

Gelet op de beslissing van het GOB in plenaire samenstelling van 15 december 2015 om voorbereidingskrediet ten bedrage van € 50.000,00 te verstrekken voor de opmaak van een voorstudie, welke moet resulteren in een plan van eisen bestaande uit onder meer een functioneel, ruimtelijk, technisch en financieel programma;

Overwegende dat in uitvoering van voormelde beslissing van het GOB in plenaire samenstelling een plan van eisen voor de opdracht “Advisering verbouwing cultureel centrum Baarle-Nassau-Hertog” is opgemaakt door de kleine werkgroep;

Overwegende dat de gemeente Baarle-Nassau middels een meervoudige onderhandse aanbesteding van voormelde opdracht, voormelde opdracht gunde aan Laride B.V., Bastion 58, 5509 MJ Veldhoven (Nederland);

Gelet op het plan van eisen, opgeleverd door Laride B.V. op 10 april 2017;

Gelet op de beslissing van het GOB in plenaire samenstelling van 26 juni 2017 waarbij aan het GOB-beperkt de opdracht gegeven wordt om de opties ‘nieuwbouw elders’ en ‘totaalrenovatie’ op basis van het voorliggende Programma van Eisen te verkennen en daarover aan het GOB-plenair te rapporteren;

Gelet op beslissing van het GOB in plenaire samenstelling van 19 december 2017 waarbij ingestemd wordt met de keuze om het CCB te huisvesten in een nieuwbouw op een andere locatie en waarbij aan het GOB-beperkt opdracht wordt gegeven om de verwerving van een locatie op te starten;

Gelet op de beslissing van het GOB in plenaire zitting van 19 december 2017 waarbij toestemming wordt gegeven om voor de concrete uitwerking professionele begeleiding in te huren;

Gelet op het besluit van het college van burgemeester en schepenen van 18 juni 2018 betreffende de goedkeuring van de lastvoorwaarden, de raming en de plaatsingsprocedure voor de opdracht “Trajectbegeleiding en advies bij het PPS project CULTUREEL CENTRUM BAARLE-HERTOG / BAARLE-NASSAU”;

Gelet op de beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 3 december 2018 om de opdracht “Trajectbegeleiding en advies bij het PPS project CULTUREEL CENTRUM BAARLE-HERTOG / BAARLE-NASSAU” te gunnen aan Sweco Belgium nv, Stationsstraat 51 te 2800 Mechelen;

Overwegende dat op basis van het Programma van Eisen voor het nieuw cultureel centrum en de door Sweco Belgium nv uitgewerkte volumestudie een reële inschatting werd gemaakt van de benodigde aan te kopen gronden;

Overwegende dat voor de locatiekeuze rekening werd gehouden met de nadrukkelijke wens om de landsgrens door het nieuwe gebouw te laten lopen;

Gelet op de gemeenteraadsbeslissing van 7 mei 2020 houdende aankoop van navolgende onroerende goederen:

a) Een perceel grond, gelegen te Baarle-Hertog, ter streke De Boschovensche Akkers, kadastraal bekend volgens huidig kadaster sectie C, deel van nummers 241 L 3 P0000 en 241 V 3 P0000, met gereserveerde perceelidentificatie 241 Z 3 P0000, en met een oppervlakte volgens nagemelde meting zeventien are drieënzestig centiare (17a 63ca), zijnde lot B1 van het metingsplan opmetingsplan opgemaakt door de heer Karel Snoeckx, beëdigd landmeter-schatter, dd. 6 januari 2020;

b) Een perceel grond, gelegen te Baarle-Hertog, ter streke De Boschovensche Akkers, kadastraal bekend volgens huidig kadaster sectie C, deel van nummer 242 F 2 P0000, met gereserveerde perceelidentificatie 241 A 4 P0000, en met een oppervlakte volgens nagemelde meting van twaalf centiare (12ca), zijnde lot B2 van het metingsplan opmetingsplan opgemaakt door de heer Karel Snoeckx, beëdigd landmeter-schatter, dd. 6 januari 2020;

c) Een perceel grond, gelegen te Baarle-Nassau, kadastraal bekend sectie C nr. 3930/deel en 3931/deel, met een met een oppervlakte volgens nagemelde meting van zevenentwintig are negenentachtig centiare (27a89ca), zijnde lot NL1 van het metingsplan opmetingsplan opgemaakt door de heer Karel Snoeckx, beëdigd landmeter-schatter, dd. 6 januari 2020;

Overwegende dat de gemeente vermelde onroerende goederen heeft aangekocht om reden van openbaar nut, uitsluitend en alleen voor de bouw van een cultureel centrum en/of het oprichten van caritatieve constructies zoals seniorenresidenties;

Overwegende dat voor de realisatie van nieuw cultureel centrum op voormelde locatie het raadzaam wordt geacht om een gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan op te maken;

Overwegende dat inmiddels ook bekend werd dat aansluitend op de finaal beoogde locatie voor de nieuwe ontwikkeling van het CCB er op Nederlands grondgebied ook een ontwikkeling van een voorziening voor begeleid wonen van personen met een mentale handicap opgenomen wordt in het planinitiatief aan Nederlandse zijde; dat dit initiatief past binnen de visie van de gemeente Baarle-Hertog op de vooropgestelde ontwikkeling van een zone voor gemeenschaps- en openbare nutsvoorzieningen langsheen de Loswal, en hiervan een concrete invulling vormt en daarom werd gehonoreerd en verwerkt in het traject tot opmaak van het voorliggende RUP;

Gelet op de gemeenteraadsbeslissing van 15 april 2021 waarbij aan dienstverlenende vereniging IOK opdracht wordt gegeven tot opmaak van navolgende Gemeentelijke Ruimtelijke Uitvoeringsplannen (RUP’s)

- Opmaak van een RUP voor de realisatie van het nieuwe CCB: RUP CCB WUG Loswal – Burgemeester Van Gilsestraat,

- Opmaak van een RUP ter vervanging van een gedeelte van het BPA Gemeentehuis: RUP CCB Pastoor De Katerstraat;

Gelet op de beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 20 september 2021 houdende goedkeuring van de startnota en procesnota opgemaakt door IOK voor het RUP CCB WUG Loswal - Burgemeester van Gilsestraat, alsmede van de startnota en procesnota opgemaakt door IOK voor het RUP CCB Pastoor de Katerstraat;

Gelet op de eerste raadpleging georganiseerd over voormelde startnota’s en procesnota’s van 1 oktober 2021 tot en met 29 november 2021 alsmede het participatiemoment op maandag 11 oktober 2021;

Gelet op het verslag participatiemoment startnota ‘RUP CCB WUG Loswal – Burgemeester van Gilsestraat’ van 11 oktober 2021;

Overwegende dat volgende adviesinstanties naar aanleiding van de start- en procesnota advies hebben uitgebracht:

- GECORO Baarle-Hertog op datum van 18 oktober 2021

- Deputatie van de provincie Antwerpen, Departement Ruimte, Erfgoed en Mobiliteit, Dienst ruimtelijke planning op datum van 25 november 2021

- OVAM op datum van 13 oktober 2021

Overwegende dat volgende adviesinstanties geen advies uitgebracht hebben:

- Departement Omgeving van de Vlaamse Overheid

- Gemeentebestuur van Baarle-Nassau

- Provincie Noord-Brabant / Nederland

- Agentschap Wonen-Vlaanderen

- Vlaams Energieagentschap

Gelet op de beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 14 maart 2022 houdende goedkeuring van de scopingnota;

Overwegende dat in voormelde scopingsnota onder meer de ontvangen adviezen en inspraakreacties van de eerste raadplegingsronde verwerkt worden, en wordt bekeken hoe met deze adviezen en inspraakreacties wordt omgegaan;

Overwegende dat op 10 maart 2022 een RVR-toets werd doorlopen (met kenmerk RVR-AV-1599) en dat op basis hiervan werd geconcludeerd dat

- er geen bestaande Seveso-inrichting gelegen is binnen het plangebied;

- het plangebied niet gelegen is binnen de consultatiezone van een bestaande Seveso-inrichting;

- het inplanten van nieuwe Seveso-inrichtingen in het plangebied niet mogelijk is, aangezien er geen bedrijvigheid aanwezig of gepland is binnen het plangebied.

- er zich voor wat betreft het aspect externe mensveiligheid in dit geval geen probleem stelt: dat het RUP niet verder voorgelegd dient te worden aan het Team Externe Veiligheid en dat er geen ruimtelijk veiligheidsrapport dient te worden opgemaakt.

Overwegende dat startnota, de adviezen, de reacties, het verslag van het participatiemoment en de scopingnota op 18 maart 2022 bezorgd werden aan de bevoegde dienst MER; dat deze bevoegde dienst MER op 27 april 2022 bevestigde dat er geen plan-MER opgesteld moet worden voor het voorliggend RUP; dat deze beslissing verwerkt werd in een bijgewerkte versie van de scopingsnota en de toelichtingsnota; Overwegende dat wijziging aan de regelgeving rond de watertoets geen effect heeft op de beoordeling van de impact op het watersysteem en dat gemotiveerd besloten kan worden dat de beslissing van het team Mer nog actueel is en behouden kan worden;

Overwegende dat alle informatie werd gebundeld en verwerkt in een voorontwerp RUP dat, samen met de verplicht voorgeschreven adviezen en rapporten volgens artikel 2.2.20 Vlaamse Codex ruimtelijke Ordening voor een schriftelijk plenair advies werd voorgelegd;

Overwegende dat naar aanleiding van het schriftelijk plenair overleg volgende adviesinstanties advies hebben uitgebracht:

- Deputatie van de provincie Antwerpen, Departement Ruimte, Erfgoed en Mobiliteit op datum van 23 juni 2022

- GECORO op datum van 15 juni 2022;

Overwegende dat de plannen en documenten werden aangepast naar aanleiding van voormelde adviezen;

Overwegende dat het ontwerp van gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan ‘RUP CCB WUG Loswal – Burgemeester van Gilsestraat’ voorlopig werd vastgesteld door de gemeenteraad op 20 oktober 2022. Dit ontwerp bestaat uit volgende documenten:

- Procesnota

- Toelichtingsnota

- Grafisch plan

- Stedenbouwkundige voorschriften

Gelet op de beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 24 oktober 2022 om het Gemeentelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan RUP CCB WUG Loswal – Burgmeester van Gilsestraat, bestaande uit stedenbouwkundige voorschriften, grafisch verordenend plan en toelichtingsnota, aan een openbaar onderzoek te onderwerpen van 7 november 2022 tot en met 6 januari 2023;

Overwegende dat de aankondiging van het openbaar onderzoek werd bekend gemaakt door middel van aanplakking op 7 november 2022, door middel van een bericht gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad op 4 november 2022, door middel van een bericht gepubliceerd in de dagbladen ‘Het Laatste Nieuws’ op 3 november 2022, ‘De Morgen’ op 3 november 2022 en ‘Gazet van Antwerpen’ op 3 november 2022 en door middel van een bericht op de gemeentelijke website met publicatiedatum 4 november 2022;

Overwegende dat tijdens het openbaar onderzoek geen bezwaarschriften werden ingediend;

Overwegende dat tijdens het openbaar onderzoek een advies werd ontvangen van de deputatie van de provincie Antwerpen van 22 december 2022, overgemaakt door het Departement Ruimte, Erfgoed en Mobiliteit – dienst Ruimtelijke Planning;

Overwegende dat het Departement Omgeving geen advies heeft uitgebracht in het kader van het betreffende openbaar onderzoek en dat hierdoor aan de adviesvereiste voorbij gegaan kan worden;

Overwegende dat het advies behandeld werd door de GECORO die hierover tijdig een gemotiveerd advies uitbracht tijdens de vergadering van 20 februari 2023;

Gelet op het gunstig advies van de GECORO van 20 februari 2023 (verslag in bijlage toegevoegd);

Overwegende dat de gemeenteraad binnen de 180 dagen na het einde van het openbaar onderzoek het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan definitief moet vaststellen;

Overwegende dat de gemeenteraad overeenkomstig de VCRO bij de definitieve vaststelling van het plan ten opzichte van het voorlopig vastgestelde plan alleen wijzigingen kan aanbrengen die gebaseerd zijn op of voortvloeien uit de tijdens het openbaar onderzoek geformuleerde bezwaren en opmerkingen, of uit de adviezen, uitgebracht door de aangewezen diensten en overheden, of uit het advies van de gemeentelijke commissie voor ruimtelijke ordening;

Overwegende dat de gemeenteraad zich aansluit bij het advies van de GECORO;

Overwegende dat de gemeenteraad voor de motivering van haar beslissing verwijst naar het in bijlage opgenomen gemotiveerd advies van de GECORO en dat het advies van de GECORO als inhoudelijke behandeling van het advies wordt beschouwd;

Gelet op het decreet van 15 juni 2018 betreffende het integraal waterbeleid;

Overwegende dat in toepassing van artikel 1.3.1.1 van het gecoördineerd decreet van 01 januari 2023 betreffende het integraal waterbeleid het plan dient onderworpen te worden aan de watertoets;

Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 20 juli 2006 tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets, tot aanwijzing van de adviesinstanties en tot vaststelling van nadere regels voor de adviesprocedure bij de watertoets, vermeld in artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018, zoals gewijzigd, in het bijzonder artikel 2 en 4 en de in bijlage III, IV en V opgenomen kaarten;

Overwegende dat het plan werd getoetst aan de kenmerken van het watersysteem en aan de relevante doelstellingen en beginselen van artikel 1.2.2, 1.2.3 en 1.2.4 van het waterwetboek (gecoördineerde decreten betreffende het integraal waterbeleid);

Overwegende dat de kaarten zoals opgenomen in bijlage III, IV en V van voormeld besluit van 20 juli 2006 zoals gewijzigd en die van toepassing zijn sinds 1 januari 2023 duiden dat voor het voorgenomen plangebied geen specifieke zones zijn afgebakend binnen het plangebied die een eventueel effect zouden kunnen hebben op de inschatting van de impact op het watersysteem en de inhoud van de waterparagraaf;

Overwegende dat in de milieueffectenbespreking, onderzoek werd gevoerd naar de waterhuishouding van het gebied, dat de mogelijke impact bij de uitvoering van het RUP en de aangewezen maatregelen in het kader van de watertoets onderzocht werden en een bespreking hiervan is opgenomen onder hoofdstuk 8 van de toelichtingsnota;

Overwegende dat hierdoor geoordeeld kan worden

- dat de planinhoud geen aanleiding lijkt te geven tot een significant nadelig of schadelijk effect op het watersysteem;

- dat op basis van de voorziene reguliere maatregelen en randvoorwaarden geconcludeerd lijkt te kunnen worden dat het plan verenigbaar is met de doelstellingen en beginselen van het decreet integraal waterbeleid;

- dat de doelstellingen zoals bedoeld in artikel 1.2.2 van het waterwetboek in acht werden genomen bij de opmaak van het plan en dat daarbij werd uitgegaan van de relevante beginselen zoals geformuleerd in artikel 1.2.3;

Overwegende dat op basis hiervan geconcludeerd kan worden dat het plan de doelstellingen en beginselen, vermeld in artikel 1.2.2, 1.2.3 en 1.2.4 van het waterwetboek (gecoördineerde decreten betreffende het integraal waterbeleid), in acht heeft genomen;

Gelet op het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, zoals gewijzigd;

Gelet op de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, zoals gewijzigd, inzonderheid Titel II, hoofdstuk II, afdeling 4 en gelet op de uitvoeringsbesluiten;

Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 23 september 1997 houdende de definitieve vaststelling van het ruimtelijk structuurplan Vlaanderen, bekrachtigd bij het decreet van 17 december 1997 wat de bindende bepalingen betreft;

Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 12 december 2003 houdende de definitieve vaststelling van een herziening van het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen, bekrachtigd bij het decreet van 19 maart 2004 wat de bindende bepalingen betreft;

Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 17 december 2010 houdende de definitieve vaststelling van een tweede herziening van het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen, bekrachtigd bij het decreet van 25 februari 2011 wat de bindende bepalingen betreft;

Gelet op het ministerieel besluit van 10 juli 2001 houdende de goedkeuring van het ruimtelijk structuurplan voor de provincie Antwerpen;

Gelet op het ministerieel besluit van 4 mei 2011 houdende de gedeeltelijke goedkeuring van de partiële herziening van het Ruimtelijk Structuurplan voor de provincie Antwerpen;

Gelet op het besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 10 juli 2014 houdende de definitieve goedkeuring van het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan Baarle-Hertog;

Gelet op het koninklijk besluit van 30 september 1977 houdende de definitieve vaststelling van het gewestplan Turnhout;

Overwegende dat in het Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan een visie met betrekking tot logische bestemmingszones voor wonen en parkeervoorzieningen werd opgenomen;

Gelet op het Bijzonder Plan van Aanleg Gemeentehuis, goedgekeurd door de Vlaamse regering bij ministerieel besluit op 29 september 2006;

Overwegende dat het cultuurcentrum Baarle gevestigd is op een site langsheen de Pastoor de Katerstraat;

Gelet op beslissing van het GOB in plenaire samenstelling van 19 december 2017 waarbij ingestemd wordt met de keuze om het CCB te huisvesten in een nieuwbouw op een andere locatie;

Overwegende dat in het verleden een deel van de site mee werd opgenomen in het BPA Gemeentehuis waardoor de gewestplanbestemming recreatiegebied werd aangepast naar bestemming ‘zone voor openbare gebouwen met een publieke bestemming;

Overwegende dat bij toekomstige verhuis van het cultuurcentrum de huidige grondbestemming achterhaald is;

Overwegende dat hetzelfde geldt voor de huidige site van de technische werkplaatsen van de gemeente Baarle-Hertog die ook vervat werd in BPA Gemeentehuis. Voor deze activiteiten zal tevens op zekere termijn een alternatieve locatie opgezocht worden omwille van de gebreken van de huidige locatie;

Overwegende dat daarom een uniforme bestemming voorzien wordt voor het gedeelte van de huidige site van het CCB dat momenteel de gewestplanbestemming woongebied heeft, het gedeelte van de huidige site van het CCB dat binnen BPA Gemeentehuis gelegen is en de daarop aansluitende site van de technische werkplaatsen, tevens gelegen binnen BPA Gemeentehuis, en dit om de toekomst voor te bereiden teneinde deze omgeving een zinvolle herbestemming te kunnen laten kennen;

Overwegende dat een optimale herontwikkeling van deze omgeving ten dienste van een kwalitatieve kernontwikkeling van Baarle een bestemming vereist die wonen en andere kernondersteunende functies toelaat;

Gelet op de gemeenteraadsbeslissing van 15 april 2021 waarbij aan dienstverlenende vereniging IOK opdracht wordt gegeven tot opmaak van navolgende Gemeentelijke Ruimtelijke Uitvoeringsplannen (RUP’s):

- Opmaak van een RUP voor de realisatie van het nieuwe CCB: RUP CCB WUG Loswal – Burgemeester Van Gilsestraat

- Opmaak van een RUP ter vervanging van een gedeelte van het BPA Gemeentehuis: RUP CCB Pastoor De Katerstraat;

Gelet op de beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 20 september 2021 houdende goedkeuring van de startnota en procesnota opgemaakt door IOK voor het RUP CCB Pastoor De Katerstraat, alsmede van de startnota en procesnota opgemaakt door IOK voor het RUP CCB Loswal – Burgemeester van Gilsestraat;

Gelet op de eerste raadpleging georganiseerd over voormelde startnota’s en procesnota’s van 1 oktober 2021 tot en met 29 november 2021 alsmede het participatiemoment op maandag 11 oktober 2021;

Gelet op het verslag participatiemoment startnota ‘RUP CCB Pastoor De Katerstraat’ van 11 oktober 2021;

Overwegende dat volgende adviesinstanties naar aanleiding van de start- en procesnota advies hebben uitgebracht:

- GECORO Baarle-Hertog op datum van 18 oktober 2021

- Deputatie van de provincie Antwerpen, Departement Ruimte, Erfgoed en Mobiliteit, Dienst ruimtelijke planning op datum van 25 november 2021.

- OVAM op datum van 13 oktober 2021

- Sport Vlaanderen op datum van 26 november 2021

- Toerisme Vlaanderen op datum van 28 november 2021

Overwegende dat volgende adviesinstanties geen advies uitgebracht hebben:

- Departement Omgeving van de Vlaamse Overheid

- Gemeentebestuur van Baarle-Nassau

- Provincie Noord-Brabant / Nederland

- Agentschap Wonen-Vlaanderen

- Vlaams Energieagentschap

- Agentschap Onroerend Erfgoed

Gelet op de beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 14 maart 2022 houdende goedkeuring van de scopingsnota;

Overwegende dat in voormelde scopingsnota onder meer de ontvangen adviezen en inspraakreacties van de eerste raadplegingsronde verwerkt worden, en wordt bekeken hoe met deze adviezen en inspraakreacties wordt omgegaan;

Overwegende dat op 10 maart 2022 een RVR-toets werd doorlopen (met kenmerk RVR-AV-1600) en dat op basis hiervan werd geconcludeerd dat

- er geen bestaande Seveso-inrichting gelegen is binnen het plangebied;

- het plangebied niet gelegen is binnen de consultatiezone van een bestaande Seveso-inrichting;

- het inplanten van nieuwe Seveso-inrichtingen in het plangebied niet mogelijk is, aangezien er geen bedrijvigheid aanwezig of gepland is binnen het plangebied.

- er zich voor wat betreft het aspect externe mensveiligheid in dit geval geen probleem stelt: dat het RUP niet verder voorgelegd dient te worden aan het Team Externe Veiligheid en dat er geen ruimtelijk veiligheidsrapport dient te worden opgemaakt.

Overwegende dat startnota, de adviezen, de reacties, het verslag van het participatiemoment en de scopingnota op 18 maart 2022 werden overgemaakt aan de bevoegde dienst MER; dat deze bevoegde dienst MER op 27 april 2022 bevestigde dat er geen plan-MER opgesteld moet worden voor het voorliggend RUP; dat deze beslissing verwerkt werd in een bijgewerkte versie van de scopingsnota; Overwegende dat na beoordeling van de bijkomende informatie in het kader van de wijziging aan de regelgeving rond de watertoets gemotiveerd besloten kan worden dat de beslissing van het team Mer nog voldoende actueel is en behouden kan worden.

Overwegende dat alle informatie werd gebundeld en verwerkt in een voorontwerp RUP dat, samen met de verplicht voorgeschreven adviezen en rapporten volgens artikel 2.2.20 Vlaamse Codex ruimtelijke Ordening voor een schriftelijk plenair advies werd voorgelegd;

Overwegende dat naar aanleiding van het schriftelijk plenair overleg volgende adviesinstanties advies hebben uitgebracht:

- Deputatie van de provincie Antwerpen, Departement Ruimte, Erfgoed en Mobiliteit op datum van 23 juni 2022

- Gecoro op datum van 15 juni 2022;

- Sport Vlaanderen op datum van 9 juni 2022;

- Toerisme Vlaanderen

Overwegende dat de plannen en documenten werden aangepast naar aanleiding van voormelde adviezen;

Overwegende dat het ontwerp van gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan ‘RUP CCB Pastoor De Katerstraat’ voorlopig werd vast gesteld door de gemeenteraad op 20 oktober 2022. Dit ontwerp bestaat uit volgende documenten:

- Procesnota

- Toelichtingsnota

- Grafisch plan

- Stedenbouwkundige voorschriften

Gelet op de beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 24 oktober 2022 om het Gemeentelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan RUP CCB Pastoor De Katerstraat, bestaande uit stedenbouwkundige voorschriften, grafisch verordenend plan en toelichtingsnota, aan een openbaar onderzoek te onderwerpen van 7 november 2022 tot en met 6 januari 2023;

Overwegende dat de aankondiging van het openbaar onderzoek werd bekend gemaakt door middel van aanplakking op 7 november 2022, door middel van een bericht gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad op 4 november 2022, door middel van een bericht gepubliceerd in de dagbladen ‘Het Laatste Nieuws’ op 3 november 2022, ‘De Morgen’ op 3 november 2022 en ‘Gazet van Antwerpen’ op 3 november 2022 en door middel van een bericht op de gemeentelijke website met publicatiedatum 4 november 2022;

Overwegende dat tijdens het openbaar onderzoek één bezwaarschrift werd ingediend;

Overwegende dat tijdens het openbaar onderzoek een advies werd ontvangen van de deputatie van de provincie Antwerpen van 22 december 2022, overgemaakt door het Departement Ruimte, Erfgoed en Mobiliteit – dienst Ruimtelijke Planning;

Overwegende dat het Departement Omgeving geen advies heeft uitgebracht in het kader van het betreffende openbaar onderzoek en dat hierdoor aan de adviesvereiste voorbij gegaan kan worden;

Overwegende dat deze bezwaren en adviezen gebundeld en behandeld werden door de GECORO die hierover tijdig een gemotiveerd advies uitbracht tijdens de vergadering van 20 februari 2023;

Gelet op het gunstig advies van de GECORO van 20 februari 2023 (verslag in bijlage toegevoegd);

Overwegende dat de gemeenteraad binnen de 180 dagen na het einde van het openbaar onderzoek het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan definitief moet vaststellen;

Overwegende dat de gemeenteraad overeenkomstig de VCRO bij de definitieve vaststelling van het plan ten opzichte van het voorlopig vastgestelde plan alleen wijzigingen kan aanbrengen die gebaseerd zijn op of voortvloeien uit de tijdens het openbaar onderzoek geformuleerde bezwaren en opmerkingen, of uit de adviezen, uitgebracht door de aangewezen diensten en overheden, of uit het advies van de gemeentelijke commissie voor ruimtelijke ordening;

Overwegende dat de gemeenteraad zich aansluit bij het advies van de GECORO;

Overwegende dat de gemeenteraad voor de motivering van haar beslissing verwijst naar het in bijlage opgenomen gemotiveerd advies van de GECORO en dat het advies van de GECORO als inhoudelijke behandeling van het bezwaar en de adviezen wordt beschouwd;

Gelet op het decreet van 15 juni 2018 betreffende het integraal waterbeleid;

Overwegende dat in toepassing van artikel 1.3.1.1 van het gecoördineerd decreet van 01 januari 2023 betreffende het integraal waterbeleid het plan dient onderworpen te worden aan de watertoets;

Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 20 juli 2006 tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets, tot aanwijzing van de adviesinstanties en tot vaststelling van nadere regels voor de adviesprocedure bij de watertoets, vermeld in artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018, zoals gewijzigd, in het bijzonder artikel 2 en 4 en de in bijlage III, IV en V opgenomen kaarten;

Overwegende dat het plan werd getoetst aan de kenmerken van het watersysteem en aan de relevante doelstellingen en beginselen van artikel 1.2.2, 1.2.3 en 1.2.4 van het waterwetboek (gecoördineerde decreten betreffende het integraal waterbeleid);

Overwegende dat de kaarten zoals opgenomen in bijlage III, IV en V van voormeld besluit van 20 juli 2006 zoals gewijzigd en die van toepassing zijn sinds 1/1/2023 duiden dat het plangebied niet gelegen is in overstromingsgevoelige gebieden vanuit de zee en in fluviale overstromingsgevoelige gebieden; dat binnen het plangebied pluviaal overstromingsgevoelig gebied is aangeduid, als volgt:

- Op het onbebouwde deel van het plangebied aansluitend op de schoolsite buiten het plangebied is een zone D met middelgrote overstromingskans ingetekend,

- Ter hoogte van de huidige parking van het CCB en in het noorden van de site van de technische werkplaatsen zijn zones B met kleine overstromingskans onder klimaatverandering ingetekend;

Overwegende dat onderzoek werd gevoerd naar de waterhuishouding van het gebied, dat de mogelijke impact bij de uitvoering van het RUP en de aangewezen maatregelen in het kader van de watertoets onderzocht werden en een bespreking hiervan is opgenomen onder hoofdstuk 5 van de toelichtingsnota;

Overwegende dat hierdoor geoordeeld kan worden

- dat de planinhoud geen aanleiding lijkt te geven tot een significant nadelig of schadelijk effect op het watersysteem;

- dat op basis van de voorziene reguliere maatregelen en randvoorwaarden geconcludeerd lijkt te kunnen worden dat het plan verenigbaar is met de doelstellingen en beginselen van het decreet integraal waterbeleid;

- dat de doelstellingen zoals bedoeld in artikel 1.2.2 van het waterwetboek in acht werden genomen bij de opmaak van het plan en dat daarbij werd uitgegaan van de relevante beginselen zoals geformuleerd in artikel 1.2.3;

Overwegende dat op basis hiervan geconcludeerd kan worden dat het plan de doelstellingen en beginselen, vermeld in artikel 1.2.2, 1.2.3 en 1.2.4 van het waterwetboek (gecoördineerde decreten betreffende het integraal waterbeleid), in acht heeft genomen;

Gelet op de gemeenteraadsbeslissing van 21 mei 2015 houdende goedkeuring van het wegentracé en vaststelling lastvoorwaarden voor de verkavelingsaanvraag ingediend door Ontwikkelingsmaatschappij Grensoverschrijdende Projecten (O.G.P. BV) voor het verkavelen van twee percelen grond in zeven kavels met de aanleg van nieuwe wegen op het perceel gelegen te Baarle-Hertog, Leliestraat z/nr kadastraal gekend sectie C nrs. 302 A2 en 302 X;

Gelet op de verkavelingsvergunning 5.00/13002/40072, goedgekeurd door het college van burgemeester en schepenen in zitting van 19 juni 2015;

Overwegende dat ingevolge voormelde raadsbeslissingen de verkavelaars verplicht zijn om wegen en overige infrastructuurwerken kosteloos over te dragen aan de gemeente Baarle-Hertog;

Overwegende dat de over te dragen goederen staat aangeduid en afgebeeld onder lot Y en

onder lot Z van het opmetingsplan, opgemaakt door landmeter-expert David Ibens van Ibens Landmeters bv te Kontich op 01 september 2015;

Gelet op het ontwerp van authentieke akte, opgemaakt door de vennootschap NOTURA, geassocieerde notarissen met zetel te Turnhout en antennes te Turnhout en Ravels (Weelde);

Overwegende dat de gronden zullen verworven worden voor openbaar nut;

Gelet op het decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, inzonderheid artikel 40 en artikel 279;

Gelet op het koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen;

Gelet op het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, en latere wijzigingen;

Gelet op de wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, en latere wijzigingen;

Gelet op het decreet over het lokaal bestuur, inzonderheid artikel artikelen 40 en 41;

Overwegende dat de gemeente Arendonk, het OCMW Arendonk, de gemeente Baarle-Hertog, het OCMW Baarle-Hertog, de gemeente Hoogstraten, het OCMW Hoogstraten, de gemeente Merksplas, het OCMW Merkplas, de gemeente Ravels, het OCMW Ravels, de gemeente Rijkevorsel en het OCMW Rijkevorsel wensen over te gaan tot het optimaliseren van de werkgeversbijdragen en zo maximaal willen inspelen op bestaande maatregelen ter ondersteuning van de werkgelegenheid en subsidies op federaal en gewestelijk niveau met betrekking tot aan RSZ en bedrijfsvoorheffing onderworpen werknemers;

Overwegende dat voormelde besturen voor deze opdracht een belastingconsulent wensen aan te duiden;

Overwegende dat voorgesteld wordt de opdracht voor de uitvoering van deze dienstverlening samen te voegen tot één geheel en gemeente Arendonk aan te duiden om in hun gezamenlijke naam bij de gunning en de uitvoering van de opdracht als aanbestedende overheid-penhouder op te treden, overeenkomstig artikel 48 van de wet inzake overheidsopdrachten van 17 juni 2016;

Gelet op het ontwerp van samenwerkingsovereenkomst ‘optimalisatie werkgeversbijdrage’ waarin de rechten en plichten van elk bestuur zijn omschreven;

Overwegende dat in het kader van voormelde occasioneel gezamenlijke opdracht elke partij evenwel afzonderlijk goedkeuring dient te verlenen voor de verschillende stappen die deze samenwerking behelzen; dat slechts na het bekomen van een schriftelijke, voorafgaande en ondubbelzinnige goedkeuring, door de respectievelijke bevoegde interne organen, kan overgegaan worden tot de goedkeuring van de plaatsingsprocedure, van de opdrachtdocumenten, van de gunning, en tot uitvoering van de opdracht;

Gelet op het bestek voor deze gezamenlijke overheidsopdracht voor diensten met als voorwerp “optimalisatie werkgeversbijdrage”, opgesteld door de technische dienst van de gemeente Arendonk;

Gelet op het decreet over het lokaal bestuur;

Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 7 december 2007 en latere wijzigingen houdende de minimale voorwaarden voor de personeelsformatie, de rechtspositieregeling en het mandaatstelsel van het gemeentepersoneel en het provinciepersoneel en houdende enkele bepalingen betreffende de rechtspositie van de secretaris en de ontvanger van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn;

Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 20 januari 2023 tot vaststelling van de minimale voorwaarden van de rechtspositieregeling van het personeel van lokale en provinciale besturen;

Gelet op artikel 38, § 1, eerste lid, 14°, a) van het Wetboek van de inkomstenbelastingen van 10 april 1992;

Gelet op het Koninklijk besluit van 3 februari 2010 tot wijziging van het Koninklijk besluit van 28 november 1969 tot uitvoering van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders, dat de fietsvergoeding tot het maximaal vrijgestelde bedrag ook vrijstelt van sociale zekerheidsbijdragen;

Overwegende dat alle bepalingen in verband met toelagen, vergoedingen en sociale voordelen geregeld worden in voormelde besluiten van de Vlaamse regering over de rechtspositieregeling van de gemeente en het OCMW. De lokale besturen stellen in hun eigen rechtspositieregeling de toelagen en vergoedingen vast binnen de grenzen van die besluiten van de Vlaamse regering;

Gelet op de rechtspositieregeling voor het gemeentepersoneel van Baarle-Hertog, zoals vastgesteld bij gemeenteraadsbeslissing van 18 december 2008 en gewijzigd bij gemeenteraadsbeslissingen van 18 mei 2009, 8 maart 2010, 16 februari 2017, 15 maart 2018, 22 oktober 2020, 21 april 2022 en 1 december 2022;

Gelet inzonderheid op artikel 216bis van voormelde lokale rechtspositieregeling dat bepaalt dat een maandelijkse fietsvergoeding wordt toegekend aan het personeelslid dat de verplaatsing van en naar het werk volledig of gedeeltelijk met de fiets aflegt. Het bedrag dat per afgelegde kilometer wordt toegekend bedraagt 0,15 euro per kilometer;

Gelet op de beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 9 september 2013 waarbij de wijze van toekenning en uitbetaling van de fietsvergoeding woon-werkverkeer is vastgelegd;

Overwegende dat krachtens artikel 40 §1 van voormeld besluit van de Vlaamse regering van 20 januari 2023 het lokaal bestuur minimaal een vergoeding van de kosten voor woon-werkverkeer als sociaal voordeel dient toe te kennen als personeelsleden de fiets gebruiken. Deze fietsvergoeding bedraagt minimaal 0,15 euro per kilometer en maximaal het bedrag dat op grond van de fiscale wetgeving en de socialezekerheidswetgeving is vrijgesteld van belasting en sociale bijdragen;

Overwegende dat het maximale bedrag voor de fietsvergoeding voor woon-werkverkeer dat op grond van de fiscale en sociale zekerheidswetgeving is vrijgesteld van belasting en sociale bijdragen in 2023 0,27 euro per kilometer bedraagt; dit bedrag kan geïndexeerd worden;

Overwegende dat het lokaal bestuur van Baarle-Hertog het belang van duurzaam woon-werkverkeer erkent en het personeel nog meer wil aanmoedigen om te kiezen voor de fiets in het woon-werkverkeer;

Gelet derhalve op het voorstel tot wijziging van artikel 216bis van voormelde lokale rechtspositieregeling, te weten een verhoging van de fietsvergoeding voor woon-werkverkeer van 0,15 euro tot het maximaal fiscaal vrijgestelde bedrag;

Overwegende dat het OCMW voor de toekenning van de fietsvergoeding en het bedrag ervan de regeling van de gemeente volgt;

Gelet op de besprekingen ter zake in het onderhandelingscomité van 6 april 2023 welke beëindigd werden met een protocol van akkoord;